018 De Heilige Geest: Heb ik tegen Hem gezondigd?

Om welke zonde gaat het?

Iemand vroeg mij: ‘Is het mogelijk dat een gelovige de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest begaat? Ik geloof in de Heer Jezus Christus en erken Hem als mijn persoonlijke Heer en Verlosser. Maar het feit dat er een onvergeefbare zonde bestaat jaagt me schrik aan. En omdat het me schrik aanjaagt moet ik er vaak aan denken. Als ik bijv. de Bijbel lees of bid, dus uitdrukkelijk met geestelijke dingen bezig ben, ben ik er extra bang voor dat er opeens een goddeloze gedachte in mij zou kunnen opkomen. Maar juist door daar zo uitdrukkelijk mee bezig te zijn, met op de achtergrond de angst voor een lasterlijke gedachte jegens de Heilige Geest, wordt mijn gebedsleven juist gehinderd, omdat ik steeds aan de mogelijkheid van die zonde denk. Zoals wel meer het geval is, juist daar waar je niet aan wilt denken, daar denk je het meest aan. En daar raak ik vervolgens dan weer in de put van, en denk soms die zonde te hebben begaan, vooral als er een goddeloze gedachte door mijn hoofd gaat’.

Diverse lezers zullen zich in dit probleem herkennen. Welnu, dan is het in de eerste plaats goed te bedenken dat e l k e zonde, welke dan ook, een zonde is tegen de Heilige Geest. Als we zondigen, zondigen we tegen de Vader, tegen de Zoon en tegen de Heilige Geest, tegen de hele Godheid dus.

In Mt 12 waar over deze zonde gesproken wordt gaat het echter niet om welke zonde dan ook , ook niet over een goddeloze gedachte die bij je opkomt, maar om laster, d.w.z. om de laster van de Geest. De vraagsteller gaat al een beetje in die richting met zijn term -‘een lasterlijke gedachte’. Welnu, laster is een zonde, maar elke zonde is nog geen laster.

Wat is laster?

Laster is willens en wetens k w a a d s p r e k e n . Het is tegen beter weten in iets of iemand in een kwaad daglicht stellen. Het gaat maar niet om een goddeloze gedachte die zo maar bij ons opkomt. Zo iets kan natuurlijk gebeuren en we zijn daar bedroefd over en schrikken er soms van, maar dat is nog niet het bedrijven van laster. Nogmaals: laster is welbewust kwaadspreken.

Wie bedreven deze ‘zonde’?

In Mt 12 staat dat de farizeeen deze laster bedreven. Ze konden niet loochenen dat Jezus Christus wonderen deed en zelfs duivelen uitdreef. Tegen beter weten in schreven ze dat echter aan Beelzebul de overste van de demonen toe. Ze hadden dat blijkens Mt 9:34 al eerder gedaan en herhaalden het nu bij een volgende geval. De Heer toont dan aan dat dit een volkomen onmogelijk feit is, want de duivel kan de duivel niet uitdrijven want dan is zijn koninkrijk verdeeld en zou te gronde gaan door zijn eigen toedoen. De Heer geeft dus in feite aan dat de Farizeeen tegen beter weten in spreken.

Wat voor mensen waren de farizeeen?

De farizeeen vormden een groep leidslieden van het Joodse volk, maar daar gaat het niet om. De vraag is wat voor soort mensen de farizeeen waren? Waren ze benauwd om te zondigen? Waren ze bang iets verkeerds te zeggen of te denken en vroegen ze zich dat af? Nee, de farizeeen – en met hen de andere leidslieden onder de Joden – waren mensen met een verhard hart. Ze hadden hun geweten dichtgeschroeid en verwezen de Heiland uiteindelijk naar het kruis.

Heb ik deze ‘zonde’ bedreven?

Als iemand zich afvraagt of hij deze ‘zonde’ van laster bedreven heeft dan is natuurlijk de eerste vraag of hij dan daadwerkelijk de Geest gelasterd heeft en dat wat de Geest werkt aan de duivel toedicht. In de tweede plaats is echter de vraag of hij of zij daar zorg over heeft. De vraagsteller geeft aan bezorgd te zijn over de vraag of hij deze zonde ooit bedreven heeft. Nu dat bewijst al dat hij – en dat geldt voor iedereen in een dergelijke gemoedstoestand – deze laster niet bedreven heeft. De farizeeen maakten zich echt geen zorgen over de vraag wat ze nu eigenlijk gezegd hadden en wat ze daarmee deden. Hun hart bleef er koud onder!

Daarom kan ik tegen ieder zeggen die zich bezorgd afvraagt of hij of zij deze laster gepleegd heeft: het feit dat je er bezorgd over bent is het klaarste bewijs dat je deze laster niet bedreven hebt, want dan maakt je je geen zorgen. Werp deze gedachte dan ook zo ver mogelijk van je weg.

Kan een gelovige de Geest lasteren?

Blijft nog de vraag of een gelovige deze onvergeeflijke zonde kan bedrijven? Op deze vraag kan gesteld worden dat een waar kind van God deze laster niet bedrijven kan. Een ware geloviger is geen farizeeer met een verhard en dichtgeschroeid hart. Ik zeg niet dat we nooit eens een trekje van farizeïsme kunnen vertonen, helaas is dat wel eens het geval, een trekje van hoogmoed en zelfvoldaanheid bijvoorbeeld, maar we veroordelen dat en belijden het aan de de Heer en Hij vergeeft dat. Maar farizeeers zijn geen gelovigen en gelovigen zijn geen farizeeers zoals de leidslieden van de Joden die de Christus en zijn werk verwierpen, waren

De manifestaties van onze tijd

Aan dit artikel voeg ik nog iets toe dat ik vroeger nooit vermeld heb omdat het toen niet ter sprake kwam. In onze tijd komen er heel wat manifestaties ter sprake die toegeschreven worden aan de Heilige Geest. Of dit terecht is of niet laat ik even in het midden. Het gaat er nu om dat enkele voorstanders van deze manifestaties de waarschuwing laten horen dat als men dit niet als een werk van de Heilige Geest aanvaardt, men wel eens mag oppassen om niet de Geest te lasteren.

Nu zou ik hen die met argusogen deze manifestatie bekijken en beoordelen ervoor willen waarschuwen om niet kort door de bocht te gaan en deze dingen zomaar aan de duivel toe te schijven..Kortom: ‘matig je zo’n oordeel niet aan’.

Aan de andere kant wil ik tegen hen zeggen die de gedachte aan laster van de Geest in dit geval opperen dat ze net zo goed niet kort door de bocht moeten gaan. Er zijn namelijk heel wat gelovigen die er niet van overtuigd zijn dat de manifestaties die op het ogenblik plaatsvinden werkelijk van de Geest zijn. Zij spreken niet tegen beter weten in, maar hebben oprechte bedenkingen bij wat er nu plaatsvindt.

Maar terug naar de vraag: ‘Heb ik de Geest gelasterd ? ‘. Als u zich dat echt afvraagt, dan herhaal ik ‘Beste broeder of zuster , je vraag op zichzelf bewijst dat je die zonde niet bedreven hebt. Dank God voor zijn redding en wijs deze gedachte kortweg af!! de Heilige Geest

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies