Snel zoeken:
214 Het Johannesevangelie in Vogelvlucht 4:43-54

Johannes 4:43
De tekenen bewijzen dat Jezus de Messias is

In het eerste deel van de Bijbel, we noemen dat het Oude Testament stond - al eeuwen voordat Jezus van Nazareth onder Israël optrad - vermeld dat de komende Verlosser herkend zou kunnen worden aan de vele tekenen die Hij zou doen. Jezus van Nazareth deed die tekenen en wonderen ook inderdaad en voor diverse Joden uit zijn tijd was dat het bewijs dat Hij de beloofde Redder was. Voor velen was dat echter niet meer dan een verstandelijke overtuiging. Hun hart was helaas niet geraakt. Hoe heel anders was at bij de hofbeambte uit Kapernaüm wiens zoon heel ernstig ziek was. Hij hoorde dat Jezus Christus voor de tweede maal in Kana was gekomen, waar Hij het water in wijn had veranderd. Prompt ging Hij hem opzoeken en vroeg Hem zijn zoon gezond te maken.
Er waren nogal wat omstanders van deze ontmoeting getuige. Ze hadden met Jezus, de profeet uit hun eigen gebied, niet veel op. Zij krijgen uit de mond van Jezus Christus het verwijt te horen: 'Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet’. De hofbeambte herhaalt daarop zijn vraag nog eens. Hij is erg ongerust want straks is zijn zoon dood voordat ze in Kapernaüm zijn aangekomen.. Jezus Christus hoeft echter helemaal niet naar Kapernaüm te gaan om zijn zoon te genezen. Integendeel Hij zegt: ‘Ga maar terug, je zoon leeft’. Aanvaardt de man deze boodschap of niet? Gelooft Hij de rabbi op diens woord of moet hij het eerst zien? Daar komt het nu op aan en gelukkig de hofbeambe dringt er niet op aan dat Jezus met hem mee zal gaan. Hij gelooft Hem op zijn woord en als hij vlak bij huis is, komen ze knechten hem al tegemoet met de blijde boodschap dat zijn jongen genezen is. Hij geloofde het nog voordat hij het zag.
Tegenwoordig zijn er diverse mensen die zeggen, dat ze geweldige tekenen kunnen doen. Ze houden grote campagnes. In veel gevallen gebeurt er echter niets bijzonders en stellen ze hun gehoor teleur. Maar dat niet alleen ze appelleren op wat de mensen willen zien. Zo'n sensationele drang bij zijn gehoor heeft Jezus Christus echter altijd bestraft. Hij heeft het belangrijke woord gesproken: ‘Zalig zij die niet zien en toch geloven’. geloven in het evangelie, de blijde boodschap, daar komt het op aan. Niet de sensatielust moet gestild, maar het geweten moet geraakt. Wil iemand gered worden, dan moet hij besef hebben van zijn schuld door de verkeerde daden die hij heeft gedaan. Alleen in dat geval komt er een ware bekering en een levend geloof in Jezus Christus en niet een 'teken-geloof' dat weg ebt als de tekenen uit blijven.