|
175 Meester, het komt wel in orde
| Meester, het komt wel in orde l
Het was een uitgerekend, lui stelletje in die vierde Mulo-klas. Vanaf de eerste hadden we ze achter de broek gezeten. Niets hielp. Goed- schiks of kwaadschiks, er was niets mee te beginnen. Op alle raad en vernietigende critiek namen ze een houding aan van: "Meester, het komt best in orde. Het loopt zo'n vaart niet. We zijn heus niet zo slecht. Nee, dat komt best voor elkaar!" Ja, zo zijn kinderen. Zij hebben hun normen en die moeten de examinatoren maar accepteren. Straks komt de ontgoocheling. De examendag breekt aan en spijtig verbeten gezichten, die pogen de opwellende tranen te verbergen, tonen genoeg.
Zo zijn kinderen! ja, maar zijn volwassenen beter? U wilt eenmaal de hemel binnengaan? U wilt het leven beërven? Denkt u er wel om, dan moet u.... "0, maar mijnheer, dat komt best in orde, hoor. Wij komen er best. Wij zijn zo slecht nog niet" Ik vraag u echter: "Neemt God genoegen met uw normen? Zoudt u niet eens naar Hem willen luisteren?" "Allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid Gods." Is het nu wel in orde? U komt hopeloos tekort. Is u nog niet zo slecht? We luisteren nog eens: "Daar is niemand, die goed doet, niet tot één toe." Om de hemel binnen te gaan, moet u beantwoorden aan Gods eisen. Een God, die heilig is en een ontoegankelijk licht bewoont, kan ons zondaars maar niet zo accepteren. Zonde eist straf. Kwaad eist vergelding. Wie denkt, dat het zo wel in orde komt, zal bedrogen uitkomen. Al uw zonden getuigen tegen u. Een eeuwige toorn van God staat klaar over u los te barsten. Hoe zullen we echter ooit voor die God kunnen verschijnen, zonder verdoemd te worden? Ons van onze zonden bevrijden kunnen we niet. Er is echter een oplossing. God heeft de mensen lief. Ook u heeft Hij lief. Toch zal Hij u om uw zonden moeten veroordelen. Zijn liefde vond echter een uitredding. Er is een plaatsvervanger. Denk u even het geval in, dat een jongeman uit de vorige eeuw ging loten voor de militaire dienst. Lootte hij er in en kon zijn vader het betalen, dan was er vaak voor geld een remplacant, een plaatsvervanger te verkrijgen. Wel, zo is Jezus Christus gekomen op deze aarde. Hij heeft als mens hier geleefd. Wat wij hadden moeten doen als schepselen van God, deed Hij: Hij eerde Zijn Vader gedurende Zijn ganse
leven. Maar Hij deed meer. Hij stierf op bet kruis. Daar nam Hij onze plaats in. Alle zonden van hen, die Hem als hun plaatsvervanger zouden aanvaarden, droeg Hij daar. Om die zonden werd Hij van God verlaten. Hij droeg Gods toorn in onze plaats. Wie nu in 't geloof die Jezus als zijn Heer en Heiland aanvaardt, kan de Hemel binnengaan. Aan het kruis stierf Christus beladen met onze zonden. Nu zit Hij aan de rechterhand van God. Hoe kan Hij daar zitten als de last van onze schuld nog op hem rustte? Neen, die rust niet meer op Hem. Door Zijn zoendood zijn alle zonden weggedaan, voor degene die gelooft. Mogen wij u uitnodigen in 't geloof tot Christus te gaan? Dan kunt u met recht zeggen wat uw gaan naar de hemel betreft: Het komt in orde, want Christus stierf voor mij. |
|