Snel zoeken:
Geestelijk hoererij?

1-Thessalonicenzen 4:3
Betreft: 1 Th 4:3,4

Vraag:
Als je je een positie probeert te verwerven ten koste van een ander; als je ontrouw bent ten opzichte van iemand, dan is dat -geestelijk gezien - toch ook hoererij?

Antwoord:
Hoererij kan een letterlijke en een geestelijke betekenis hebben. De letterlijke betekenis is dat je ontrouw bent aan je vrouw of aan je man. Dat is hier in 1Th 4:3,4 beslist de bedoeling. Het woordje 'zijn eigen vat' maakt dat duidelijk als we het vergelijken met 1 Pt 3:7.
In geestelijke of symbolische zin wordt het in de Bijbel alleen toegepast op ontrouw aan God. Als Israël God verliet en de afgoden ging dienen, of als het volk zich verbond met de heidense volken dan sprak God van hoererij. De in de vraag veronderstelde mogelijkheden zijn dus niet van toepassing, lijkt mij.