Toen ik in de eind veertiger, begin vijftiger jaren de conferentie in Alphen bezocht, was er een broeder, die zijn opmerkingen geregeld inleidde met de woorden: br. Darby geeft deze uitleg van dit vers… een andere keer voerde hij br. Kelly ten tonele.
Dit was nogal irriterend en tenslotte maakte een broeder de volgende opmerking: ‘Beste broeder, we hebben alle waardering voor br. Darby en br Kelly, maar het interesseert ons niet slechts welke uitleg ze gegeven hebben, maar meer nog waarom ze die uitleg gaven en dat vertelt u ons er niet bij . Van toen af was het uit met br. Darby dit en br Kelly dat.
Ik vermeld deze anekdote als nummer 1 omdat nog onlangs in Amerika op een broederlijst in verband met het Lake-Geneva-Conference-Report verwezen is naar de geschriften van Darby en Kelly, alsof zij het laatste woord gesproken zouden hebben. We zullen echter wat zij naar voren gebracht hebben moeten toetsen aan de Schrift zelf.
We moeten onze voorgangers eren, maar niet vereren. Hun geschriften zullen we waarderen, maar we moeten die niet canoniseren. Het feit dat Darby wat een bepaald aspect van de doop betreft een andere mening had dan Kelly, en dat ze tenslotte zelfs (helaas) gescheiden wegen gingen, rechtvaardigt deze waarschuwing ten volle.