007 Sinterklaasgedicht pen |
Van Sint en Piet De edele schrijfkunst van weleer kent men helaas al lang niet meer. De ganzeveder met halen, korte en lange werd door de gevulde pen vervangen. De inktpot stond al gauw droevig te treuren, om wat hij en de kroontjespen zagen gebeuren: men deed of ze niet meer bestonden toen de ballpoint werd uitgevonden. Het was met het ‘schoonschrift’ toen gedaan je kon nu sneller over het papier heen gaan. In Amerika, het land der ongekende kansen leerden ze je met vingers over toetsen dansen: de typ-machien werd uitgevonden nu werden slechts getypte brieven verzonden. Het stompzinnig mechanisch schrijven zag kans het handschrift geheel te verdrijven. Het machinegeratel op kantoren kon je het hele gebouw door horen. Vrachten domweg getikte brieven produceerde men naar believen. De ontwikkeling was sinsdien niet te stuiten een stelletje loze Amerikaanse guiten construeerden de computer die werd met veel propaganda-getoeter op de europese markt gebracht, en vlugger dan menigeen had gedacht verdween de typmachine holderdebolder naar een vergeten plek ergens op zolder. Wilde je jezelf nog respecteren dan hoorde je de computertaal te leren. Megabytes, cd roms en zulk soort woorden gingen onze taal weldra vermoorden. Met het schoonschrift was het gedaan, het taalgebruik zal dezelfde kant op gaan. Maar stil, alle hoop is nog niet verloren van een computerfanaat kreeg Sint te horen, dat hij wel een goede pen zou willen ontvangen. Als oude man was ik dolblij met dit verlangen dat mij herinnerde aan vroegere gloriedagen toen de pen nog een goed hart werd toegedragen. Maar wat heb ik vreselijk moeten zoeken om bij het kopen resultaat te boeken. In boekwinkels werd ik meewarig aangekeken toen ik het woord ‘pen’ uit ging spreken. Als ik van de ene winkel in de andere wandel hoor ik::’ pennen, sint? die zijn uit de handel. Een jongste bediende zei bovendien: ‘Zo’n ding heb ik nog nooit gezien!’, Zo iets snijdt me door het hart en ik had haast met grote smart mijn zoektocht opgegeven, toen een idee mij op deed leven: Een antiekzaak dat is je ware, misschien dat ze daar nog pennen sparen. En ja, ik kon mijn geluk haast niet op: ik tikte er daar nog eente op de kop. Henk-Jan, ik hoop dat je op deze heel erg zuinig zult wezen, want -en dit te moeten zeggen valt me heel erg zwaar- de verkoper zei: dit is ‘s werelds laatste exemplaar. |
![]() |
||
|
||
|
||
|
||