Flitsen uit het Mattheüsevangelie 25
De bergrede (Mattheüs 5-7) Jezus op de berg
De Heer is Galilea doorgetrokken en heeft overal het evangelie van het koninkrijk verkondigd. Deze prediking ging gepaard met tekenen, die bewezen dat het koninkrijk aanstaande was. De uitwerking ervan was zo op het oog gezien geweldig:”en Hem volgden vele scharen” (Matth. 4:25). Maar was het wel allemaal goud dat er blonk? Waren deze mensen wel allemaal werkelijk bekeerd? Waren het wel allen “kinderen van het koninkrijk” ? Als de Heer de scharen ziet gaat Hij een berg op. Op die berg gezeten houdt Hij een lange toespraak, die bekend staat als de bergrede. In deze r!ede houdt Hij de menigte de condities voor die gelden voor het koninkrijk. Je zou het de grondwet van het koninkrijk der hemelen kunnen noemen.
Een favoriet onderwerp
Er zijn heel wat mensen die van verzoening door het bloed van Christus niets willen weten, maar voor wie de bergrede “je-van-het” is. Ze beschouwen de bergrede als het evangelie om met God in het reine te komen. Zo in de zin van: als je je daaraan houdt, dan komt het wel in orde. Voor hen is de bergrede een nieuwtestamentische wet om het leven te beërven. Maar laten we dan eerst even vaststellen dat de bergrede veel verder gaat dan de oudtestamentische wet van de Sinaï.
Bij de Sinaï wordt overspel verboden, maar hier veroordeelt Jezus van Nazareth het “aanzien om te begeren” als overspel. Welnu, van de wet van Mozes geldt dat “op grond van werken der wet ” geen vlees behouden zal worden. En dat niet omdat die wet niet volmaakt zou zijn, maar omdat de mens een zondaar is en die wet niet houden kan. Hoe zal dan ooit een mens de bergrede kunnen navolgen met zijn zoveel dieper gaande voorschriften om daardoor behouden te worden?
Bovendien wordt van de bergrede nergens gezegd: doe dit en ge zult leven. Integendeel, om aan de bergrede te kunnen voldoen, moet men leven uit God bezitten. Hoe komt het dan dat deze bergrede zich zo in de gunst van velen die zich Christen noemen, mag verheugen? Dat ligt hem hierin, dat de verkeerde uitleg: de bergrede is de weg tot zaligheid, ons wel ligt. Dan wordt namelijk veronderstelt dat de mens nog wel zo goed is om aan de hoogstaande eisen van deze toespraak te kunnen voldoen. Dat klinkt heel wat aangenamer dan het oordeel dat we dood zijn in zonden en misdaden, dat er niemand is die goed doet. En toch is dit laatste het uitdrukkelijk getuigenis van God.
Leven bezitten om te kunnen leven
Iemand die dood is, kan niet lopen, kan geen arm bewegen, kortweg gezegd: vertoont geen enkel teken van leven. Dat geldt op het geestelijk vlak eveneens. De zondaar is dood voor God en kan geen enkel teken van geestelijk leven vertonen. Wil iemand kunnen leven tot eer van God, dan moet hij leven uit God ontvangen hebben. Dan moet hij wedergeboren zijn. Welnu, de bergrede is de toetssteen of iemand dit leven heeft. Het is niet de weg waarlangs iemand leven ontvangt. Het is niet een boodschap hoe men gered moet worden, maar een boodschap voor mensen die gered zijn.
Veronderstel dat iemand zich voor burgemeester uitgeeft, zich een ambtsketen omhangt, zonder zijn aanstelling als burgemeester te hebben. Dan neemt hij “wederrechtelijk” die positie in, zoals eens de beroemde kapitein van Köpeke, weet u wel? Zo iemand is in naam burgemeester, maar in werkelijkheid niet. Veronderstel dat iemand zich voor prins uitgeeft, en het zover krijgt dat hij bij officiële gelegenheden beeldhouwwerken onthult, schepen doopt, zonder dat hij van koninklijke bloede is, dan is hij zolang hij zijn bedrog kan volhouden in naam prins, maar in werkelijkheid niet. En op zekere dag zal de ontmaskering wel volgen. Welnu, als iemand probeert de bergrede als gedragsregel voor zijn leven te volgen, zonder dat hij werkelijk bekeerd is en leven uit God heeft, dan mag hij in naam Christen zijn, maar een werkelijk Christen, een kind van God is hij niet. De ontmaskering zal dan ook niet op zich laten wachten, wanneer zo iemand voor de rechterstoel van God komt te staan.
Koninkrijk… Kerk
De bergrede geeft de beginselen die gelden voor het koninkrijk der hemelen. Nu is het koninkrijk der hemelen niet hetzelfde als de Kerk of gemeente, deze laatste komt eerst in Matth. 16 ter sprake. Op het verschil komen we nog wel terug bij de bespreking van Matth. 13. Voldoende is hier op te merken, dat de uitdrukking “koninkrijk der hemelen” alleen in het evangelie van Mattheüs voorkomt. Dit is het evangelie voor de Jood waarin de Heer Jezus wordt voorgesteld als de beloofde Messias. Welnu, aan Israël is het vrederijk beloofd. De profeten hebben ervan gesproken, en bij de wederkomst van Christus zal het worden opgericht. Dan zal de wil van God op aarde gedaan worden zoals in de hemel.
Dan zal gerechtigheid heersen. Dan zullen op aarde de beginselen van de hemel erkend worden. En in zoverre is er overeenkomst met de gemeente. De levenskenmerken die een onderdaan van het koninkrijk moet vertonen, moeten ook hen kenmerken die behoren tot de gemeente van Jezus Christus. En zo is de bergrede een toetssteen die ook nu toegepast kan worden op elk die voorgeeft Christen te zijn. En de grote vraag is daarbij of men werkelijk leven uit God bezit. Dat leven is niet door eigen inspanning te krijgen, maar alleen op grond van geloof in Jezus Christus, de gekruisigde. De schrift zegt: “Wie de Zoon heeft, heeft het leven.”