Snel zoeken:
Wij stammen als 'heidenen' toch allen af van Kaïn of van Noach, die zich van God afgekeerd hebben, maar toch vóór die tijd tot Gods volk behoorden?

Romeinen 9:25
Betreft: Rm 9: 25

Vraag:
Wij stammen als 'heidenen' toch allen af van Kaïn of van Noach, die zich van God afgekeerd hebben, maar toch vóór die tijd tot Gods volk behoorden?

Antwoord:
Eerst even twee correcties:
1) Alle afstammelingen van Kaïn zijn in de zondvloed omgekomen, dus niemand die nu leeft stamt meer van Kaïn af. We zijn allemaal afstammelingen van Noach
2) Noach heeft wel gezondigd doordat hij zich bedronk, maar hij heeft zich niet van God afgewend.

Dan de vraag waarom het gaat. Voor de spraakverwarring te Babel( zie Gn 11) bestonden er geen volken en geen naties. Er was één gezamenlijke mensheid bestaande voor een deel uit gelovigen, voor een ander deel uit ongelovigen. Tenslotte echter vervielen allen tot afgoderij en daarop riep God één man, te weten Abraham uit U der Chaldeeën. Uit hem vormde God het volk Israël en dat was het volk van God. Alleen dat volk stond in relatie tot God; de andere volken stonden dat niet. (zie Dt 7: 7). De heidenen zijn dus nooit Gods volk geweest. Dat wil niet zeggen dat allen buiten het volk Israël daarom automatisch verloren waren. De vraag is namelijk wat ze met de taal van de schepping gedaan hebben (zie Rm. 2 vanaf vers 12 en de vragen met antwoorden die daarover gesteld zijn.