026 jrg 101, 11-1958 ‘t Is maar een geslachtsregister

Mattheüs 1:1 – ‘t Is maar een geslachtsregister

Toch leerrijk

Vaak hoort men bij het bijbellezen aan tafel of bij een andere gelegenheid als men bijvoorbeeld aan Gen. 5 of zo toe is, de opmerking:”Sla al die namen maar over, dat is maar een geslachtsregister’. Men vergeet dan , dat de bijbel in zijn geheel het geïnspireerde Woord van God is. “Alle Schrift is van God ingegeven en nuttig tot lering”( 2 Tim.3:16). Geschiedenis, gelijkenissen, profetieën en ook geslachtsregisters , ze staan er alle met een bepaald doel. Helaas zien we die bedoeling niet altijd, maar dat ligt aan ons gebrekkig inzicht. Wel mogen we de Heer bidden om meer inzicht en het gehele Woord van God. Dat ook geslachtsregisters een leerrijke inhoud hebben , bewijst Mattheüs 1. Ieder die zich de moeite getroost om deze opsomming van namen nauwkeurig te lezen zal merken dat de konsekwente volgorde :vader-zoon viermaal verbroken wordt door ook de moeder van de zoon te vermelden. En driemaal wordt deze zelfs met name genoemd. Dit is niet willekeurig gebeurd , Deze drie vrouwen hebben ons gezamenlijk iets te zeggen en ook elk persoonlijk heeft ons wat te leren.

Geen zondeloze mensen

In een groot gedeelte van de zogenaamde christenheid – het roomskatholieke deel – doet men erg zijn best om aan te tonen, dat de Here Jezus geboren is uit de zondeloze maagd Maria . Het dogma van de onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria (1) Volgens dit dogma was Maria zondeloos toen “dat “heilige” in haar verwekt werd) wordt in principe al door Mattheüs aangetast. God doet helemaal geen om van de voorouders van de Heer Jezus een romantische, idealistische en onwerkelijke schildering te geven. Integendeel, als Mattheüs onder Gods leiding het geslachtsregister opstelt, vermeldt Hij Sara noch Rebekka. Ja, Hij passeert alle vrouwen op vier na en op hen is wel het een en ander aan te merken. Drie van hen hadden zedelijk kwaad gedaan en de vierde behoorde tot een Godvijandig volk. De rauwe werkelijkheid van de diepe val van de mens wordt ons in dit register getoond, maar ook hoe de Heer Jezus uit zulke voorouders geboren wilde worden. Hij kwam niet om beste, brave mensen te redden . Hij kwam voor de slechtsten. Hij, die zich in zijn leven niet schaamde voor tollenaars en zondaars, heeft Zich bij zijn menswording niet geschaamd voor de Rachabs van deze wereld. Zo zien we dat ook Matth. 1 “nurttig is tot weerlegging”. Trouwens men hoeft niet veel schriftkennis te hebben om het onschriftuurlijke van de dogma’s aangaande Maria aan te tonen. De Mariaverering op zichzelf wordt al door teksten als Joh.2:4; Luk. 2:9; Luk.11:27 verworpen. Het dogma der onbevlekte ontvangenis, dat door Matth.1 al aan het wankelen is gebracht, valt met Joh.3:6: Wat uit het vlees geboren is, is vlees”. Dat Maria een Heiland nodig , blijkt uit haar lofzang, waarin ze God haar Heiland noemt. Het dogma van Maria’s medemiddelaarschap, dat men in voorbereiding heeft , is in flagrante strijd met 1 Tim 2:5. (2) Nergens lezen we van een zondeloos maken van Maria voordat of toen ze zwanger werd).

Thamar

We willen echter terugkeren naar de drie genoemde vrouwen uit het geslachtsregister. Daar is in de eerste plaats Thamar, Haar treurige geschiedenis vinden we in Gen38 midden tussen die prachtige verhalen over Jozef. Vreemd dat we zo’n geschiedenis in de Bijbel vinden. Als het aan ons gelegen had, zouden we die er vast niet in opgenomen hebben. Maar God wijdt – volgens onze indeling – een heel hoofdstuk aan een vrouw, die in ontucht valt, Nee, de bijbel is geen vroom, dweperig boekje, dat buiten het eigenlijke leven staat, het is ook geen moderne realistische roman , waar de schrijver een forse duik neemt in de troebele wateren vn het menselijk zieleleven Neen, de bijbel is het Woord van God, dat ons laat zien, dat de Schepper wel weet wat er op zijn wereld te koop is. Hij laat de mens schilderen zoals hij is, maar dan beschenen met het volle licht van zijn gerechtigheid. Dan wordt zwart niet wit genoemd en omgekeerd. De mens komt dan voor het voetlicht in heel zijn verlorenheid en tenzij er van Gods kant redding komt, is hij onherroepelijk verloren. Zo zien we Thamar. Hoe is het mogelijk dat zo’n vrouw in het geslachtsregister van onze Heiland is opgenomen? Of anders gezegd: Hoe is ze met Christus in contact gekomen?
Als we het Thamar zouden vragen, zou ze zeggen: ”Dat komt door mijn zonden” . En is ze daarin niet een beeld van elke zondaar, die de Heer Jezus heeft leren kennen ? Hoe zijn wij met Heer in contact gekomen? Is dat niet, doordat we onszelf als zondaren hebben leren zien? Enerzijds is dat beschamend, anderzijds verblijdend. De Heer is niet voor brave mensen op aarde gekomen, maar om zondaars te roepen tot bekering. Hoe gelukkig dat wij zondige mensen zijn. Voor engelen, gevallen of niet gevallen, is geen toekomst bereid zoals voor ons.. Voor de gevallen engelen is er geen redding. Hun deel is de poel des vuurs. Maar de zondaar gaat ook de uitverkoren engelen ver te boven. Zoals Christus meer is dan alle engelen, zo ook de zondaar die met Christus verbonden is.

Rachab

Zodra iemand zich als zondaar leert kennen gaat hij uitzien naar redding. Iedere oprechte zoeker, wordt ook een vinder van het heil Gods. De bijbel vertelt ons niet alleen dat we zondaars zijn, hij wijst ons ook op het werk van de Heer Jezus op Golgotha’s kruis. Hoe krijgt de zondaar deel aan de resultaten van dat werk? Met andere woorden: hoe wordt hij behouden? Wel, dat vinden wij uitgedrukt in Paulus’ woord aan de stokbewaarder:”Geloof in de Heer Jezus en gij zult behouden worden , gij en uw huis”. Daarvoor is dus geloof nodig. at vinden we voorgesteld in de tweede vrouw, in Rachab. Wie had ooit gedacht een vrouw met zo;n leven te vinden onder de geloofshelden en heldinnen van Hebr.11? En toch staat ze er in vers 31. Ze wordt er onverbloemd genoemd: Rachab, de hoer. Ze geloofde in de almacht van de God van Israël . Ze wist dat die God zijn volk het land zou geven . Ze wist ook dat zij en haar volk tot ondergang gedoemd waren. Maar ze geloofde ook in het redmiddel dat de twee verspieders haar gaven. Haar geloof was maar niet een mondbelijdenis, nee, het uitte zich in daden, daarom lezen we:”daar ze de verspieders met vrede opgenomen had”. Ze wordt in het nieuwe testament nog een derde keer vermeld. Jakobus stelt haar in zijn brief, samen met Abraham, voor als een illustratie van de waarheid, dat wáár geloof zich in werken openbaart (Jak.2:25).Wil een zondaar behouden worden, dan moet hij eerst zijn zondige toestand inzien, maar daarna moet hij “gehoorzaam worden aan het geloof”. Hij moet Jezus Christus aannemen als zijn Verlosser en dat geloof door daden bewijzen. En laat ieder die nog niet bekeerd is, doen wat Rachab deed. Toen de verspieders weggegaan waren, bleef ze met het scharlaken koord achter. Ze redeneerde niet:”Morgen of overmorgen kan ik dat koord nog wel uit het venster hangen , want de Israëlieten kunnen toch niet eerder hier zijn”. Nee, er staat:”Daarop liet zij hen gaan en zij gingen heen; en zij bond het scharlaken koord aan het venster”. Heden is het de welaangename tijd, morgen kan het te laat zijn. Wonderlijk toch dat Woord van God. In Joz. 12:9 worden in een paar verzen 31 koningen opgenoemd, die door de Israëlieten verslagen zijn. Strategisch gezien was dat toch veel belangrijke dan de redding van Rachab. Aan laatstgenoemd feit wordt echter anderhalf hoofdstuk gewijd, terwijl er tot driemaal toe in het nieuwe testamrnt gewag van gemaakt wordt. Daaruit zien we hoe belangrijk God deze geschiedenis en deze vrouw vindt . Hij wil ons er een voorbeeld mee geven . Gelukkig allen die navolgers van Rachab geworden zijn, die het scharlaken snoer kennen, waarachter ze schuilen, te weten het bloed van Jezus Christus.

Ruth

Vinden we Thamars geschiedenis in één hoofdstuk en die van Rachab in twee; Ruths geschiedenis is zo belangrijk, dat er een apart boek aan gewijd is, dat ook de naam Ruth draagt. Hoe is het mogelijk, dat Ruth een plaats in het geslachtsregister van de Heer Jezus heeft gekregen? Ze verdiende zelfs geen plaats onder de stammen van Israël. Laat staan onder de koningsstam van Juda en het huis van David! In Det 23:3 lezen we toch dat de Moabiet tot in het tiende geslacht niet zou opgenomen worden in de vergadering des Heren tot in eeuwigheid! De wet stond Ruth in de weg, Dat handschrift getuigde tegen haar! En toch heeft ze haar plaats in Matth.1. Hoe is dat mogelijk? Ja hoe is het mogelijk dat een zondaar die , die door de wet buitengesloten zou zijn van het leven, laat staan het eeuwige leven, toch de eeuwige heerlijkheid erft? Als we het Ruth zouden vragen , zou ze zeggen:” Boaz is me genadig geweest” (Ruth 2:10). “Hij is ook mijn Losser geworden” (Ruth 3:9) Zo ook heeft God genade voor recht laten gelden. “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden” (Joh. 1:17). Ja, Jezus Christus heeft het handschrift dat tegen ons getuigde teniet gedaan en ons verlost van de vloek van de wet.

Mijn zonden deden de Heiland gaan naar het kruis. Mijn geloof bouwt op zijn werk, de storting van het bloed, maar uiteindelijk is het Gods genade die mij redt en waardoor ik de Heer Jezus heb leren kennen. Dat is de les, doe God ons wil leren uit een geslachtsregister.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies