Snel zoeken:
752 Haar zonden zijn haar vergeven

Haar zonden zijn haar vergeven

Het was daar in het joodse huis een merkwaardig gezelschap. Ten eerste had je er de gastheer. Hij behoorde tot de groep van de farizeeën. De Farizeeën voelden zich ver verheven boven het gewone volk. Zij waren de mensen die de wet goed onderhielden, althans dat meenden ze. Zij leefden de overleveringen van de vaderen na, dat kon je van het volk niet zeggen. Ondertussen waren ze echter zo geldgierig als ze groot waren en zeer gesteld op de eer van de mensen.

Vervolgens was er de leraar uit Nazareth, Jezus Christus, die door de farizeeër ten eten was gevraagd. Die uitnodiging was kennelijk niet geschied om de Here Jezus hartelijk te onthalen, maar om te zien of Hij nu werkelijk door God gezonden was of niet; de farizeeër had daar zo zijn bedenkingen over. Hij liet dat ook wel blijken, want alle vormen van gastvrijheid trad hij met voeten. En dan was er een zondige vrouw, die – zoals dat in het oosten kon waar maaltijden vaak publiek toegankelijk waren – binnen gelopen was en de voeten van Jezus met haar tranen had nat gemaakt en met haar haren had afgedroogd.

De gastheer ergerde zich eraan, dat “zo’n mens” zich in zijn huis vertoonde. Maar het gaf hem toch, zo meende hij, de gelegenheid zich een oordeel over zijn gast te vormen en dat oordeel luidde: ‘Als Hij werkelijk een profeet was, had Hij toch wel geweten met wat voor een vrouw Hij te doen had’. En blijkbaar had Hij volgens de farizeeër haar dan verontwaardigd weg moeten zenden. De Here Jezus laat echter zien, dat Hij wel degelijk weet met wat voor vrouw Hij te doen heeft. En toch zendt Hij deze vrouw niet weg. Waarom niet? Keurt Hij haar levenswandel dan goed? Dat beslist niet, maar Hij weet dat ze berouw gehad heeft over haar zonden. En Hij weet dat ze uit dankbaarheid voor de vergeving nu zijn voeten heeft gekust. Zij heeft gedaan wat de gastheer nagelaten heeft, en ze toonde daarmee haar grote dankbaarheid.
De Here Jezus bevestigt nog eens dat haar zonden vergeven zijn met de woorden: ‘Uw zonden zijn vergeven’.

Deze geschiedenis, die u kunt lezen in het evangelie van Lukas hoofdstuk acht, heeft ons veel te zeggen en wel het volgende:

1. Voor God en Christus is elk mensenhart een open boek, zowel dat van vrome huichelaars, zoals de Farizeeën in meerderheid waren, als dat van mensen die in de goot van de maatschappij leven.

2. Vergeving van zonden is het punt waar het in een mensenleven om gaat. Alle wereldproblemen – hoe belangrijk ook – zinken daarbij in het niet.

3. Voor iemand in de goot, de ergste boef en de grofste zondaar is er vergeving als er maar oprecht berouw is.

4. Zij die vergeving ontvangen hebben zullen dat laten zien door een leven, dat vol liefde aan de Here Jezus gewijd is.

Tenslotte mijn vraag aan u: ‘Heeft u God lief, heeft u de Here Jezus lief? Leeft u met het doel God te dienen en Jezus Christus te volgen? Zo niet….. zijn uw zonden dan wel vergeven, heeft u daar wel weet van??

en het bloed van Jezus Christus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde
1 Joh. 1:7