c Vergeven en vergeten |
VERGEVING: illustratie Luk. 7:36-50 Wij hebben vergeving nodig We zijn van God afgeweken. We zijn zondaars van aard. We hebben gezondigd. Rom. 3:10, 12, 22, 23. God wil vergeven. Hij is een vergevend God 'Gij zijt een God van vergeving' Neh. 9:17; 'Bij de HERE, onze God is barmhartigheid en vergeving' Dan. 9:9; 'Wie is een God als Gij, de ongerechtigheid vergeeft' Micha 7:18. God kan vergeven Niet vanzelfsprekend, zie Ex. 23:7; 34:7; Zonder bloedstorting is er geen vergeving zie Hebr. 9:22; Christus stortte zijn bloed zie Matt. 26:28; In Leviticus genoemd i.v.m. de offers Lev. 4:20. Christus vergaf al tijdens zijn leven Verlamde vier vrienden Matt. 9:2; Mark. 2:5, 10; Zondares Luk. 7:47, 48. Opdracht tot prediking na het kruis Luk. 24:47 Discipelen predikten het Voorwaarde: bekering Hand. 2:38; 3:19. Ieder die gelooft bezit vergeving Ef. 1:7; 4:32; Kol. 1:14; 2:13; 3:13, vgl. 1 Joh. 2:12. Tweeërlei vergeving - Als zondaars vergeving van God - eeuwigheid - voorwaarde bekering; - Als kinderen vergeving van de Vader - gemeenschap - voorwaarde belijdenis 1 Joh. 1:9; Na zondige wandel van de gelovige - inkeer Luk. 22:32. Kenmerken van Gods vergeving - Alle zonden - Ps. 103:3 (Matt. 12:31); - Altijd weer - Jes. 55:7; Matt. 18:21, 22; Luk. 17:4; - Graag, van harte - Ps. 86:5 (vgl. Matt. 18:35); - Voor altijd - Jer. 31:34. Illustrerende vergelijkingen van gedenkt ze niet meer d.i: Brengt ze niet meer in rekening - Zo ver het Oosten is van het Westen, - niet van N naar Z Ps. 103:12; - Achter uw rug geworpen, - God keert zich niet om Jes. 38:17; - Weggevaagd als een nevel/wolk, - Geen condensatie Jes. 44:22; - In diepten der zee - Verboden te vissen Micha 7:19. Wij behoren te vergeven Zoals God ons vergeven heeft - Ef. 4:32; Kol. 3:13. 'Vergeten' Anecdote van man die op zijn ziekbed zijn broer tenslotte vergaf, maar zei toen die wegging: 'Maar als ik beter wordt geldt het niet'. |
![]() |
||
|
||
|
||
|
||