Algemene regel:
We gaan ervan uit, dat broeders die ons dienen met Gods Woord zich laten leiden door de H.G. Maar dat betekent niet dat we zomaar aannemen wat ze zeggen. Ze zijn niet onfeilbaar, anders was de vermaning van 1 Kor. 14:29 overbodig. Zo gaan we er ook vanuit dat God de Gemeente wil leiden door zijn Woord en Geest bij het nemen van besluiten, maar dat betekent niet dat de Gemeente onfeilbaar is.
Bijzondere regels:
Daarom zijn de volgende bijzondere regels van belang:
- Handel nooit overhaast;
- Handel in besef van volledige afhankelijkheid van de Heer;
- Handel in overeenstemming met Gods Woord;
- Handel in zaken van praktisch belang in wijsheid;
- Streef naar eenstemmigheid.
Nadere toelichting:
- De geschiedenis heeft geleerd dat mannen Gods zich achteraf afgevraagd hebben of men met bepaalde besluiten niet had moeten wachten. Soms lost de tijd de vraagstukken op waar wij mee zitten;
- Besluiten ter wille van de eer van de Heer, zijn nog geen besluiten genomen in afhankelijkheid van de Heer. Hoe vaak speelt niet mee: ‘Wat zullen de mensen (de broeders en zusters) wel niet zeggen?’.
- De overeenstemming met Gods Woord betreft de gang van zaken om tot een besluit te komen, zowel als de gronden waarop een besluit genomen wordt;
- Denk aan de kwestie van de verdeling van de goederen voor de weduwen (Hand. 6).
- De ‘eis’ van eenstemmigheid voorkomt overheersing van een persoon of een groep van personen, anderzijds is de Gemeente geen democratie met veto-recht voor de enkeling.
Bespreking van Hand. 15
Vers 2. Strijd en redetwist zijn treurig, maar er is een oplossing. Niet door een beslissing door te drukken, maar door overleg. De gemeente neemt het besluit Paulus en Barnabas naar Jeruzalem te sturen. Raadpleeg bij moeilijke gevallen eventueel andere broeders of een andere vergadering. De eenheid was hier in Antiochié in gevaar en dat kan bij ons ook.
Vers 3. De gemeente doet uitgeleide. Ze moet nu rustig en biddend wachten en zich niet door de personen uit Jeruzalem in een onderling conflict laten brengen. Alle onderlinge discussie zou alleen maar verwarring stichten.
Vers 3. Bij alle problematiek moeten we het werk van God niet uit het oog verliezen. Er is zoveel reden tot blijdschap en dankbaarheid.
Vers 4. Niet alleen apostelen en oudsten, maar de Gemeente is er bij betrokken wat de ontvangst betreft. Dit staat zelfs voorop.
Vers 5. Dan in groot publiek ontstaat de tweedracht.
Vers 6. In kleiner comitée: vergadering van apostelen en oudsten. Weer redetwist. Gang van zaken op broedervergadering.
Vers 7. Petrus staat op. Beroep zich op zijn roeping, maar niet om een besluit te nemen, maar om zijn woorden daarna krachtig te doen overkomen. Hij beroept zich namelijk op feiten, op wat God gedaan heeft. Uitwerken voor uitsluiting!
Vers 12. De menigte zweeg. Opnieuw oog voor het werk van God.
Vers 13. Nadat dezen zwegen spreekt Jacobus, man van de praktijk. Hij (niet sterk in de leer) geeft met wijsheid de oplossing aan.
Vers 22. Overeenstemming. Zie ook vers 25.
Vers 27. Voorzichtigheid. Twee man mee. Denk aan besluiten die het land ingaan. Is het duidelijk dat het een besluit is van niet slechts een enkeling. Voorkomen we ‘vervalsing’ met of zonder opzet?!