011 Christen heten, tot christen maken en als christen lijden

Het woord ‘christen’

Het woord christen komt driemaal in het Nieuwe Testament voor. In de titel is al aangegeven in wat voor opzicht dat het geval is, maar ik wil het een beetje uitwerken?

Christen genoemd worden?

In Hd 11:26 lezen we dat de discipelen in Antiochie voor het eerst christenen genoemd werden. Tot aan die tijd werden ze dus enkel als discipelen ofwel als volgelingen van Jezus Christus aangeduid. Of ze zichzelf die naam gaven of dat anderen dat deden is niet helemaal duidelijk. Voor het tweede is het meest te zeggen. We kennen dat in later tijd ook wel: protestanten die de koers van Calvijn volgen werden worden calvinisten genoemd en zij die op het spoor van Luther zaten noemde men Lutheranen en dat is ook nog steeds zo?
Gaan we ervan uit dat anderen in Antochië de discipelen die naam gegeven hebben dan moet dat gebeurd zijn omdat ze veel over Christus spraken. Mooi is dat dan!

Laten we maar veel over onze Heer en Heiland Jezus Christus spreken? In plaats van christenen genoemd werden kun je ook zeggen dat ze christenen genaamd werden. Nu is het mogelijk dat iemand wel een christen heet maar dat hij niet echt een christen is. Hij is het alleen maar uiterlijk doordat hij naar de kerk gaat en dergelijke. We spreken dan wel over ‘naam-christenen’. Ik ga ervan uit dat de lezers van dit artikeltje echte christenen zijn. Daar ben ik toch niet mis mee? Zo ja dan is mijn tweede pericoopje voor hen bedoeld.??

Christen maken

In Hd 26:28 lezen we dat Agrippa tegen Paulus zegt dat hij (Paulus) hem (Agrippa,) christen wil maken. De Statenvertaling zegt het zo;’Gij beweegt mij bijna een christen te worden’. De NBG vertaling van 1951 heeft de woorden van Agrippa weergegeven met ‘ Gij wilt mij wel spoedig als christen laten optreden’. De vertaling van het NBV luidt; ‘Dadelijk krijgt u me nog zover dat ik me als christen uitgeef’. Al deze weergaven komen er uiteindelijk op neer dat Agrippa vindt dat Paulus hem een christen wil maken. ?Daarvoor is echter nodig dat iemand zich tot God bekeert en in overeenstemming daarmee gaat leven. Dat heeft Paulus de koning ook voorgehouden (zie vs. 20). Daarmee verbonden is dat men gelooft in Jezus Christus.

Daarop heeft Paulus ook gewezen (zie vs 18)? Daartoe is Agrippa helaas niet bereid. Als het daarbij gebleven is zullen we deze koning helaas niet in de hemel tegenkomen. Dit is wel een aansporing voor hen die zich met wat uiterlijke kennis van het christendom tevreden hebben gesteld om ernst te maken met de kwestie van het geestelijk heil en zich te bekeren tot God en te geloven in Jezus Christus?? Toch nog een opmerking over de uitspraak van Agrippa. Het blijkt namelijk dat de koning de naam ‘christen’ kent. Deze aanduiding werd dus niet alleen gebruikt voor de discipelen te Antiochie, maar ook voor hen in andere steden. De naam kreeg landelijke bekendheid en zelfs buiten het land. Dat laatste weten we uit geschriften van een zekere Plinius, Romeins bestuurder in Bythinie en van Tacitus, de Romeinse geschiedschrijver.

Als Christen lijden

Over het lijden als christen schrijft de apostel Petrus in het vierde hoofdstuk van zijn eerste brief. (zie vs 16). In de verzen 12 tot en met 19 komt het woord lijden 5 maal voor. Petrus heeft het dan over lijden vanwege vervolging en spreekt over deel hebben aan het lijden van Christus. Ook heeft hij het over smaad lijden in de naam van Christus Dat lijden, die smaad moeten we niet al zuchtend ondergaan, maar we moeten ons erin verblijden. Dat is niet makkelijk, maar wel mogelijk.

De apostelen te Jeruzalem geven ons daar een voorbeeld van. In Hd 5:47 lezen we dat ze verblijd waren om waardig geacht te zijn voor de naam van Christus oneer te verdragen of smaad te lijden? We moeten niet lijden als een moordenaar, een dief, een boosdoener of een bemoeial, maar als we als christen lijden dan moeten we ons daarvoor niet schamen, maar God verheerlijken in die naam. Dit soort lijden kennen we in ons land maar in erg beperkte mate. We worden misschien eens uitgelachen als we ervoor uitkomen te geloven in Jezus Christus, of als we in een restaurant of op het werk bidden voor ons eten, maar echte vervolging maken we hier niet mee. In sommige landen in Afrika en vooral in Azie is dat wel even anders. Gevangenisstraffen , martelingen zijn daar aan de orde van de dag. Zelfs worden er vele christen gedood. Voor deze broeders en zusters in de vervolging mogen we wel vurig bidden dat ze staande blijven in de vervolging terwijl we dan voor onszelf bidden dat we staande blijven te midden van de verleiding hier in het westen.

Lijden door ziekte

Als de bijbel spreekt over lijden en verdrukking dan gaat het vrijwel uitsluitend over lijden om de naam van Jezus ofwel om lijden ‘als christen’. Toch spreekt de Bijbel ook wel over lijden door ziekte en kwalen. We vinden dat aangegeven in Rm 8. In vers 17 gaat het eerst nog over het lijden met Christus. Dat is dus lijden om het geloof, lijden als christen, maar in vers 20 gaat het over lijden dat de hele schepping ondergaat. Er is een ‘zuchten’ van de hele schepping waaraan ook wij als gelovigen deel hebben. Onder dat lijden moeten we ook ziekte scharen en de aftakeling door de ouderdom (verg. Pd 12:1-7). Over ziekte wordt tegenwoordig naast goede dingen heel wat gezegd en geschreven dat m.i. de toets van de Bijbel niet kan doorstaan, maar daar wil ik nu niet uitgebreid op ingaan. Ik doe dat wel in het artikel “Is er iemand ziek bij jullie”.

Bidden en hulp accepteren

Een ding staat vast als we met ziekte te maken krijgen mogen we ons in de eerste plaats tot God wenden met de vraag of Hij ons beterschap wil geven, maar we mogen daarnaast ook de hulp inroepen van een dokter. We mogen om genezing bidden en laten bidden, maar of God ook genezing geeft is de vraag. God gaat niet met alle gelovigen dezelfde weg. We lezen bijv. in Hd 12 dat Jakobus met het zwaard wordt gedood, maar dat Petrus voor executie bewaard blijft door een wonderbaarlijke uitredding van God. Ook Hb. 11: 32-38 is onze overdenking waard. In de verzen 32-35a lezen we over geloofsgetuigen die op een fantastische manier door God geholpen werden en als overwinnaars uit de strijd kwamen, maar vers 35 b geeft een keerpunt aan. De volgende verzen gaan over gelovigen die niet bewaard werden.

Het lijken ‘losers’ te zijn, verliezers. Met hen ging God een heel andere weg. Misschien is dat laatste met u als lezer van dit stukje ook het geval. Het is dan wel geen lijden om Christus wil, zoals we dat eerder besproken hebben, maar u moet het wel als een christen ondergaan en niet als iemand die dit lijden al mopperend en klagend doormaakt. Dit is gemakkelijk gezegd, we beseffen dat, maar toch is het Gods weg en van harte wensen we u dan sterkte toe om dit soort lijden te ‘ondergaan’ en niet er ‘onderdoor te gaan’ of er in ‘ten onder te gaan’ .

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies