Snel zoeken:
466 jrg 145, 02-2002 Op stap door het eerste boek van Samuël 11 (2:22-36)

1-Samuël 2:22
Opvoeding...Eli, wat heb je ervan gemaakt ?
1 Sm 2:22-36


Uit bovenstaande titel valt al op te maken dat we van Eli als opvoeder in zijn gezin geen hoge pet op hebben. Nu moeten we altijd voorzichtig zijn bij het geven van een beoordeling, want daar kunnen we grote fouten mee maken. In een beschouwing over Exodus las ik bijvoorbeeld dat Mirjam niet het geloof had om net als haar moeder het lot van de kleine Mozes rustig aan de Heer over te geven. Haar moeder ging namelijk naar huis, maar Mirjam bleef staan kijken om te zien wat er ging gebeuren. Met alle respect voor de schrijver van die beschouwing moeten we zijn beoordeling van Mirjam als een misser beschouwen, want van Mirjams houding zegt de Schrift niets negatiefs en het vervolg laat zien hoe God haar handelwijze juist gebruikt heeft zodat Mozes zijn eerste levensjaren bij zijn moeder kon doorbrengen, en het gevolg van de opvoeding van Jochabed is ook alleen maar positief. Bij Eli ligt dat evenwel anders. De Bijbel geeft ons alle reden om hem als opvoeder van zijn zonen een onvoldoende te geven. Dus, moeten we dit gedeelte maar overslaan op onze wandeling door dit eerste boek van Samuël? Nee, beslist niet, ook negatieve voorbeelden zijn ons ook tot lering gegeven. Niet om ze na te volgen, maar om te leren hoe het niet moet.

Huwelijkstrouw een schaars artikel
In dit gedeelte kunnen we drie dingen opmerken: hoe de twee zonen van Eli zich gedragen,
hoe Eli daarop reageert en hoe God over Eli denkt.
Hofni en Pinehas waren hebzuchtig en claimden de beste stukken van de offers voor zichzelf . Ze hielden met de voorschriften van de Heer geen rekening (1Sm2:12-17). Maar dat was nog niet alles. Deze beide mannen hadden seks met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de tent van de samenkomst. Indertijd hadden vrouwen die deze dienst voor de tabernakel wilden verrichten hun spiegels aan Mozes afgestaan om er het voetstuk van het wasvat van te laten maken (Ex38:8). De dames die in de dagen van Eli deze dienst verrichtten, waren helaas van ander allooi!!
Hofni en Pinehas waren getrouwd en pleegden overspel. Hun daad was huwelijksontrouw,ook al bleven ze nog wel bij hun eigen vrouw. In Maleachi 2:13-16 lezen we een scherp oordeel van God over huwelijksontrouw, in het bijzonder als die uitloopt op echtscheiding. In onze tijd hoef je maar om je heen te kijken of de krant te lezen om op te merken dat huwelijksontrouw en echtscheiding aan de orde van de dag is - niet alleen in de wereld maar ook in de christenheid. Laten we ons voor dit kwaad hoeden!

Eli, wanneer ging het mis?
Op zijn oude dag onderhoudt Eli zich met zijn zoons. Hij houdt hen voor dat hun gedrag niet deugt. Hij hoort - zo zegt hij - geen goed gerucht over hen. Geen goed gerucht.? Het was een bar slecht gerucht. Eli had zich wel heel wat krachtiger kunnen uitdrukken! Zijn woorden zijn wel ernstig als hij Hofni en Pinehas voorhoudt dat als een mens tegen een mens zondigt God kan ingrijpen en de boosdoener kan ‘richten’, maar dat als een mens tegen God zondigt (en dat deden Hofni en Pinehas) er niemand is die tussen beide kan treden.
Zijn zonen luisterden echter niet naar hem; het oordeel van God was al besloten over deze ontrouwe priesters.
Je zou kunnen zeggen, dat deze beide mannen geen kleine kinderen meer waren en ze toch zelf verantwoordelijk waren voor hun daden. Dat is waar, maar Hofni en Pinehas waren al veel eerder begonnen aan een weg die van de Heer afweek, en toen had Eli niets gezegd, ze zelfs niet berispt (1Sm3:13). Toen er nog te sturen viel, heeft Eli het laten afweten, en op latere leeftijd was zijn gezag dan ook naar de knoppen. Ouders, pas op uw tellen en uw telgen als ze nog jong zijn!

Hoe kijkt God ertegen aan?
We komen nu op de vraag hoe God Eli beoordeelt wat de opvoeding van zijn zonen betreft. God laat de hogepriester dat weten door middel van een profeet.
De Heer zegt niet alleen dat Hofni en Pinehas de offers hebben veracht, maar Hij houdt ook Eli voor dat die er niet tegen is opgetreden. Daardoor is Eli medeverantwoordelijk voor het slechte gedrag van zijn zonen. Gods woorden zijn striemend: ‘Gij eert uw zonen boven mij’. Het oordeel zal dan ook over het huis van Eli komen en het priesterschap zal van hem en zijn huis worden afgenomen.
Eli is een jammerlijk voorbeeld ter waarschuwing voor ons als ouders. Je kunt een plant nog leiden als hij jong is, zodra het een boom is geworden, gaat het niet meer. En dat leiden is een zaak van woord en daad. Laten we bedenken dat ‘leringen wekken, maar voorbeelden strekken’.