Snel zoeken:
050 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 07:13, 14 > nr. 545

Mattheüs 7:13
De enge poort

We komen nu aan een van de meest bekende teksten uit de bergreden. Dit gedeelte wordt vaak als motto voor een evangelieverkondiging gebruikt:

‘Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg die tot het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor ingaan; want eng is de poort en smal de weg die ten leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden’.

Om de zin van dit gedeelte goed te begrijpen is het nodig enkele dingen goed onder ogen te zien. Ten eerste is er slechts sprake van twee mogelijkheden. Er is een wijde poort en een enge; er is een brede weg en een smalle. Een tussenmaatpoort en een middenweg is er niet. We zijn of op de ene weg of op de andere.
Ten tweede staat het eindpunt van elk van de beide wegen vast. De ene lijdt naar het verderf en de andere voert ten leven. Vraagtekens behoeft men hier niet te zetten. Wij lopen of rijden wel eens op een weg waarvan we moeten zeggen: ‘Ik heb er geen idee van waar we nu uitkomen’, maar dat is met deze beide wegen niet het geval, de bestemming staat muurvast. In de derde plaats staan de beide poorten niet aan het eind van de twee wegen, maar aan het begin. Sommigen menen dat met de enge poort de hemeldeur en met de wijde poort de toegang tot de hel is bedoeld, en dat men bij het sterven door de ene of door de andere poort gaat. Maar dat is niet zo. Om op de brede weg te komen moet men door de wijde poort, en om op de smalle te komen moet men de enge poort passeren. De beslissing moet dus hier in dit leven vallen.
In de vierde plaats moet men één van de beide poorten binnengaan. Vroeger heb ik wel eens in een evangelieverkondiging gezegd, dat ieder mens door geboorte op de brede weg is en dat men slechts door wedergeboorte op de smalle weg komt. Maar dat is niet helemaal juist. Van de brede poort wordt gezegd, dat velen erdoor ingaan, het wordt dus als een bewuste keus van de mens voorgesteld. We moeten daarbij denken aan een tekst uit de Spreuken:

‘Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr. 14:12).

De enge poort is in feite Christus zelf. Hij is de deur, wie door Hem naar binnengaat wordt behouden. Die poort is niet eng in die zin dat je jezelf grote krachtsinspanning moet getroosten om erdoor te gaan, maar het kost verloochening van jezelf. En de smalle weg is ook Christus zelf. Hij zegt: ‘Ik ben de weg’. Wie echter Christus en zijn kruis veracht en meent door eigen bekwaamheid, door goede werken, door vroomheid enz. het leven te kunnen beërven, die komt bedrogen uit. Dat mag wel een rechte weg lijken, maar hij voert naar de dood. Zulke mensen kiezen voor de brede poort en de brede weg.
In de vijfde plaats moeten we bedenken dat de wijde poort niet moeilijk te vinden is, terwijl de enge poort gezocht moet worden. In de dagen van de Here Jezus waren er vele godsdienstige mensen die zich zeer vroom voor deden, de Farizeeën zijn er duidelijke voorbeelden van. Met dit woord geeft de Heer hen in feite aan: jullie hebben gekozen voor de wijde poort en de brede weg. En hij roept elke zondaar op om te kiezen voor Hem en om door de enge poort binnen te gaan. Die poort kun je alleen op de knieën en met een berouwvol hart passeren.