2 Kor. 6:14-7:1
Het begin: Men kwam spontaan samen als gelovigen… geen ‘broeder-catechismus’; ‘geen broeder gemeente-ordening’ of ‘belijdenis’. Toen kwam Newton in 1845 met een dwaalleer. Men was niet voorbereid op zulke situaties. De een handelde te gehaast, de ander te laks.
Een broederleer
Er ontwikkelde zich een ‘broederleer’ die in het begin in het algemeen weinig problemen gaf. Moeite met afscherming tegen dwaalleer. Verder wel vrij veel verdraagzaamheid, denk aan doop en toekomstvisie. Maar politiek engagement lag iets moeilijker. Er ontwikkelde zich een broeder-gemeente-ordening met nadruk op afzondering. Er ontwikkelde zich een steeds verdergaande onverdraagzaamheid. Brochure van J.N. Darby: Scheiding van het kwaad Gods beginsel van eenheid – eenzijdige benadering. In later tijd brochure van Booth: ‘Verontreinigt verbinding met kwaad?’
Heiligheid benadrukt
God verdraagt de zonde niet. ‘Weest heilig want Ik ben heilig’ Lev. 19:2; 20:26; 21:8; Ps. 93:5 > 2 Kor. 6:14-7:1 en 1 Petr. 1:15, 16; Heilig houdt in dat iets bijzonder is, niet in eerste instantie negatief heiligen betekent voor God apart stellen, aan God toewijden. Afzonderen voor iets, niet in eerste instantie afzonderen van iets, maar heeft in onze oren vaak wel een negatievere betekenis.
Ceremoniële verontreiniging > niet in tempel, wel in volksleven (behalve melaatsheid. In het N.T. reinheid van het hart Hand. 9:15; 15:9 vgl. Matt. 15:11.
Onreinheid door verbinding, door contacten? Ja… maar dan als die onreinheid zich nestelt in het hart.
Er is
a. Persoonlijke verantwoordelijkheid;
b. Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid;
c. Verantwoordelijkheid voor de zonden van anderen.
Bij c. dit is medeverantwoordelijkheid en/of besmetting denk aan Hand. 18:6 en 20:26.