008 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 02:01-12

Mattheüs 2:1
De wijzen uit het Oosten

N.B. Het oorspronkelijke artikel kon ik niet achterhalen, vandaar een nieuw artikel opgesteld op 19-12-’06

Nadat de Heer Jezus geboren was kwamen er wijzen uit het Oosten naar Jeruzalem en vroegen daar: “Waar is de koning der Joden die geboren is? Want wij hebben zijn ster gezien in het oosten en zijn gekomen om hem te huldigen”

In de christenheid heeft men het over drie wijzen, maar de Schrift spreekt niet over hun aantal. Het gaat om ‘magiërs’ ofwel Perzische priesters die zich bezig hielden met natuur-en sterrenkunde. Door een ster te laten verschijnen heeft God hen duidelijk gemaakt dat de koning van de Joden geboren was. Diverse schriftuitleggers hebben verondersteld dat deze mannen de profetie van Bileam gekend hebben die geprofeteerd heeft:
“een ster gaat op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël” (Num. 24: 17).
Deze profetie zou dan in het oosten bekend gebleven zijn. Onmogelijk is dat niet, maar voor ons is de mededeling in Matth 2 voldoende.

De komst van de wijzen blijft niet onopgemerkt in Jeruzalem. en brengt daar beroering te weeg. Dat vooral bij koning Herodes. Hij roept de overpriesters en schriftgeleerden bij zich en informeert bij hen waar de Christus geboren zou worden. Hij gelooft niet in de Schriften om daardoor God te leren kennen, toch heeft hij een zeker geloof in de profetieën. De Joodse geleerden kunnen hem precies vertellen waar de Messias geboren zou worden. Ze halen Micha 5:1,3 aan:

“En u, Bethlehem land van Judea, bent zeker niet de geringste onder de vorsten van Juda, want uit u zal een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël zal hoeden”.
Deze mannen hebben kennis van de Schrift, maar het Schriftwoord zegt hen verder niets. Ze gaan niet naar Bethlehem om de nieuwe koning te begroeten en te eren, ze blijven rustig te Jeruzalem. Met koning Herodes is het anders, maar niet beter.

Hij roept de wijzen bij zich en zegt dat ze nauwkeurig onderzoek moeten doen naar het verschijnen van de ster. In zijn verduisterde hart broedt hij kennelijk al een heel slecht plan uit dat hij later ten uitvoer zal brengen om alle kinderen onder een bepaalde leeftijd om te brengen en zo de mogelijke troonopvolger uit de weg te ruimen.
De wijzen gaan op stap naar Bethlehem en God leidt hen onderweg door de ster die ze in het oosten (toen ze daar waren) gezien hadden. Deze houdt stil boven het huis waar Jezus zich bevindt. De wijzen zijn erg blij met deze aanwijzing, ze gaan het huis binnen en ze zien het kind en zijn moeder. Let op deze volgorde: de moeder staat niet voorop maar het kind (zie vs 13,14, 20, 21). De Schrift geeft geen enkele aanleiding tot Mariaverering zoals in die later in de christenheid hoogtij is gaan vieren waardoor het kind op de tweede plaats in de volksbeleving kwam te staan.

De wijzen knielen neer voor het Kind en huldigen het. Ze brengen dit kind eer en bieden het geschenken aan die behalve een geweldige waarde te bezitten, waarschijnlijk ook een symbolische betekenis hebben: goud zou spreken van koninklijke waardigheid; wierook duidt op toewijding, terwijl mirre kan zien op het lijden dat dit kind zal ondergaan.
De wijzen keren niet terug naar Jeruzalem om koning Herodes in te lichten. Ze worden daarvoor behoed door een droom waarin God hen een aanwijzing geeft om dat niet te doen. We weten dat dromen kunnen ontstaan door drukke bezigheden die we gehad hebben of door zaken waar we erg mee bezig geweest zijn en die vanuit ons ‘onderbewuste’ bij ons boven komen. (zie Pred. 5:2). Zulke dromen hebben geen boodschap in zich, behalve dan dat we het wat rustiger aan moeten doen. De Bijbelse dromen bevatten echter een duidelijke boodschap.

Denk aan de dromen van Jozef, aan die van de schenker en de bakker die bij hem in de gevangenis zaten. Let ook op de droom van Nebucadnezar, enz. (zie ook vers 13,19 en 22 van Gen 2). We moeten bij onze dromen dus schiftend te werk gaan en er niet onze fantasie op loslaten en allerlei zaken concluderen die soms kant noch wal raken, maar we moeten er ook niet altijd achteloos aan voorbij gaan.

Dromen zijn bedrog zegt men, maar dat geldt niet voor de dromen die de Bijbel ons vermeldt. We hebben wijsheid van Boven nodig om te zien of een droom een betekenis heeft.

De verzen die we nu besproken hebben willen ons vooral bepalen bij het gedrag van de wijzen die het Kind eren. Laten we hun voorbeeld volgen!

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies