Snel zoeken:
Hoe moet je dit toepassen wat je kinderen betreft?

1-Thessalonicenzen 5:15
Betreft: 1 Th 5:15

Vraag:
Hoe moet je dit toepassen wat je kinderen betreft.? Ik ga er vanuit dat als ze gepest worden ze dan maar hun vuisten moeten laten zien, dan houden ze op. Anders hebben ze een gemakkelijke Œprooi¹ aan je.

Antwoord:
In de praktijk liggen hier zeker moeilijkheden. De tekst richt zich natuurlijk tot gelovigen, die de smaadheid van Christus moeten leren dragen. Bij kinderen gaat het er echter meestal niet om dat ze om Christus' wil gepest worden. Het betreft ruzies op school of in de omgeving van huis.
Nu kunnen we ons bezighouden met een oplossing voor het geval dat onze kinderen gepest worden. Afgezien van de vraag of het juist is ze te leren hun vuisten te gebruiken, moeten ze dat dan ook nog maar kunnen en wel zo dat ze de anderen afschrikken, anders krijgen ze nog meer 'op hun falie'.
Maar veel belangrijker is de vraag hoe we ze opvoeden zodat dergelijke pesterijen voorkomen worden. Nu zijn kinderen soms vreselijk onbarmhartig en soms zoeken ze slachtoffers om hun agressie bot te vieren. Bange, schuchtere kinderen worden dan het slachtoffer. Het is in dat geval van belang zulke kinderen zelfvertrouwen bij te brengen, zodat ze niet de aandacht op zich vestigen en ze niet het idee oproepen van: hem /haar kunnen we lekker pesten.
Het zoete, lieve jongetje/meisje in de klas, dat nergens aan mee doet, zal op het schoolplein vaak het mikpunt worden. We kunnen proberen zo'n kind de ogen te openen voor die situatie en hem helpen zijn gedrag te wijzigen zonder dat hij/zij natuurlijk in een ander uiterste vervalt en expres tegen de klasseorde ingaat. Leer ze met deze of gene vriendschap aan te gaan, zodat ze niet altijd in hun eentje op het schoolplein staan en zo de aandacht op zich vestigen.
Grote aanstellerigheid bij meisjes en eigenwijs opscheppen bij jongens roept eveneens reacties op. Ook hier zullen we de oorzaak moeten bestrijden in plaats van het gevolg.
Op school en op straat vindt een zekere groepsvorming plaats en vormt zich een groepsmentaliteit. Ieder die daar in sterke mate van afwijkt, vestigt de aandacht op zich, irriteert de groep en wordt gauw het object van plagerijen. We zullen onze kinderen dus moeten voorhouden, voorzover dat kan en het niet om verkeerde zaken gaat, zich ongedwongen binnen de groep te gedragen.
Dit is natuurlijk gemakkelijker door ons gezegd dan door het kind gedaan. Maar het is wel de beste weg. Overigens behoeven we de meeste kinderen niet te zeggen dat ze van 'zich af moeten bijten', ze doen dat uit zichzelf wel. Het zijn juist de hiervoor genoemde bedeesde kinderen die slachtoffer worden van pesterijen en dat zijn meestal degenen, die met het advies hun vuisten te laten zien juist niet gediend zijn. Hier is zelfvertrouwen bijbrengen en ze voorhouden zich niet af te zonderen van het geheel de wijste weg om het probleem op te lossen.