Snel zoeken:
011 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 03:01-04 (a) > nr. 503

Mattheüs 3:1
Een prediking in de woestijn Mt 03:01-04

Voordat de Heer Jezus zijn dienst in Israël begint treedt Johannes de Doper op Aan de Messias (de Koning) gaat de heraut vooraf. En wat is het werkterrein van de Heraut?Is het Jeruzalem met zijn prachtige tempel? Predikt hij de komst van de Verlosser in de straten van de heilige stad? Neen! Hij predikt in de woestijn van Judea! Dat is niet toevallig. Volgens de profeet Jesaja moest Johannes zijn: “een stem van een die roept in de woestijn”. Deze profetie moest vervuld worden.
Maar daarmee is niet alles gezegd natuurlijk. Want nu blijft nog de vraag waarom Jesaja de voorloper van de Heer Jezus in de woestijn ‘plaatste’. Is het niet hierom, dat Johannes daarmee moest aangeven hoe dor en doods de toestand onder onder Israël was? Geestelijk bevonden de Joden zich in een woestijn, en daar kwam de Heer hen opzoeken . Om Johannes te horen moesten ze Jeruzalem met zijn tempel verlaten en de woestijn ingaan. Johannes was evenals Elia een boetgezant. Evenals de laatste verkeerde hij in de eenzaamheid. De woestijn was voor hem en zijn prediking de gepaste entourage. Daardoor werden de Joden opgeroepen hun dode toestand voor God te erkennen.; dan pas zou er zegen komen. Maar hetzelfde geldt ook nu nog voor ons. Wie tevreden is met ‘zijn Jeruzalem’ en ‘zijn temp[el’ (lees: kerkt etc.), met uiterlijke godsdienstigheid enz. , die is nog niet in de juiste hartetoestand om het heil van God te ontvangen,
Bekeert u. Dit wordt nog duidelijker uit de prediking van Johannes. Zijn boodschap luidt: Bekeert u...
Het woord ‘bekering’ heeft helaas bij ons een vreemde inhoud gekregen. De een verstaat er een heel bijzondere belevenis onder, het zien van visioenen, een bijzondere bevinding, waaruit men mag opmaken tot het ‘volkje Sions’ te behoren. Een ander meent, dat ieder die Christelijk is, die naar klerk of godsdienstige bijeenkomst gaat , ook vanzelfsprekend bekeerd is. In het ene geval wordt het woord te zwaar belast en in het andere wordt het uitgehold.
Wat houdt bekering dan wel in? Het betekent: berouw hebben, geheel anders over jezelf en God gaan denken, jezelf oordelen. Met deze inwendige gemoedsverandering gaat ook een uiterlijke omkeer gepaard. Die levensverandering wordt ook met het woord bekering aangeduid (althans in onze Nederlandse vertaling; in het Grieks staat er een ander woord).
Een mooie illustratie van bekering ontdekte ik aan het strand, Een aantal badgasten vermaakte zich in de golven. Met de rug naar het strand doken ze in de aanrollende golven. Ze hadden daarbij het grootste plezier. Daarbij merkten ze niet dat ze zich steeds verder in zee waagden. De strandwacht zag het gevaar en begon op zijn toeter ter blazen. Geen van de baders keek echter om. Ze hoorden wel vaag het geluid van de toeter, maar ze hadden niet in de gaten dat ‘t voor hen bedoeld was. Zo is het ook met het evangelie. De mens leeft zorgeloos voort en vermaakt zich in dit leven. De roep van het evangelie om zich tot God te bekeren weerklinkt, maar men is zich niet bewust, of wil zich niet bewust zijn dat die roep voor ons bedoeld is. Nee, die geldt alleen dronkelappen en zulk volk!
Zo bereikte bij onze baders het geluid van de toeter wel het oor, maar niet het hart. Totdat...ze een beetje het trekken van de onderstroom begonnen te voelen. Bij een enkeling sloeg plotseling het zand weg onder de voeten. Toen veranderde de situatie! In plaats van vrolijk in de golven te duiken en plezier te maken werden ze onrustig. Ze kregen oog voor het gevaarlijke van hun toestand. Kijk, dat illustreert de gemoedsverandering die bij bekering plaatsvindt. Toen het geld op was en de vrienden weg waren, was de verloren zoon niet meer zo vrolijk. Toen kwam er berouw, dat hij het huis van zijn vader de rug had toegekeerd en zijn leven vergooid had. Maar deze innerlijke omkeer ging gepaard met een uitwendige. Onze badgasten hadden nu de rug naar de zee gekeerd en probeerden uit alle macht het strand te bereiken. De verloren zoon zei niet alleen: Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, nee hij deed het ook! Daar hebt u de beide elementen van bekering geïllustreerd. door de badgasten en door de verloren zoon uit de gelijkenis.
En de grote vraag is dus: Hebt u zich al bekeerd? Heeft u berouw gehad over uw zonden? Heeft u erkend zondig van aard te zijn? En heeft u zich omgewend tot God om de redding die er is, door het kruis van de Heer Jezus te aanvaarden?