Snel zoeken:
022 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 04:18-20 > nr. 514

Mattheüs 4:18
Kom achter mij
Jezus Christus heeft Judea verlaten en is op het zendingsterrein Galilea aangekomen. En daar gaat Hij aan het werk. Hij wil niet alleen zondaars tot bekering oproepen, Hij wil ook dat ze daarna iets voor Hem doen. Hij wil medewerkers. Hij wil dienstknechten. Heel wat mensen willen Jezus Christus wel als Heiland voor de hemel, maar niet als Heer over hun leven. Zo is het met Simon Petrus en Andreas niet. Deze twee waren aan het vissen op het Meer van Galilea, en Jezus van Nazareth roept hen toe: “Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken”.
Het is niet de eerste keer dat de beide vissers Jezus van Nazareth ontmoeten. Volgens het evangelie van Johannes hebben ze al eerder een ontmoeting met Hem gehad, en wel toen de Heer nog in Judea was. Waarschijnlijk in verband met een Joodse feestdag zijn beide vissers in Judea geweest; Andreas heeft daar de prediking van Johannes de Doper gehoord, en die is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Nee, hij is in zijn hart getroffen, en heeft, overtuigd van zonden, zich bekeerd; zo werd hij een discipel van Johannes. Natuurlijk zag hij toen ook uit naar Hem die na Johannes komen zou, naar de Messias. En inderdaad, nog voordat de beide vissers weer terug moesten naar Galilea, kwam Jezus Chrisuts bij Johannes de Doper. Toen Johannes Hem zag komen heeft hij geroepen: “Zie het lam Gods”. Dat was voor Andreas het sein zich tot Jezus te wensen, en daar leerde hij Hem als zijn Heiland kennen Direct zocht hij toen zijn broer Simon op en bracht hem ook bij Jezus. Daarop zijn ze teruggekeerd naar hun woonplaats in Galilea. En nu, terwijl ze druk aan het werk zijn, ontmoeten ze Jezus Christus voor de tweede maal. Nu worden ze voor de tweede maal geroepen. Nu echter niet om Jezus Christus als Verlosser te leren kennen, maar om Hem als hun Heer te volgen. Hij roept hen nu om dienstknecht te worden; dat blijkt wel uit de toevoeging: “Ik zal u vissers van mensen maken”.

Bereidwilligheid
Zullen ze even bereid zijn om hieraan gevolg te geven als ze bereid waren Hem als hun Zaligmaker te erkennen? Ja, want er volgt op: “Zij nu lieten terstond hun netten liggen volgden Hem”.
Mooi is dat. Geen geredeneer. Geen aarzeling. Geen gevraag van: “Hoe moet het dan met ons schip?” Nee, volgen, en wel direct! U heeft misschien al dikwijls de roep van het evangelie gehoord? Heeft u er gevolg aan gegeven? Heeft u erkend een zondaar te zijn en heeft u in het geloof aanvaard dat het offer van Jezus Christus ook voor u is volbracht? Ja? Prachtig! Maar dan volgt daarop onverbiddelijk een tweede oproep, die met de eerste hand in hand gaat. Wilt u Hem ook erkennen als uw Heer, en uw leven aan Hem wijden? Wilt u Hem werkelijk dienen? “Ah”, zegt u, “maar ik kan geen prediker worden, zoals Petrus. Ik kan niet zo’n visser van mensen als Andreas. Ik heb mijn beroep”, enz. Nu, dat hoeft ook niet. Er zijn vissers die er met de boot op uit gaan en met een groot sleepnet massa’s vis binnenhalen. Maar er zijn ook hengelaars, die een enkel visje ophalen. Zo zijn er predikers die God roept om hun werk in de steeds te laten en zich geheel aan het evangelie te wijden. Maar Hij wil ook dat de man op de fabriek, de vrouw in de keuken, enz. een visser van mensen wordt. Naast u aan de lopende band staat uw collega, het is een vis in de grote mensenzee; uw buurvrouw komt wel eens bij u koffie drinken, al wqeer zo’n visje. Heeft u nooit beseft dat u verantwoordelijk bent voor de Heer om hen op het kruis te wijzen? Dikwijls wordt gezegd: “Woorden zijn niet zo belangrijk, het leven moet het doen”. Inderdaad is het leven van de kinderen Gods zeer belangrijk, want daar let de wereld in de eerste plaats op; maar de bijbel nog altijd, dat het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het woord van God. De mensen hebben de boodschap van het heil nodig, al is dat dan maar een eenvoudig getuigenis van wat Jezus Chjristus voor ons betekent. En dat getuigenis moet ondersteund worden door een werkelijk Christelijke wandel van zelfopoffering. Houdt u er rekening mee dat Jezus Christus uw Heer is en u vraagt Hem te volgen? Zullen we afspreken om vanaf vandaag – als u het nog niet eerder was – een kleine Petrus of Andreas, een kleine mensenvisser te zijn?