Snel zoeken:
Kinderdoop: antwoorden op vragen over de kinderd0op

Een aantal opmerkingen in verband met de kinderdoop en de weerlegging van een aantal argumenten die men in verband daarmee aanvoert.

1. God heeft met Abraham een verbond opgericht, waarbij Hij hem een groot nageslacht beloofde en het bezit van het land Kanaän toezegde. Van dit verbond of dit aspect van het verbond is de besnijdenis het teken.

2 Nergens staat dat de besnijdenis van de Israelieten voor die Israelieten een zegel van de gerechtigheid van het geloof was. Dat staat er alleen van Abraham (zie Rom. 4:11). Het hele betoog van Paulus zou hij ondermijnen als de besnijdenis voor Izak een zegel van de gerechtigheid zou zijn terwijl hij nog niet geloofde. Het gaat de apostel er juist om dat Abraham het geloof gerekend werd tot gerechtigheid terwijl hij niet besneden was. Bij zijn nakomelingen was dat juist andersom, zij werden eerst besneden en kwamen (hopelijk) pas later tot geloof.

2 Dat Christus kinderen omhelsd heeft en gezegend is waar. Maar als ze gedoopt hadden moeten worden (toen uiteraard nog met de doop van Johannes) dan hadden de discipelen ze beslist niet teruggestoten.

3 Nergens in de Bijbel staat dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Dit is een afgeleide theorie, die.als ze juist zou zijn alleen zou gelden voor geestelijke kinderen van Abraham, d.w.z. voor gelovigen. door het geloof.

4 Zij die alle nadruk leggen op het verbond en op de kinderdoop kunnen Israël eigenlijk geen toekomst meer toekennen. Het strijdt met hun systeem.

5 Messiasbelijdende Joden zijn meestal tegenstanders zijn van de kinderdoopen dat is in het licht van het voorgaande wel begrijpelijk. Maar of het juist is dat zij hun kinderen besnijden, de Joodse feesten houden e.d. is voor mij de vraag. Dat Paulus en de Joodse christenen dat in de overgangstijd deden, die in het boek de Handelingen beschreven wordt is, is te begrijpen. Maar toen God de tempel liet verwoesten kwam er aan de Joodse eredienst een eind. En Joden als Da Costa e.d. hebben wel de band met het Joodse volk gevoeld als verwanten naar het vlees, maar ze hebben zover ik weet, niet meer de Joodse godsdienst gedeeltelijk nog onderhouden.

6 Ook ben ik het niet eens met de opvatting van velen dat er onder het Joodse volk niet geevangeliseerd moet worden. Het zendingsbevel geldt nog steeds. Wel hebben wij christenen een hoop boter op ons hoofd door de behandeling die we de Joden hebben laten ondergaan. En we zullen ons dus heel bescheiden hebben op te stellen, maar dat verandert niets aan het principe zelf.