Snel zoeken:
015 Pastorale zorg

Omschrijving
Pastorale of herderlijke zorg is zorg besteed aan de gelovigen als schapen van de kudde van Jezus Christus en dat met het oog op hun geestelijk en lichamelijk welzijn.

Herders en leraars
Apostelen, profeten en evangelisten worden apart genoemd in Ef. 4:11;
Herders-en-leraars om de heiligen te volmaken, samen genoemd, een term? Herder moet tevens leraar zijn en omgekeerd;
Herders-speciaal zorg voor de 'ziel' > woord van wijsheid;
Leraars-richten zich meer op de geest > woord van kennis 1 Kor. 12:8;
Herders eerst genoemd. gevaar: 'koudbloedige' leraar; 'gevoelsmatige' herder. Herder moet gezond woord kunnen brengen 1 Tim. 3:2; Titus 1:9.

De kudde bij elkaar houden
Herderlijke zorg: kijk naar: een herder en een kudde schapen. Kudde is een eenheid - omdat er een herder is Joh. 10:16, 17 eenheid in het oog houden en waken voor verdeeldheid Hand. 6, 8, 11, 15 schapen individueel bij de kudde houden. - gevaar: verongelukken; prooi worden. Wat doet een wolf > kudde opdrijven schaap afzonderen van de kudde.

Houdt contact
Geldt herder, geldt schaap - onderlinge zorg 1 Kor. 12:25 voorbeeld > Paulus zorg voor Korinthiërs. Zie ook 'draagt elkaars lasten' Rom. 12; Gal. 6:2 bij elkaar koffie drinken; alleenstaanden of bezoekers opvangen in lokaal samen koffie drinken; op bezoek gaan; samen werk doen b.v. vakantie bijbelschool; koffie-morgens; bijbelkringen. Bovenal: echt persoonlijk contact.

Preventief, educatief, correctief, medicatief
Van zorg voor de gelovigen spreekt het woord van Paulus: 'Laten wij toch terugkeren en de broeders bezoeken in elke stad waar wij het woord van de Heer hebben verkondigd, om te zien hoe het hun gaat' Hand. 15:36.

Wee, de herders van Israël Ezech. 34. Uit het foutieve en het goede voorbeeld kunnen we ons les trekken.

Weiden
Negatief: weiden de kudde niet Ezech. 34:2, 8, 10;
Positief weiden in Ezech. 34:13, 14, 15, 16, 23, 31; Ps. 74:1; 79:13; 95:7; 100:3). Pastorale zorg moet dus vrij zijn van eigen belang, het belang van de gelovigen moet voorop staan Fil. 2:20 en daar moeten we wat voor over hebben. Goed voedsel verschaffen Ezech. 34:26, 27, 29.

Denken om de zwakken
'Versterken zwakke' niet. Contrast > Jacob Gen. 33:13); 'ondersteunt de zwakken'. 'Vertroost de kleinmoedigen 1 Thes. 5:13 zie Hand. 15:32 voorbeeld van de Here Jezus en de aanwijzingen in de brieven.

Zieken genezen; gewonden verbinden
Genezen 'zieke' niet; verbinden 'gewonde' niet Positief > Ex. 34:16 luisteren naar zieke. Geen adviezen als men kwaal niet kent. Geen verwijten: eerst ziekte of wond behandelen dan eventueel correctie. Denk aan Thomas Joh. 20; Petr. (Joh. 21). Zie Paulus werkwijze in de brieven aan Korinthiërs. Geen been eraf als teen voldoende is.

Opzoeken en terugbrengen
Halen 'afgedwaalde' niet terug; zoeken 'verlorene' niet. Ezech. 34:4, 6. Positief > Ez 34 :11, 12, 16. Vergelijk > Jak. 5:19, 20; Gal. 6:1; de ongeregelden moeten terechtbrengen. Dat zijn degenen die niet rustig bij de kudde blijven, maar dan eens links, dan eens rechts uit het kuddeverband schieten. Ze moeten er bijgehaald worden. 1 Thes. 5:13.

Niet heersen over de kudde
Heersen over de kudde - zodat schapen verstrooid raken. Positief: Ezech. 34:16, 17, 18. Zie ook 1 Petr. 5:2, 3. In Israël was verdeeldheid in de kudde Ezech. 34. Waarschuwend voorbeeld > Diotrefes - 3 Joh.

Gods eer zoeken
De Joden mochten het vet van het offer niet eten, moest aan de Here geofferd worden; het beste kwam de Here toe. Niet aan eigen belang voor op stellen

Niet de kudde uitbuiten.
Wel eten, niet uitbuiten; wel wol, maar niet plunderen. Belang van kudde, het is kudde Gods 1 Petr. 5. Paulus weidde de kudde > melk drinken 1 Kor. 9:5-8. Herder zijn er niet om het gewin.

Hoeden
'Weiden' > voedsel geven. 'hoeden' > bewaren, beschermen. Leiders van Israël lieten schapen een prooi worden van de wilde dieren Ezech. 34:7). David deed dat niet 1 Sam. 17:34-36. Voorbeeld van de Heer Jezus Joh. 18:8 vgl. Joh. 10:11, 15, 17 1 Joh. 3:16). Zo is ook God een herder, die voor zijn schapen opkomt Ezech. 34:22, 28, vgl. Ps. 79:13; 95:7; 100:3. Zo moeten ook de herders in de Gemeente voor de kudde zorgen.

Huisbezoek
- Onderling contact enigszins regelen: niemand in het vergeethoekje > afspraak
om bejaarde zusters bij toerbeurt eens per week op te zoeken;
- Echtparen: alleenstaande jongeren zondags - koffie en maaltijd aanbieden;
- Echtparen regeling om andere echtparen geregeld op te zoeken.
Daarnaast is er dan de herderlijke zorg voor oudere broeders. Ook daarbij kan men als herders onderling voeling houden zodat allen op hun tijd bezoek ontvangen.

VRAGEN BIJ 'PASTORALE ZORG'

1. Wat voor verschil is er of kan er zijn tussen de pastorale zorg in de Gemeente en de zorg van een zakenman voor zijn werknemers?

2. Welke funktie genoemd in Ef. 4:11 verbindt u bij uitstek met het begrip pastorale zorg?

3. Aan welke voorstelling van de gemeente (lichaam, huis, familie, kudde, bruid, volk) denkt u in het bijzonder bij het onderwerp van pastorale zorg? Waarom doet u dat?

4. Wie is de eerste schaapherder die in de Bijbel genoemd wordt? Noemt u nog eens een paar dienstknechten van God die schaapherder waren. Kent u ook herderinnen uit de Bijbel?

5. Wie is de eerste jager die in de Bijbel genoemd wordt. Noemt u nog eens een jager. Worden jagers ons ten voorbeeld gesteld?

6. Jagers zijn het tegenbeeld van herders. Kent u uit Jh 10 nog andere personen die een tegenbeeld van een (goede) herder zijn?

7. Wat mag een gewone herder wel met een schaap van zijn kudde doen, wat een geestelijke herder niet mag?

8. Waaraan gaan volgens Ezech. 34 de herders in Israël mank? Wat kan er volgens dat hoofdstuk bij sommige schapen mis zijn?

9. Voor welke gevaren worden herders (oudsten) gewaarschuwd in 1 Petr. 5:1-4?

10. Leid uit Joh. 10 af (a) hoe de verhouding van een herder tot zijn kudde moet zijn en (b) hoe de verhouding van het schaap tot de herder moet zijn.

11. Kunt u uit de Psalmen het beeld van God (van de Heer Jezus) als Herder belichten?

12. Geef met voorbeelden uit de evangeliën aan hoe de Heer Jezus zijn taak als Herder heeft vervuld?