De zondeval als feit
In dit artikel gaan we uit van de historiciteit van de zondeval. Door die val in de zonde zijn we zondig van aard geworden en doen we zonden als verkeerde daden. Bovendien is er een breuk met God ontstaan.
Ook al geloven ze niet in de zondeval als feit, toch zijn er heel wat mensen die erkennen dat er met de mens individueel en met de mensheid als gemeenschap iets fout is. We gaan ons nu bezig houden met de vraag welke pogingen de mensen in het werk stelden en stellen om het probleem van het kwaad te bestrijden. De Bijbel geeft daar diverse voorbeelden van die we de revue laten passeren.
Gevolgen van zonde bestrijden
Een van de pogingen is de gevolgen van de zonde te lijf te gaan. Je vindt dat al direct bij Adam en Eva (Gn 3). Na hun ongehoorzaamheid aan Gods gebod ontdekken ze dat ze naakt waren. Voor die tijd waren ze dat al, maar ze schaamden zich er niet voor. Nu doen ze dat wel. Hun oplossing is van vijgenbladeren een soort schorten te maken om hun naaktheid te bedekken. Biologisch gezien is dat natuurlijk een werkzaam middel, maar geestelijk gezien hielp het niet. Dat beseft Adam want als God hem ter verantwoording roept zegt hij niet: Ik was naakt, maar “Ik ben naakt’. Hij stond namelijk naakt in de zin van openlijk schuldig voor God
Dat bestrijden van de gevolgen is in feite dweilen met de kraan open. We zien het om ons heen in drankbestrijding, drugsbestrijding, opsluiten in gevangenissen enz.
Op zichzelf zijn die dingen niet te verwaarlozen. De schade wordt er ten dele door beperkt, maar er moet meer bij. De oorzaak van het kwaad moet onder de loep genomen worden en het redmiddel dat God aanreikt moet worden aanvaard. God bekleedt Adam en Eva met rokken van vellen. Daar zit een les in, want om die rokken te krijgen moeten dieren geslacht worden. Dat wijst heen naar het offer van Jezus Christus. Later in de Bijbel wordt die betekenis verder onthuld: zonder bloedstorting is er geen vergeving!
Eigenzinnige godsdienst: goede werken presteren
een andere oplossing vinden we bij Kaïn. Hij komt op het idee om God een offer te brengen (Gn 4). Hij brengt de vruchten van het veld, maar dat zijn vruchten van een vervloekte aarde. Aan de les van de bloedstorting die voor de bekleding van zijn ouders nodig was, gaat hij voorbij.
Zijn broer Abel bracht ook een offer, hij nam de les van de bekleding met dierenvellen ter harte. Hij bracht een bloedig offer en wel een lam van zijn kudde. In Hb 11:4 staat uitdrukkelijk dat Abel een beter offer bracht dan Kaïn. Het offer was niet alleen beter omdat Abel het in geloof bracht, maar het was ook beter in zichzelf.
Er komt bij dat Kaïn het niet accepteert dat God het offer van Abel wel aanneemt, maar zijn offer niet. Hij doodt daarom nota bene zijn broer!
Vertrouwen op eigen kracht: God vaarwel gezegd
Met Kaïn en zijn nakomelingen gaat het bergafwaarts. Kaïn gaat weg van God en trekt naar het land Nod waar hij een gezin sticht. Hij krijgt een zoon en noemt die ‘Henoch’ vervolgens bouwt hij een stad en noemt die Henoch naar de naam van zijn zoon (Gn 4:16,17). Het is wel ter zake hierbij Ps 49: 12 aan te halen waar van de mensen staat: ‘Ze noemen de landen (dat geldt ook voor de steden) naar hun namen’. Kaïn krijgt een nakomeling die Lamech heette. Deze man zoekt geen oplossing voor het probleem van het kwaad. Ten eerste neemt hij zich twee vrouwen wat tegen de huwelijksinstelling van God ingaat. Vervolgens heft hij een strijdlied aan waarin hij aangeeft dat hij het kwaad hem aangedaan met doodslag bestraft. Hij heeft God helemaal niet nodig. Hij kan zelf wel voor zijn belang en zijn eer opkomen. Lamech krijgt drie zonen die niet leven voor het hiernamaals, maar voor het ‘hiernumaals’. Zij proberen het leven op aarde aangenamer te maken door tenten te fabriceren en de veeteelt uit te oefenen (Jabal); door muziekinstrumenten te introduceren voor ‘entertainment(Jubal) en door koper en ijzer te bewerken en dus de techniek het licht te laten zien (Tubal Kaïn). Op zichzelf zijn dit geen kwade zaken, maar als God er niet in verheerlijkt wordt heeft het alleen betekenis voor het leven hier en nu (lees Gn 4:19-24).
Tenslotte worden de mensen totaal door geweld beheerst en gaat men occulte verbindingen aan. Daarop zendt God de zondvloed die een eind maakt aan hun bestaan. Slechts Noach en zijn gezin worden gespaard (zie Gn 6 -9).
De zaken die we hier gevonden hebben beheersen nog steeds het leven van de mensen die met God geen rekening houden.
Afgoderij in alle mogelijke vormen
Met God en geen enkele hogere macht rekening houden is een ding, God vervangen door een afgod en die ‘dienen’ is een tweede en een nog ernstigere zaak. Na de zondvloed zien we de mensen daartoe vervallen Men gaat zon, maan en sterren aanbidden, men maakt afbeeldingen van zaken uit de schepping, pure beeldendienst, en buigt zich daarvoor neer (Rm 1:18-32).
Men probeert zich te beschermen tegen het kwaad door de goden gunstig te stemmen door offers, zelfs door mensenoffers.
Je treft dat niet slechts aan onder de volken in het algemeen, maar ook onder het volk Israel aan wie God zich op een bijzondere manier heeft geopenbaard en aan wie hij een schitterende eredienst heeft gegeven die in al zijn onderdelen heenwees naar Christus en diens werk.
Israel verviel eveneens tot afgoderij en maakte het tenslotte nog bonter dan de heidenvolken. Na de wegvoering naar Babel en de terugkeer uit die ballingschap verviel het volk tot een dode orthodoxie, de vorm werd heilig verklaard en tenslotte werd de Redder, de Messias die het volk redden kon verworpen.
Daarop ging de boodschap van heil tot de volken en het christendom ontstond, maar ook daar kwamen andere gedachten op en zocht men zijn heil buiten God om.
Men verviel in eerste instantie niet in het aanbidden van zon, maan en sterren of het creeren van beeldendienst, maar in maatschappelijke systemen. Het kapitalisme trok zijn aanhangers, het communisme dat zich daar tegen keerde verheerlijkte de macht van de staat. Anderen verwachten alles van de groei van de wetenschap, van het denkvermogen van de mens.
De evolutietheorie
God werd als Schepper aan de kant gezet en de evolutietheorie vond een nieuw soort aanbidders. Daarnaast kregen oosterse, heidense godsdiensten invloed in de ‘christelijke’ landen, een leger van goeroes stortte zich op de westerse wereld daarbij deed new age zijn intrede. Men heeft dit alles wel genoemd de ‘herbetovering’ van de westerse wereld.
Bij dat alles zocht men – zij het op verschillende wijze – de mensheid in zijn geheel en de mens individueel te verlossen. Denk globaal, handel lokaal werd een strijdkreet. Maar uiteindelijk is het zelfverlossing waar het om draait.
Welke oplossing geeft God?
Tegenover dit alles staat de oplossing van God en die gaf God na de zondeval al aan – zoals we al aangaven – door de bekleding van de mens. De oplossing is niet dat de mens zichzelf verlost door welke inspanning dan ook, dat hij zich tot God opwerkt, nee ze bestaat hierin dat God tot de mensen afdaalde in de Heer Jezus. Hij gaf zich zelf als verlosser voor verloren zondaars. Hij wilde onze zonden dragen op het kruishout en de straf ervoor ondergaan en Hij werd tot zonde gemaakt en droeg het oordeel over de zondemacht die in ons huist.
De oplossing van God werd door Paulus voorgehouden aan iemand die het bankroet van zijn leven inzag en vroeg ‘ Wat moet ik doen om behouden te worden?’. Paulus zei niet anders tegen hem dan ‘ Geloof in de Heer Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis’ (Hd.16:30-32).
Die oude boodschap is nog steeds actueel. Een andere weg tot verlossing is er niet dan je bekeren tot God, berouw hebben van je zonden en geloven in de Heer Jezus.
Een boodschap waardoor al velen gered zijn en een nieuw leven met God en met Jezus Christus begonnen zijn .