Snel zoeken:
377 jrg 136, 02-1993 Met verdriet kun je leven met wrok niet

Met verdriet kun je leven, met wrok niet

Teleurstelling en verdriet
In dit leven krijgen we allemaal teleurstellingen te verwerken en die kunnen ons soms erg verdrietig maken. Dat begint al als kind. Wat een verdriet als een leuk reisje niet doorgaat. Wat een verdriet als je een slecht cijfer krijgt op school of als je blijft zitten. Met het ouder worden houdt het niet op; je krijgt voortdurend teleurstellingen te verwerken en het verdriet kan heel wat ernstiger dingen betreffen dan het niet doorgaan van een reisje of iets dergelijks. Je verkering kan uitraken, je kunt werkeloos worden, miskend worden of je verliest iemand van wie je heel veel houdt enzovoorts. We hoeven niet sentimenteel te doen en we moeten niet altijd over het leven op aarde spreken als het gaan door een tranendal, maar terecht spreekt Mozes over moeite en leed in dit leven (Ps.90:10). Aan Job is het leed niet voorbijgegaan en hij verzucht: ‘De mens uit een vrouw geboren is kort van dagen en zat van onrust’. Gelukkig zijn er ook veel fijne dingen te beleven, dingen waar we echt dankbaar voor kunnen zijn, maar het gaat nu om de vraag hoe we de verdrietige dingen verwerken.

Met verdriet kun je leven
Met bovenstaand zinnetje bedoel ik niet dat je er nu eenmaal mee leven moet en dat dat uiteindelijk wel lukt. Ik bedoel ermee dat je geestelijk leven door verdriet niet te gronde gericht behoeft te worden. Het is vaak zelfs andersom, namelijk dat verdrietige dingen ons dichter bij de Heer brengen. We voelen dan onze afhankelijkheid, we smeken de Heer om hulp, we lezen zijn woord en Hij vertroost ons.

Dikwijls heb ik bij een sterfgeval gehoord hoe de nabestaanden uitspraken dat ze zo geweldig de hulp van de Heer ervaren hadden. Ze proefden dat de Hij met hen was. Natuurlijk, het leed was er, het gemis moest verwerkt worden, maar het geestelijk leven leed er niet onder.
Dat geldt niet alleen voor teleurstelling en verdriet buiten menselijk toedoen, maar ook voor dat wat mensen, soms zelfs christenen, broeders en zusters, je aandoen. Als je bedenkt hoeveel Christus van de mensen, ja zelfs van zijn discipelen heeft ondervonden, dan vind je daardoor de kracht om het te verwerken en het voorbeeld van Christus daarin te volgen. Het kan je louteren. Het behoort bij ons zo te zijn, dat we meer last moeten hebben van wat we een ander aandoen, dan van wat een ander ons aandoet.

Met wrok gaat het niet
Helaas staan we niet altijd op die hoogte. Vaak komt er wrok in ons hart op. We zijn het niet eens met de weg die God ons laat gaan en we worden opstandig en gaan wrokken. De waaroms steken de kop op en we laten ze boven komen. Als mensen ons wat aangedaan hebben kunnen we daar tijden, soms wel jaren mee bezig zijn. Wrok tegen broeders en zusters omdat ze ons tekort gedaan hebben. Wrok omdat de één zus en wij zo behandeld worden en dat kan soms onrechtvaardig zijn - maar is wrok dan de juiste houding? Als we opstandig zijn om een verlies, wrok koesteren om een liefdeloze behandeling, dan eren we God daar niet mee. We volgen dan niet het voorbeeld van Christus die niet kwaad met kwaad vergold, zelfs niet in Zijn hart (1Petr.2:21-24). Maar met die wrok kunnen we ook zelf niet leven. Biologisch wel, maar geestelijk niet. Ons geestelijk leven lijdt er onder en kan zelfs wegkwijnen.

Tijdens een evangelisatiecampagne leerde ik een gezin kennen waarvan man en vrouw gelovigen waren. Toch was er een verschil tussen die twee: de man was blijmoedig, de vrouw had altijd een norse ontevreden trek op haar gezicht en uitte zich meestal kritisch. Bij een ontmoeting jaren later merkte ik direct aan haar gezicht al dat er iets veranderd was. Ik wist dat ze indertijd een zoon verloren had, en nu vertrouwde ze me toe, dat ze al de jaren sinds hij gestorven was, opstandig geweest was tegen God. Ze liep met wrok in haar hart rond en dat vrat aan haar geestelijk leven.
Gelukkig was dat nu niet meer zo en dat was te zien. Die vrouw was voor mij een levend bewijs dat je met wrok niet leven kunt. Wrok moeten we oordelen, de zaak waarover we wrok hebben moeten we bij de Heer brengen.
En als het wrok tegen broeders betreft moeten we de les van 1Kor.6 ter harte nemen: ‘Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Dat is moeilijk, maar het is wel de weg om weer een gezond geestelijk leven te leiden. Met verdriet kun je leven, maar met wrok niet, echt niet.