007 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 01:21-25

Mattheüs 1:21
De naam Jezus

In een van de toneelstukken van Shakespeare komt de uitspraak voor: ’What is in a name?’ wat zoveel zeggen wil als: ‘Wat heeft een naam eigenlijk te betekenen?’ Dit gaat heel dikwijls op voor de namen die wij aan mensen, dieren en zaken geven, maar beslist niet voor de meeste namen die in de bijbel genoemd worden. Eva heeft Kaïn maar niet Kaïn genoemd, omdat ze dat een aardige naam vond, en Izaäk en Rebekka hebben hun jongste zoon niet zomaar Jakob genoemd. Nog sterker geldt dit , wanneer God beveelt een kind een bepaalde naam te geven. Denk maar aan Ismaël, wat betekent ‘God hoort’, of aan Izaäk, wat zeggen wil ‘Lachen’. In die twee namen ligt een stukje geschiedenis verborgen.
Als de Heer Jezus geboren zal worden, dan laat God niet toe dat de mens Hem een naam geeft, dan zou die naam wel eens niet met zijn persoon en zijn werk overeen kunnen stemmen. God zelf bepaalt dat het Kindeke de naam Jezus zal krijgen. Deze naam betekent: ’Jehovah redt’. De engel verklaart aan Jozef de naam uitvoerig en zegt: “Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden”.

In de eerste plaats staat hier “zijn volk”, dat is het volk Israël. Ook uit Luk. 1:23 blijkt dat Christus eerst tot Israël werd gezonden.
“God zal He de troon van zijn vader David geven, en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid”.
Maar reeds uit het Oude Testament weten we, dat het heil niet tot Israël beperkt zou blijven. Het is voor God niet genoeg, dat zijn Zoon Israël zou zegenen, maar:
“Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde” (Jes. 49:6).

En in de tweede plaats lezen we hier, dat de Heer Jezus zijn volk verlossen zou van “van hun zonden”. De meeste Joden verwachtten een verlosser die hen zou bevrijden van hun vijanden, de Romeinen. Om hun zonden bekommerden ze zich minder. Zij vergaten dat ze juist door hun zonden in de macht van de Romeinen gekomen waren. Ze wilden het kwaad bestrijden door de gevolgen weg te nemen, maar de Heer geeft een oplossing voor de oorzaak van hun onderdrukking. Zo is het ook met de wereld in het algemeen. Men voelt wel, dat er iets niet in orde is. Ondanks de hoogkonjunktuur is het nog geen heilstaat op aarde. En met man en macht wekt men aan het wegwerken van sociale en morele misstanden, zelfs tracht men daarbij de godsdienst in te schakelen.

Jezus Christus is echter gekomen om ons te verlossen van onze zonden. Hij tast het kwaad bij de wortel een. En wel zo, dat Hij voor ons stierf en het oordeel over de zonde droeg. Deze wereld als systeem is niet te redden, ze ligt in het boze en heeft Satan als hoofd. Maar u als mens in deze wereld kunt gered worden. De naam ‘Jezus’ staat u er borg voor, dat er redding is. U moet Hem aanvaarden, als Heiland, als Verlosser, dat noemt de Schrift:”geloven in de naam van de Heer Jezus. Dat betekent dus heel wat anders dan te accepteren dat er eens een voorbeeldig mens geweest is, die Jezus heette. Het houdt in: Hem te aanvaarden in de volle betekenis van zijn naam, als Redder van onze zonden.

Als u als een verloren zondaar het kruis accepteert voor uw persoonlijk behoud, dan leert u ook de tweede naam verstaan, die in dit gedeelte aan de Heer Jezus wordt gegeven: Immanuël. Dat betekent: God met ons. Want dan komt God door zijn Heilige Geest wonen in uw hart.
De mensen trachten een hemel op aarde te verwerven, wat op een fiasco zal uitdraaien, maar het is werkelijk een stukje hemel op aarde als God komt wonen in het gereinigde zondaarshart:
“In de hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest” (Jes. 57:15).

Wilt u uw hart ook niet voor Hem ontsluiten en gelukkig worden?

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies