Dit eerste boek van de Bijbel beschrijft:
- het tweevoudig verslag van het scheppingswerk van God (Gn 1 en 2;
- het droevig feit van de zondeval (Gn 3);
- de moord van Kaïn op zijn broer Abel en welke nakomelingen Kaïn krijgt (Gn 4);
- het geslachtsregister van Adam tot en met Noach via zijn derde zoon Seth (Gn 5);
- de boosheid van het mensengeslacht en het oordeel van de zondvloed (Gn 6-8);
- het verbond van God met Noach en de vloek van Noach ov er Kanaän (Gn 9);
- de nakomelingschap van Noach (Gn 10);
- de torenbouw van Babel en de spraakverwarring (Gn 11:1-9)
- het geslachtsregister van Sem tot en met Abram (Gn 11:10-32);
- de geschiedenis van Abram (Abraham) en zijn gezinsleven alsmede die van Lot en Abrahams ontmoeting met Melchizedek (Gn 12-18:15)
- hoe Abraham voorbede doet voor Sodom en de verwoesting van die stad (Gn 18:16-19:29);
- de geschiedenis van Lot en zijn dochters (Gn 19:30-38);
- het verblijf van Abraham in Gerar en zijn contact met Abimelech (Gn 20, zie ook 21:22-34);
- de geboorte van Isaäk en de verdrijving van Hagar en haar zoon Ismaël die Abraham bij haar verwekt had (Gn 21: 8-21);
- het offeren van Isaäk (Gn 22);
- de dood van Sara en haar begrafenis van Sara( Gn 23);
- het huwelijk van Izaäk met Rebekka (Gn 24)
- de dood van Abraham en een overzicht van de zonen van Ismaël (Gn 25:1-18);
- de verdere geschiedenis van Isaäk en hoe Jakob zijn broer Ezau de zegen van de eerstgeborene weet te ontfutselen (Gn 25:19-27:46);
- de vlucht van Jakob naar Haran, zijn verblijf bij Laban, zijn huwelijk met Lea en Rachel, de dochters van Laban, de geboorte van zijn kinderen en het verwerven van een grote kudde (Gn 28-31);
- de ontmoeting van Jakob met Ezau, de moord van zijn zonen Levi en Simeon op de inwoners van Sichem, zijn terugkeer te Bethel en het sterven van Rachel en Isaäk (Gn 32-35);
- de nakomelingschap van Ezau (Gn 36);
- hoe de broers van Jozef hem verkopen aan de Midianieten Gn 37);
- de ontluisterende geschiedenis van Juda en zijn schoondochter Thamar (Gn 38);
- het verblijf van Jozef bij Pothifar (Gn 39);
- zijn ervaringen in de gevangenis (Gn 40);
- de verhoging van Jozef tot onderkoning van Egypte (Gn 41);
- de tweemalige reis van de broers van Jozef naar Egypte (Gn 42-44);
- hoe Jozef zich aan zijn broers bekend maakt (Gn 45);
- de reis van vader Jakob naar Egypte (Gn 46-47:12);
- de regeringsmaatregelen van Jozef in verband met de hongersnood (Gn 47:13-:26);
- de laatste levensjaren van Jakob en het zegenen van de twee zonen van Jozef (Gn 47:27-48:22);
- de zegen die Jakob uitspreekt over elk van zijn zonen (Gn 49:1-28);
- de dood van deze aartsvader en zijn begrafenis (Gn 49:29-50:14);
- de afscheidswoorden van Jozef gericht tot zijn broers en zijn sterven (Gn 50: 15-25).
Op wat in het boek Genesis beschreven staat wordt verderop in de Bijbel regelmatig teruggegrepen. Het is dus van belang de inhoud van dit boek goed te kennen.