Snel zoeken:
De inwonende zonde

Iemand zat met het probleem dat ze nog steeds merkte dat er zonde in haar was. Dit is voor velen een probleem en ik wil daar graag op ingaan in een soort persoonlijk schrijven..

Laat me beginnen met een stelling die iemand eens zo formuleerde;
a. Ieder die in Jezus Christus gelooft, is vrij van het oordeel over de zonde (zie Rom. 8:3; 2Kor. 5:21);
b. Christus geeft ons de kracht om vrij te zijn van de macht van de zonde (Rom. 6:12-14);
c. Als straks de Heer komt, maakt Hij ons vrij van de inwoning van de zonde (Fil. 3:20,21)

Nu zit jij me het probleem van punt b. Je schrijft dat je nog steeds op dezelfde manier zondigt als vroeger. Misschien kan de volgende anekdote je helpen: Een evangelist logeerde bij een echtpaar waarvan de vrouw twijfelde aan haar behoud, want - zo zei ze tegen haar gast - ‘ik zondig nog elke dag’. De man gaf haar enkele aanwijzingen over het verschil tussen onze positie in Christus die eens voor altijd geregeld is en onze praktische levenswandel waarin we nog wel te kort schieten. Het hielp haar echter niet over haar depressie heen. Hij ging huisbezoeken maken en kwam ‘s avonds weer op zijn logeer-adres. Toen ze koffie dronken zei hij tegen zijn gastvrouw: ‘ Kunt u mij vertellen wat u vandaag gedaan hebt?’. De vrouw vond het wel een beetje vreemde vraag en haar man snapte ook niet wat de evangelist daar nu mee te maken had. Maar de vrouw vertelde dat ze het huis op orde had gebracht, dat de kleren had versteld, eten gekookt en zo enkele dingen meer. De evangelist luisterde toe en zei toen: ‘ Tot nu toe heb ik nog geen enkele zonde vernomen die u gedaan hebt en u zei van morgen dat u nog elke dag zondigde’.
Al gauw bleek dat deze zuster in het geloof twee dingen verwarde, namelijk het constateren dat ze nog steeds een zondige natuur had ....met daadwerkelijk zondigen.
Misschien kan dat bij jou ook zo zijn. Een zondige natuur houden we tot onze dood of totdat Jezus Christus weerkomt. En we merken het ook wel dat we die natuur hebben, maar dat is nog wat anders dan dat we die natuur laten werken en daadwerkelijk zondigen: liegen, stelen, kwaadspreken en noem maar op.
De kwestie is dat we eigenlijk veel te veel aandacht geven aan dat zondige ik van ons. Dan zijn we met onszelf bezig en met onze tekorten en komen we hoe langer hoe dieper in de put. We moeten geloven dat onze natuur geoordeeld is en ons oog richten op de positieve dingen en op wat Christus voor ons heeft gedaan en hoe Hij ons voorgeleefd heeft.
Probeer dat praktisch te doen en daar ook levensvulling aan te geven. Dat kan gezien het verleden wel eens moeilijk zijn, maar dat is toch de bijbelse weg. Daarbij wens ik je veel sterkte van de Heer toe.