b De man te Bethesda Johannes 5:1 |
Wat hij was 1 zijn toestand: hij was 38 jaar ziek (vs 5) 2 verstoken van hulp: ik heb geen mens om mij in de vijver te werpen (vs 7) 3 teleurgesteld: als hij naar het water ging was een ander hem voor (vs 7) Wat hij deed 1 Wachten en wachten 2 Proberen in het water te komen, maar tevergeefs Wat hem gevraagd werd 1 Wil je gezond worden (vs 6) Wat hij meemaakte 1 Hij kreeg het bevel om op te staan (vs 9) 2 Hij werd meteen gezond, nam zijn rustbed op en wandelde(vs 9) Wat men hem verweet 1 Dat hij op sabbat 'werkte' door zijn rustbed te dragen (10) Wat hij daarop antwoordde 1 Dat de mens die hem gezond gemaakt had, gezegd had op te staan en zijn bed op te menen en ermee te wandelen (11) Wat hem gevraagd werd 1 Wie is de mens die dat gezegd heeft (vs 12) Wat hij niet wist 1 Dat die mens Jezus was (vs 13) Waar Jezus hem vond en wat Hij zei 1 In de tempel (daar was hij dus heengegaan.....om te offeren?) 2 Zondig voortaan niet meer (vs 14). Zijn ziekte was dus het gevolg van zonde Wat hij getuigde 1 Dat het Jezus was die hem genezen had (15) |
![]() |
||
|
||
|
||
|
||