Snel zoeken:
170 jrg 118, 10-1975 Zijn voetstappen

1-Petrus 2:21
Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 118 (1975)

Waarom kwam Christus?

De apostel Petrus schrijft dat Christus voor ons geleden heeft en ons een voorbeeld heeft nagelaten, opdat we zijn voetstappen zouden navolgen (1 Petr. 2:21). Het doel van de zending van Christus was dus: lijden!

“De Zoon des mensen is gekomen om te dienen en zijn leven te geven tot een losprijs voor velen” (Matth. 20:28).

Hij kwam niet om te heersen of om zich te verrijken, maar om te dienen. Die dienst ging zo ver, dat Hij zijn leven als een slachtoffer gaf, opdat wij verlost zouden kunnen worden.
Verlost uit armoede?
Verlost uit onrechtvaardige maatschappelijke toestanden?
Verlost uit kapitalistische structuren?
Nee, verlost uit de macht van Satan! Verlost van onze zonden!
Verlost van de rechtvaardige toorn van God!
Daar ging het om bij de komst van Jezus Christus.

Vandaag de dag misbruiken velen de persoon van Jezus Christus voor hun ideologie. Men tekent Hem als een revolutionair en zet Hem op één lijn met Mao, Castro e.d.
Dorothe Sölle heeft een nieuwe kreet gelanceerd: “God is rood” en doet alsof Jezus Christus de ideale socialist is.
Na de blanke-Christus-theologie van vroeger, krijgen we nu de zwarte-Christus-theologie. Werd vroeger beweerd dat de zwarten geen ziel hadden, nu beweerde onlangs een negerpredikant: “Jezus Christus wil in de huid van de zwarte man kruipen”.
Bijbels gezien is het één zowel als het ander baarlijke nonsens. Christus kwam niet om in de huid van de blanke man en niet om in de huid van de zwarte man te kruipen. Christus kwam om in de plaats vna de zondaar te gaan staan en de straf over de zonde te dragen!!!

Een voorbeeld

Christus kwam om de dienen en te lijden en daarin is Hij ons tot voorbeeld. In tegenstelling met de moderne opvattingen, die Christus tot het voorbeeld maken van een maatschappijverbeteraar, van een revolutionair of iets van dien aard, stelt de Schrift Hem tot voorbeeld als lijder.
Nu heeft Christus op twee manieren geleden.
Hij heeft geleden vanwege onze zonden en onderging van Gods kant het oordeel in onze plaats. In dit opzicht is Hij geen voorbeeld voor ons. In dat lijden kunnen we Hem niet volgen en hoeven we Hem niet te volgen. Dat lijden is eens voor altijd geschied. “Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen” (1 Petr. 3:18). Maar Jezus Christus heeft ook geleden van de kant van de mensen. Hij leed ter wille van de gerechtigheid. En in dit opzicht is Hij ons wel tot voorbeeld.

Zijn voetstappen

Petrus roept ons op zijn voetstappen te volgen, stap voor stap als het ware! Welke voetstappen zijn dat?
Petrus noemt de volgende:

“die geen zonde gedaan heeft”;
“geen bedrog werd in zijn mond gevonden”;
“die als hij gescholden werd, niet terugschold”;
“die als hij leed niet dreigde”;
“maar zich overgaf aan Hem die rechtvaardig oordeelt”.

Zijn dat de voetstappen van een maatschappij-vernieuwer, van een structuurbevechter, van een bevrijdingsgeneraal?
Immers neen!!
De bezittende klasse ten val brengen en het geleden onrecht vergelden, is heel wat anders als “overgeven aan Hem die rechtvaardig oordeelt”.
De overheersers van een ander ras het land uitjagen, is heel wat anders als gescholden worden en niet terugschelden. En zo zouden we kunnen doorgaan.

De bijbelse Christus is niet “in”. Vandaar dat zijn beeld vertekend wordt om tot een geschikt voorbeeld te dienen, dat men wel wil navolgen.
Dat is echter niet de voetstappen van Christus volgen.
Christus leed en verdroeg, en de Schrift roept ons op Hem daarin te volgen. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat met de volgende woorden:

“terwijl wij zien op Jezus, de Overste Leidsman en Voleinder van het geloof, die om de vreugde die vóór hem lag, het kruis heeft gedragen en de schande heeft veracht, en is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van God. Want aanschouwt hem, die zulk een tegenspraak van de zondaars tegen zich heeft verdragen, opdat gij niet moe wordt en in uw zielen bezwijkt”. (Hebr. 12:2, 3).

Neemt elkaar aan

De voetstappen van Christus in deze wereld waren voetstappen van verwerping en lijden. En Hij drukte ze als voorbeeld voor ons.
We hebben echter niet alleen Christus te volgen in zijn verhouding tot de wereld, maar ook zijn voetstappen te drukken wat de omgang met onze medegelovigen betreft.
Dat begint hiermee, dat we elke gelovige accepteren als iemand met wie we door Christus verbonden zijn.
Paulus schrijft aan de gelovigen te Rome:

“Daarom neemt elkaar aan, zoals ook Christus u aangenomen heeft tot heerlijkheid van God” (Rom. 15:7).

Hoe heeft Christus ons aangenomen? Precies zoals we, wat ons karakter betreft, waren met al onze hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Met onze zwakke en onze sterke punten. Het was voor Christus geen verhindering ons aan te nemen.
Welnu, zo hebben we de medegelovigen aan te nemen, niet omdat ze zo sympathiek of iets van dien aard zijn, maar eenvoudig omdat het mensen zijn voor wie Christus is gestorven en met wie we door het geloof verbonden zijn.
Het valt niet mee om de voetstappen van de Heer hierin te drukken, het gaat soms dwars tegen onze aard in. De sympathieke gelovigen willen we nog wel aanvaarden, maar die zeurpiet…, die liever niet.
De broeder die nuttig is voor ons geestelijk leven accepteren, dat gaat nog, maar ook die broeder waar je doodmoe van wordt als je hem een uur meemaakt, dat liever niet.
En toch… dat wel doen, dat is christendom, dat is het drukken van zijn voetstappen!
Een voorbeeld uit het leven, zal het bovenstaande illustreren.
Een broeder bezocht tijden lang de samenkomsten niet meer en het was niet de eerste keer dat dit gebeurde.
Eindelijk kwam hij terug en vroeg weer om het avondmaal mee te vieren. Een oudere broeder was erop tegen. Het werd toch niks volgens hem. Een onaangename situatie ontstond. De oudere broeder kreeg bezoek van een gelovige die hem wees op Rom. 15:7: “neemt elkaar aan zoals Christus u aangenomen heeft”.
De vraag werd gesteld: “hoe heeft Christus u aangenomen?”
De tegenstand van de oude man smolt weg. Hij nam de ander aan en drukte de voetstappen van Christus!

Dan zijt ook gij schuldig

Christus kwam om te dienen. Indien ergens, dan zien we dat in de opperzaal waar Hij voor het laatst het pascha zou vieren.
Hij waste de voeten van de discipelen en deed daarmee het werk van een slaaf. Wat een voorbeeld!
Hij zegt het:

“Als dan ik, de Heer en Meester, uw voeten gewassen heb, dan zijt ook gij schuldig elkaar de voeten te wassen; want ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet zoals ik u gedaan heb” (Joh. 13:14, 15).

Heersen in de gemeente ligt ons “spreken” wordt gewaardeerd. Maar doodgewoon dienen, zonder dat je dank, aanzien of iets dergelijks oogst? Iemand van het station halen, een invalide zuster rondrijden, stoelen klaar zetten voor de samenkomst… dat kan die of die toch wel doen! En toch volgen we juist daarin de voetstappen van de Meester!

Het geknakte riet niet verbreken

Niet alleen in het nieuwe testament, maar ook in het oude testament vinden we mededelingen aangaande de Heer Jezus, die ons laten zien hoe Hij handelde. Ook daar treffen we “zijn voetstappen” aan. Zo schrijft Jesaja:

“het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven” (Jes. 42:3).

Hoe heel anders dan wij mensen in doorsnee doen.
Een geknakt riet, daar heb je toch niets meer aan, dat kun je net zo goed verbreken. En een walmend, haast uitgebrand vlaspitje! Trap dat maar uit! Anders gezegd: die ontrouwe, slappe broeder moet er maar uit; en die zuster waar je meer last dan gemak van hebt, zijn we ook liever kwijt.
Zo zijn wij, maar zo is Christus niet!
Hij richt het geknakte op en brengt het uitgedoofde weer tot branden.
Wat zou het er in onze gemeenschap anders uitzien als we ten opzichte van onze broeders en zusters deze voetstappen van de Meester eens intens gingen drukken. Wat een kritiek zou achterwege blijven, wat een harde woorden zouden ingeslikt worden.
Onverzoenlijke blikken zouden wegsmelten en lasterpraatjes kwamen niet voor. We doen dan alles om de ander te dienen, op te bouwen, terug te brengen. En als er helaas tucht moet worden uitgeoefend, doen we dat met een bloedend in plaats van met een onbewogen hart!
Inderdaad, zo zal het gaan als we zijn voetstappen navolgen!