Snel zoeken:
Adam en Eva zijn niet direct gestorven

Genesis 2:17
Betreft: Gn2: 17

Vraag:
Adam en Eva zijn niet gestorven toen ze van de boom gegeten hebben, hoe moeten we dit opvatten?

Antwoord:
Uit het verloop van de geschiedenis moeten we opmaken hoe de uitdrukking 'zult gij voorzeker sterven' (Gn2: 17) bedoeld is. Welnu er zijn twee aanwijzingen, te weten:
1.
de term geeft aan, dat er niet een ogenblikkelijke doodstraf bedoeld is geweest (tenzij God hen genadig is geweest en de straf opgeschort heeft, maar daarvan lezen we niets);
2.bij de vloek over Adam staat aan het slot 'want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren' en dat laatste houdt sterven is.
We kunnen dus zeggen, dat de mens na de zondeval met de dood in de schoenen liep. Hij ging de dood tegemoet. Als de mens begint te leven, begint ook meteen het doodsproces te werken. Het lichaam heeft in het begin genoeg weerstand om hieraan het hoofd te bieden. Cellen sterven af en worden vernieuwd. Langzaam maar zeker echter begint de aftakeling, totdat de mens tenslotte de laatste adem uitblaast.
We kunnen niet zeggen, dat met 'voorzeker sterven' de geestelijke dood bedoeld is en niet de lichamelijke. We kunnen wel stellen dat beide met elkaar verbonden zijn. De mens is door de zondeval geestelijk dood voor God geworden ook al zou hij lichamelijk nooit sterven. We onderscheiden dan ook:
a. de lichamelijke dood als oordeel op de zondeval,
b. de geestelijke dood als gevolg van de zondeval en
c. de eeuwige dood, de tweede dood ofwel het oordeel van de hel als uiteindelijke straf, nadat de mens de gelegenheid om gered te worden heeft afgewezen.