015 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 03:09

Mattheüs 3:9
Abraham tot Vader Mt 03:09

De Joden konden er op bogen kinderen van Abraham te zijn. Aan Abraham waren beloften gedaan en aan zijn nageslacht. Zij stamden van Abraham af, dus dat zat wel goed. Zij beriepen zich op hun natuurlijke geboorte en gingen daar prat op. Maar pook deze uitvlucht gaat bij Johannes niet op!. Hij voegt hun striemend toe:
“Beeldt u niet in, dat gij bij uzelf kunt zeggen; Wij hebben Abraham tot vader,want ik zeg u dat God bij machte is uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken”.
Natuurlijke afstamming is dus niet genoeg, natuurlijk kindschap van Abraham zegt niets als men niet geestelijk een kind van Abraham is. Abraham is namelijk niet alleen de vader van een groot natuurlijk nageslacht, maar hij is ook de vader van allen die geloven. En God is bij machte geestelijke kinderen van Abraham te verwekken, daar waar dat voor de Jood even onmogelijk scheen als het hervormen van stenen tot kinderen van Abraham. God zou dat waarmaken door het schenken van het heil aan de heidenen.

Dit onderscheid tussen natuurlijk nageslacht van Abraham en geestelijke kinderen van Abraham zijn tracht de Heer Jezus de Joden duidelijk te maken in zijn twistgesprek met hen, opgetekend in Johannes 8. Zo in vers 37-39:
‘Ik weet dat gij Abrahams nageslacht zijt , maar gij tracht Mij te doden, omdat Mijn woord bij u geen plaats vindt. Wat Ik gezien heb bij de Vader spreek Ik; zo doet ook gij wat ge van uw vader gehoord hebt. Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze Vader is Abraham. Jezus zei tot hen:Indien gij kinderen van Abraham zijt, doet dan de werken van Abraham”.
Slechts hij is een kind van Abraham die ook wandelt in de weg van het geloof van Abraham, en dat deden de Joden niet. Geen van allen? Ja, toch wel. Als de Heer een vrouw verlost heeft die achttien jaar ziek was geweest, dan zegt Hij:
“Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan , zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag?” (Luk. 13:16).

Een natuurlijk kind van Abraham was ze door geboorte, maar de Heer duidt er mee aan dat ze geestelijk een kind van Abraham is. Hetzelfde staat er van Zacheüs:
“Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is”
Later schrijft Paulus daarover aan de Galatiërs en maakt hun duidelijk dat ook de heiden een kind van Abraham kan zijn . Niet natuurlijk, maar geestelijk. Hij schrijft:
“Gij bemerkt dus , dat zij die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn “(Gal.3:7) en

“Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt ge zaad van Abraham, en naar belofte erfgenamen” (Gal.3:28).

De Farizeeën en Sadduceeën , die op hun natuurlijke afstamming bogen, wordt dus door Johannes elke grond onder de voeten weggeslagen. Maar helaas hebben ze dat niet erkend. En daarin staan ze niet alleen. Hoevelen zijn er niet in onze tijd die menen dat hun geboorte uit Christelijke ouders voldoende is om tot het geestelijk Israël te behoren? Ze beroepen zich op de beloften en het verbond aan Abraham gegeven, en vergeten dat er alleen maar zegen is voor het geestelijk nageslacht van Abraham. En iemand wordt niet door zijn geboorte uit Christelijke ouders een kind van Abraham of een kind van het verbond. Daarvoor is bekering en geloof nodig. Om het een woord uit de bijbel te zeggen:
“Doch allen die Hem aangenomen hebben , hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn” (Joh.1:12 en 13)

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies