005 Sinterklaasgedicht voor de Fakkelmedewerkers 1995 |
Voor alle ‘Fakkeldragers’ Op één van mijn verkenningsreizen door ‘t lage deel van Nederland, liet ik mij door Piet twee winkels wijzen: in één jaar kwamen die tot stand Het waren, zo zei Piet, twee loten van een heel bekende stam. Niemand heeft zich eraan gestoten dat geen de ‘fakkel’naam aannam We gingen stiekempjes naar binnen en merkten al behoorlijk gauw: dezelfde geest, dezelfde zinnen de Fakkel eigen en getrouw. Nu met zijn zeventigen samen op vier plaatsen, maar één geheel. Dat vind je, zo moest Piet beamen, in de wereld toch echt niet veel. We moeten dat maar samen vieren en dat op mijn verjaardagsfeest. Laat dus de blijdschap welig tieren, ikzelf geniet nog haast het meest. Voor allen die de Fakkel-dragen -vrijwilliger of vaste kracht- wordt iets lekkers voor hun magen in driemaal L. plus R gebracht. De Sint en Piet |
![]() |
||
|
||
|
||
|
||