Snel zoeken:
090 Twee poorten, twee bomen, twee huizen

Mattheüs 7:13
De Heer Jezus besluit de zogenaamde bergrede met het vermelden van drie leerrijke beelden, die ik in dit schema wil toelichten. Zie Mt 7:13-27.

Twee poorten
- De twee poorten verschillen heel duidelijk van elkaar, de een is nauw,
de ander is wijd, je kunt ze dus direkt herkennen;
- de poorten geven niet direkt toegang tot iemands eindbestemming,
hetzij het verderf, hetzij het leven. Nee, ze staan aan het begin van een
levensweg die aangeduid wordt als een brede weg die ligt achter de
wijde poort en als een smalle weg die achter de nauwe poort ligt;
- de poorten staan dus niet aan het eind van iemands leven, maar ook
niet aan het begin. Ze zien niet op iemands geboorte. Je wordt niet
door je geboorte op de ene of de andere weg geplaatst. Je gaat door
de poort heen en dat heeft te maken met een keuze;
- door de wijde poort gaan velen, vaak zonder er bij na te denken. De
nauwe poort moet gevonden worden en er zijn maar weinigen die door
die poort de smalle weg opgaan.

Als iemand het woord van de Heer Jezus hoort, zich tot God bekeert en in Zijn Zoon gelooft gaat hij binnen door de enge poort en betreedt hij de weg naar het leven.
Als iemand aan de boodschap geen gehoor geeft, maar zijn leven zelf wil bepalen dan gaat hij door de wijde poort en betreedt hij de weg die naar het verderf voert.
De Schrift laat zien dat als iemand gekozen heeft voor de wijde poort en de brede weg er nog wel veranderinjg mogelijk is zoals dat met de misdadiger op het kruis het geval was.

Twee bomen
- het tweede beeld betreft twee bomen, te weten goede bomen en
bedorven of slechte bomen;
- er wordt niet gezegd, dat je ze aan de stam of de bladeren kunt
herkennen, maar aan de vruchten;
- de goede boom brengt mooie of goede vruchten voort, de slechte boom
daarentegen slechte vruchten.

Dit beeld slaat op mensen die zich opwerpen als profeten van God. De Heer waarschuwt voor de valse profeten, die uiterlijk lijken op schapen, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. De vraag is dus of iemand spreekt en handelt in overeenstemming met het woord van God ja dan wel nee. Dat is de toetssteen.

Twee huizen
- beide bouwers hebben de noodzaak ingezien om een huis te hebben
om erin te gaan wonen. Ze slagen erin om daarin te voorzien;
- van de twee huizen wordt niet gezegd, dat ze uiterlijk verschillen. Ze
kunnen van dezelfde soort stenen gebouwd zijn;
- er wordt ook niet gezegd dat ze wat de constructie betreft verschillen;
- ze ervaren dezelfde omstandigheden. Beide staan bloot aan een
vreselijke regenbui en aan hevige storm;
- de huizen verschillen echter in de grondslag waarop ze zijn gebouwd.
De ene persoon bouwt op een rots, de andere bouwt zijn huis op het
zand;
- bij het begin van de bouw komt al uit dat de een dwaas is en de ander
wijs. Als de storm opsteekt blijkt de wijsheid van de een en de
dwaasheid van de ander. Het huis op de rots blijft staan, het huis op
het zand valt en zijn val is groot..

Als toepassing zegt de Heer dat het erop aankomt zijn woorden te horen en ze te doen.

Leren wij de les van deze tweetallen?? Merken we op dat het maar niet gaat om verschillende onbelangrijke details, maar om beginselen die van levensbelang zijn en dat die beginselen niet te maken hebben met theorie, maar met de praktijk van ons leven en dat ze zien op een keuze die mens maakt.