Gehoorzaamheid
- Behalve door gemeenschap met God werd Elia’s dienst gekenmerkt door gehoorzaamheid.
“Ga van hier” (1 Kon. 17:3); “Hij ging heen” (vs. 5);
“Ga heen” (1 Kon. 18:1); “Elia ging heen” (vs. 2);
“Keer terug” (1 Kon. 19:15); “Nadat hij vandaar gegaan was” (vs. 19);
“Sta op” (2 Kon. 19:15); “Elia ging heen”(vs. 4). - Elia vertoonde de dienstknechtsgestalte zoals:
Samuël: “Spreek, want uw knecht hoort” (1 Sam. 3:10);
David: “Uw knecht zal gaan en met deze Filistijn strijden” (1 Sam. 17:33);
De Heer Jezus: “Zie, mijn knecht, die ik ondersteun” (Jes. 42:1);
Hemelse heiligen: “En zijn slaven zullen hem dienen” (Openb. 22:3). - Eenmaal heeft Elia dit dienstknechtkarakter verloochend. Toen maakte
hij zich gereed zonder bevel (1 Kon. 19:3). Vandaar ook : “Keer terug”.
Elia vluchtte voor een vrouw. De wapenrusting van een christen heeft geen verdediging aan de achterzijde (Ef. 6). Hij is niet in de eerste plaats op de vlucht berekend.
Uitzonderingen:
“Vliedt de hoererij” (1 Kor. 6:18);
“Vliedt de afgodendienst” (1 Kor. 10:14);
“Vlied deze dingen (1 Tim. 6:11);
“Vlied de begeerlijkheid der jonkheid” (2 Tim. 2:22). - Elia’s geloofsgehoorzaamheid werd wel op de proef gesteld:
a. Ik heb de raven geboden… volkomen tegen de natuur in;
b. De beek droogde op… geen vertrouwen op de beek stellen;
c. Ik heb een weduwe geboden… zou wel genoeg met zichzelf te stellen hebben;
d. Ga heen, vertoon u aan Achab… liet overal naar hem zoeken om hem te doden. - Slechts voorziening in de weg van gehoorzaamheid:
a. Ik heb daar de raven geboden.
b. Ik heb daar een weduwe geboden.
Alles volkomen geregeld door God. Vergelijk het manna en de wolkkolom.