b De val van David 2-Samuël 12:5 |
Davids val (2 Sm 12): 1 Zijn geweten begon nog niet te spreken:"Die man is een kind des doods" vs 5 2 Dan de 'mep' in zijn gezicht:"Gij zijt die man" vs 7 3 En zijn geweten gaat spreken:"Ik heb tegen de Here gezondigd" vs 13 4 Daarop ontvangt hij vergeving"De Here heeft uw zonde vergeven " vs 13 5 Hoe hij zich vernederde:"liggend op de grond" vs 16 |
![]() |
||
|
||
|
||
|
||