Snel zoeken:
Echtscheiding en aanzitten aan het avondmaal

Betreft: Echtscheiding en aanzitten aan het avondmaal

Vraag Kan iemand die gescheiden is, zij het ook uit oorzaak van overspel van de tegenpartij, zijn (haar) plaats innemen aan de tafel des Heren? Mag zo iemand hertrouwen?

Antwoord:
Bij de beantwoording van die vraag zullen we wat de praktijk betreft een aantal gevallen moeten onderscheiden en wel de volgende:

a 1. Iemand scheidt omdat hij genoeg heeft van zijn partner. Deze daad is zondig en zo iemand is medeschuldig als de verstotene na de scheiding een verbinding met een andere partner aangaat.
a 2.Als de eerste persoon na de scheiding een huwelijk met een andere partner aangaat is dit de zonde van overspel.

b. Als iemand scheidt omdat de partner huwelijksontrouw pleegt (en in dat kwaad volhardt) dan kan men m.i. niet zeggen dat zo iemand overspel pleegt als hij of zij een huwelijksverbinding met een ander aangaat. Hier geldt volgens mij de uitzondering van Mt 19: 9. Er zijn echter uitleggers die hier niet van een uitzonderingsgeval willen spreken

c. Heel ernstig is het geval als iemand echtbreuk pleegt omdat hij of zij 'het met een ander houdt'. Hierop doelt Ml 2:13-16 waar we o.a lezen: ' Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israël '.

d. Tenslotte wil ik nog wijzen op het geval dat in een huwelijk de man of de vrouw tot bekering komt en de ongelovige partner niet meer met de ander verbonden wil zijn. Hierop doelt 1 Ko 7: 12-15. We lezen daar dat de gelovige partner in zo'n geval 'niet gebonden is.
Volgens sommigen betekent dat dat de gelovige een andere huwelijksband mag aangaan (mits in de Heer vgl. vs. 39).
Volgens anderen betekent het dat de gelovige partner niet gebonden is
koste wat het koste de huwelijksband wat de daarbij behorende dienstbaarheid betreft te handhaven, maar is het geen vrijbrief om met een ander.te hertrouwen

Echtscheiding is een heel ernstige en verdrietige zaak en in verband met verschillende uitleggingen van teksten is het heel moeilijk een antwoord te geven op de gestelde vraag. Het gevaar is ook dat een beantwoording in verband met de verschillende situaties erg 'technisch' overkomt. Toch wil ik proberen onder het nodige voorbehoud op de vraag in te gaan.

In geval a 1 kun je (nog) niet van overspel spreken toch is het een zondige daad. En de betrokken gelovige kan alleen aanzitten aan het avondmaal als hij / zij met oprecht berouw de zonde van het verstoten belijdt en als er nog herstel mogelijk is zo iemand alle pogingen tot herstel in het werk stelt.
In geval a 2 is er sprake van overspel. Zo iemand kan alleen weer aangenomen worden als hij/zij zijn/ haar schuld met oprecht berouw belijdt. Een herstel van de eerste huwelijks verhouding zit er niet in, een heel droevige toestand dus. Hier is veel wijsheid nodig om te peilen of het aangaan van het tweede huwelijk wel waarachtig als zonde beleden wordt.

Wat situatie b betreft is het beter dat de 'bedrogen' partner ongetrouwd blijft, maar als zo iemand toch trouwt mag je niet van overspel spreken. Wel kan zich afvragen in hoever deze 'bedrogen' partij mede schuldig aan de ontrouw van de ander (bijv. door verwaarlozing). Maar er is m.i. in principe geen belemmering dat zo iemand aanzit aan de tafel van de Heer.

Geval c is heel ernstig. Hier gaat het om schandelijke echtbreuk. Hier is diepgaande belijdenis vereist en moet de persoon mogelijk alles in het werk stellen om (als er geen tweede huwelijk aangegaan is) de oorspronkelijke huwelijkssituatie te herstellen. Ook hier is veel wijsheid vereist om het berouw te peilen.

In situatie d hebben we min of meer hetzelfde als in geval b, als het niet gebonden zijn ook inhoudt dat men volkomen vrij is van de huwelijksband en dus mag hertrouwen.

Bij deze vraagbeantwoording ben ik me ervan bewust dat zich in de diverse situaties allerlei variaties kunnen voordoen, maar met het bovenstaande is gepoogd een min of meer globale beantwoording te geven Daarbij ben ik uitgegaan van situaties die betrekking hebben op gelovigen.
Als de scheiding en eventueel het hertrouwen, vóór de bekering hebben plaatsgevonden, ligt het geval natuurlijk heel anders. De betreffende zal ook dat, zoals alles in zijn gehele leven, voor God beleden en het veroordeeld hebben. en dan is het net zo min een reden om zijn plaats niet te mogen innemen, dan als hij zonder te scheiden met meer vrouwen geleefd heeft, of een moord begaan heeft. Denk hierbij aan 1 Ko 6: 9-11.

Als morgen een Mohammedaan tot bekering komt, die tien vrouwen heeft en misschien al meerderen heeft weggezonden, dan hebben wij hem als broeder te ontvangen.
Volgens 1 Tm 3: 2 en 12 waren er in die tijd gelovigen in Efeze die meer dan één vrouw hadden; een overblijfsel van hun onbekeerde tijd. Ze mochten geen ambten bekleden. Maar dat ze overigens aan alle christelijke voorrechten deel hadden, blijkt wel hieruit, dat uitdrukkelijk gezegd moest worden, dat ze het belangrijke ambt van opziener niet konden bekleden.

Gods genade staat boven alles hoe ernstig wij ook ons leven 'verknald' kunnen hebben. Laten we die genade meer in het oog houden in de eerste plaats om kwaad te voorkomen en anders om na zonde tot herstel te komen.
Wat anders is dat de gevolgen van een verkeerde wandel niet altijd weggenomen worden.