013 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 03: 05-06

Mattheüs 3:5

Uit Jeruzalem en Judea kwamen de mensen naar Johannes toe. Ze luisterden naar zijn prediking. De boodschap ging daarbij niet het ene oor in eb het andere oor weer uit. Neen, ze erkenden schuldig te staan voor God, ze bekeerden zich! En daarbij werden ze door Johannes gedoopt.

Een wonderlijke zaak, die doop, vindt u niet? Waar komt dat gebruik eigenlijk vandaan? De doop was onder de Joden bekend, want anders hadden de mensen Johannes ongetwijfeld gevraagd wat deze handeling toch te betekenen had. Bovendien weten we uit de ongewijde geschriften dat er voor Johannes de Doper al een zogenaamde proselietendoop bestond. Als heidenen wilden overgaan tot het Jodendom en dus Proselietjood werden, dan moesten ze eerst gedoopt worden.

Kennelijk zit hier de gedachte van reiniging achter. En de Joden hebben dat idee niet uit de lucht gegrepen . Uiteindelijk gaat het terug tot de tempeldienst. Onreine vaten moesten in water gedompeld, een melaatse moest bij zijn reiniging zich wassen. Aäron en zijn zonen werden met water gewassen bij hun wijding tot priester. Dopen is dus een symbolische handeling, waarmee aangeduid wordt dat de mens onrein is en reiniging nodig heeft. Welnu, de Joden die naar Johannes toegingen en zich lieten dopen , erkenden daarmee onrein te zijn. Niet lichamelijk onrein en vuil, maar geestelijk, door hun zonden. Zo staat er dan ook dat ze gedoopt werden onder belijdenis van hun zonden. Ze ondergingen maar niet een bepaald ritueel, omdat het zo hoorde. Nee, ze beleden hun schuld van harte.

Het was voor een Jood heel wat om zich te laten dopen. Dat die onreine heidenen gedoopt werden als ze tot het Jodendom wilden behoren en de God van Israël wilden dienen, dat vond iedereen normaal. Maar dat een Jood zich zich moest laten dopen, dat betekende dus dat hij evenmin uit zichzelf geschikt was om God te ontmoeten als de heiden. Dat betekende een vernedering, een veroordeling van zichzelf. Maar gelukkig waren er velen die deze stap deden. De doop van Johannes zag vooruit naar Hem die komen zou en de oplossing voor de zonden geven zou: naar Christus. Wij kennen dan ook de doop van Johannes niet meer, want Christus is gekomen en heeft het werk van verlossing op het kruis volbracht. Wij kennen de Christelijke doop die terugziet op het volbrachte werk. Maar de zin van reiniging van de zonden is gebleven. Mag ik u eens vragen of u zich heeft laten dopen, omdat u erkende reiniging nodig te hebben? Tot ~Saulus zegt Annanias: “Laat u dopen en uw zonden afwassen”. Of is uw doop (als u tenminste gedoopt bent) niet anders geweest dan een uiterlijk ritueel, waaraan alleen werd voldaan , omdat het zo hoorde?

Nog een vraag: Hebt u werkelijk uw zonden beleden, zoals de mensen deden die naar Johannes toegingen? Veel mensen erkennen wel zondaar te zijn, zo in de algemene zin van: zondaars zijn we nu toch eenmaal allemaal. En ze vragen de Heer om hen dat dan maar te vergeven. Maar belijdenis van zonden is heel wat anders dan zulk oppervlakkig vergeving vragen.

Veronderstel, u komt thuis en een van uw kinderen heeft in een dolle bui met een mes in het tafelblad een aantal fikse inkepingen gekerfd. Nu komt hij u in de gang tegemoet en zegt: “Wilt u me alstublieft vergeven?” Wat zal dan uw eerste reactie zijn? Zegt u : “Ja, hoor jongen, van harte”? Nee toch zeker! U vraagt toch eerst:”maar wat heb je dan gedaan?”. En dan moet uw zoon over de brug komen met zijn euveldaad, die hij misschien met het tafelkleed bedekt heeft en het liefst bedekt hield. Heeft u wel eens bij kinderen opgemerkt hoe moeilijk ze er toe komen om te vertellen wat ze gedaan hebben en hoe gemakkelijk ze “vergeving vragen”?

Maar grote mensen zijn geen haar beter. Wij kunnen God zo heel gemakkelijk om vergeving vragen en laten Hem dan maar uitzoeken wat verkeerd is in ons leven. Maar zonden belijden is heel wat anders , dat houdt in “man en paard’ noemen, zoals David zegt:
“Mijn zonde maakte ik u bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet ; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden” (Psalm 23)
Hebben we onze zonden bij God bekend gemaakt? Niet omdat God ze niet kende en er voor het eerst van zou horen, maar omdat Hij in onze belijdenis het zelfoordeel wil opmerken.
Is u nog nooit zo tot God gegaan? Dan wordt het hoog tijd dat u dat gaat doen. Laten de Joden die bij Johannes kwamen om gedoopt te worden onder belijdenis van hun zonden, u een voorbeeld zijn.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies