Het onderstaande is geen artikel over de beweging van de zogenaamde ‘Go-preachers’, maar een weergave van wat ik van deze beweging via allerlei ‘kanalen’ gehoord heb. Daar ze geen literatuur uitgeven is de enige weg iets van ze te weten te komen af te gaan op hun prediking en op wat ‘leden’ of ‘ex-leden’ over deze beweging te vertellen hebben. Deze weergave is een antwoord op een brief van iemand die met deze beweging in vergaand contact gekomen is. Het karakter van een brief heb ik min of meer gehandhaafd.
Contact in Amersfoort
Voor het eerst hoorde ik van deze beweging in mijn jeugd in Amersfoort. Mijn oom had contact met een gezin in een straat achter de onze. Met een andere oom van mij is hij er eens heen gegaan. Het bleek dat ze elke zondag avondmaal vierden, maar van een opbouwend contact is nooit wat gekomen.
Contact in militaire dienst
In militaire dienst lag er bij mij op de kamer een soldaat uit Apeldoorn die Pater heette en wiens ouders tot deze beweging hoorden. Ik vroeg hem hoe het in de samenkomst toeging, maar volgens hem mocht hij niet bij de avondmaalsviering zijn, zolang hij nog niet wedergeboren was (??). Wel nodigde hij mij uit voor een bijeenkomst in Zwolle (we lagen in Kampen) waar het evangelie gebracht zou worden. Daar ben ik met hem heen geweest. De predikers spraken over de bekering van de ‘ Moorman’ en legden alle nadruk op ‘de weg’ die van Jeruzalem afliep en die woest was. Op die weg moest je zijn, op de weg van Jezus.. Op zichzelf was daar niets tegen in te brengen, ook in de liederen die we zongen kon ik geen verkeerde leer ontdekken. Toch was ik sceptisch omdat alle nadruk gelegd werd op het uitgaan en bewandelen van deze weg. Toen ik later hoorde dat ze in Engelssprekende landen de ‘Go-preachers’, de Ga-uit-predikers, genoemd werden, kon ik die naam direct ‘plaatsen’.
Contact in Oude Leije
Toen mijn broer met br. Vink in Friesland ging evangeliseren kwam hij bij het colporteren in Oude Leije, een dorpje in de buurt van Stiens, bij een boerderij waar de boer hem vroeg of hij een van die twee predikers was die straatprediking gehouden hadden. Mijn broer bevestigde dat en toen ontspon zich een gesprek. De man had veel kritiek op de ‘kerk’. In veel daarvan kon mijn broer zich wel vinden, maar toch ging hem de kritiek van de boer te ver en hij opperde dat er gelukkig toch nog wel goede predikanten waren. ‘Zo, denkt u dat’ opperde de man. Hij was het daar niet mee eens en dat betekende meteen het einde van het gesprek. Bij deze man werden aan huis regelmatig samenkomsten gehouden, zo bleek uit contact met andere dorpsbewoners.
Nu had br. Vink een Engels boek waarin allerlei sekten besproken werden en het bleek dat deze groep er ook in beschreven werd. Een van de kenmerken die in dat boek stonden was dat deze beweging geen geschreven leer uitgaf, ook was er geen centraal-adres waar je informatie kon vragen. De predikers gingen altijd twee aan twee uit en waren (verplicht?) ongetrouwd. Zij gaven ook geen adres op, maar werkten altijd met post restant. Om het feit dat de predikers altijd twee aan twee uitgingen noemden wij ze ‘onder elkaar de ‘Tweedammers’ maar dat even terzijde.
Contact door de Mobiele Zaal
Wat later stonden we met onze Mobiele Evangelisatiezaal in Driesum en daar kreeg ik contact met een vrouw die onze zaal bezocht. Bij een huisbezoek bleek dat zij vroeger tot deze beweging had behoord en in Oude Leije contact met de beweging had gehad. Ze was echter uitgestoten omdat ze met een ongelovige man getrouwd was. Ik vroeg haar of het waar was, dat men alleen hen als wedergeboren beschouwde die door hun prediking tot bekering gekomen waren. Zij zei dat dat niet zo openlijk werd geleerd, maar dat het er wel op neer kwam. Toen ik haar vroeg wat het verschil was tussen de prediking die ze bij deze predikers had gehoord en de boodschap die ze in de Mobiele Zaal hoorde, zei ze:’dat is precies hetzelfde verschil als met Jehovah’s-getuigen, namelijk dat je zelf je verlossing moest bewerken’.
Om dit verschilo op te merken moet je de predikers vaker beluisterd hebben of via anderen meer van ze te weten zijn gekomen. Ik herinner me nog dat een vriend van mij hun tentsamenkomst bezocht en later tegen mij zei, dat hij niets onzuivers in hun prediking had opgemerkt. Met wat ik toen al wist merkte ik tegen hem op dat er toch iets met deze beweging niet klopte.
Het beeld wordt completer
Het beeld dat we hadden van deze beweging werd steeds completer. Ze leggen veel nadruk op het uiterlijk: geen sieraden, hoofdbedekking, heel ‘zedige’ kleding, enz. Verder staan ze tegenover de gevestigde kerken min of meer vijandig. Ik merkte dat op tijdens het colporteren in een dorp toen ik bij iemand aan de deur kwam die zich pas bij deze beweging had aangesloten. Hij begon meteen zijn kritiek te spuien op de kerken en had er geen goed woord voor over. Ik deed dezelfde ervaring op als mijn broer in Oude Leije had opgedaan.
Dat er in de diverse kerken nog veel echte geloigen zich bevinden wil er bij hen niet in.
Omdat er twee predikers in Friesland met een tent werkten, kregen we vaak vragen over deze beweging en hun prediking. Ik gebruikte dan de volgende vergelijking om het verschil van hun evangelieprediking met die van de Bijbel duidelijk te maken en stelde: als zij over de gelijkenis van het verloren schaap prediken moeten ze het volgens hun leer zo weergeven dat de herder het schaap gaat opzoeken waarbij hij zich tot bloedens toe verwondt, vervolgens zegt hij tegen het schaap: ‘dit heb Ik voor je over gehad, kom nu en blijf mij volgen dan kom je bij de kudde terug. Uiteindelijk is het dus ‘zelfverlossing’.
Nog een toelichting. Een kennis van mij had contact met een persoon uit deze beweging en daarbij hadden ze het over een jongeman die door een ongeluk om het leven was gekomen. Volgens deze persoon was deze jongen voor eeuwig verloren. De kennis van mij merkte op dat hij zich in zijn laatste levensogenblikken toch nog wel had kunnen bekeren omdat hij de boodschap van het evangelie vroeger wel gehoord had. Zijn gesprekspartner merkte op ‘O ja meent u dat, maar dat kan helemaal niet’ en daarmee bloedde het gesprek dood.
Christus uit God geschapen
Mijn briefschrijver vroeg mijn mening over een van hun leerstellingen die hij in deze beweging had vernomen en vroeg mijn commentaar daarop. Ze leren namelijk dat Christus uit God geschapen is. Dat zou inhouden dat Christus een begin gehad heeft en dat niet als de Mens Christus Jezus, want dat is natuurlijk het geval, maar ook als Zoon van God. Maar dan is Hij niet de eeuwige Zoon en kan God ook niet de eeuwige Vader zijn. Vader zijn houdt namelijkj een betrekking in tot een Zoon
Deze opvatting strookt ook niet met Jes.9:5 waar Christus zelfs de eeuwige Vader genoemd wordt . Ook strijdt het met Jh1:1-3. Daar staat niet ‘ In het begin ontstond het Woord’ , maar ‘In het begin was het Woord’ en dit Woord was God! Het staat eveneens op gespannen voet met de uitspraak: ‘Dit was in het begin bij God’. Ook staat er dat alles wat geschapen is door Hem geworden is. Als Christus geschapen is, is de consequentie van deze uitspraak dat Christus dan zichzelf geschapen zou moeten hebben.
Op grond van deze opvatting neig ik ertoe het een anti-christelijke beweging te noemen We moeten namelijk bedenken dat de dwaalleer waar de apostel Johannes zich tegen keert, inhield dat Christus een uitvloeisel van God was, een van de vele aeonen. Van die leer zegt de apostel in zijn 1e en 2 brief dat wie de Zoon niet heeft, ook de Vader niet heeft.
Dit is een poging deze beweging enigszins in kaart te brengen en er voor te waarschuwen om met deze predikers in zee te gaan.