Brief aan de Filippiërs 4:1-9
vs 1 Mijn geliefde broeders. Waarom zou de apostel in dit verband het woord geliefde inlassen?
Omdat hij ze vermanen moet over onenigheid die er is tussen twee zusters.
Hij verlangt naar ze . Hoe duidt hij ze zelfs aan? Als mijn blijdschap en kroon. Verklaar het tweede woord van deze aanspraak. Het is het woord voor krans (stefanos) en duidt op een
1 Th 2:19 beloning in verband met een wedloop bijvoorbeeld. De gelovigen te Filippi zijn een kroon op het werk van Paulus.
Waartoe roept hij ze op? Om vast te staan in de Heer. Let op dat het woord geliefden hier weer wordt herhaald. Zie je een reden daartoe? Ja want hij komt nu bij dat wat er mis is en geeft a.h.w. aan dat de beide zusters ook tot de geliefden behoren al moet hij ze terechtwijzen.
vs 2 Welke vermaning geeft hij aan Euodia (“goede voortgang”; “goede reuk”) en Syntyché (“samentreffen”; “succesvolle”). Om eensgezind te zijn. Waarom herhaalt hij het “ik vermaan”? Hij wil voorkomen dat ze denken dat hij partij zou kiezen, ze zijn a.h.w. allebei fout.
Er is dus verdeeldheid tussen die twee. Welk gevaar zit daarin?
Dat de onenigheid tussen die twee zich zou uitbreiden er een twee partijen zouden gevormd worden. Let erop dat eensgezindheid niet betekent dat men over alles precies gelijk denkt. Het is een zaak van het hart en niet van inzicht.
vs 3 Aan wie doet hij een oproep? Aan een trouwe metgezel. Wie kan dat zijn? Timotheüs is
2:19,25 een metgezel van de apostel, maar die moet hij nog zenden. Epafroditus komt eerder in aanmerking want die heeft hij naar hen toegezonden en van hem geeft hij een geweldig getuigenis. Anderen denken aan Lukas die inderdaad vaak een metgezel van de apostel was (ook in Filippi, Hd 16), maar die wordt in deze brief nergens genoemd. Anderen menen dat het woord op een eigennaam duidt.
Wat houdt zijn oproep in? Dat de trouwe metgezel deze twee zusters (maar ook anderen?) behulpzaam zal zijn hun probleem op te lossen
Hoe weten we dat de twee vrouwen ijverig geweest zijn in geestelijk opzicht? Ze hebben samen met de apostel gestreden in het evangelie. Kennelijk houdt dat meer in dan behulpzaam zijn in de zin van ondersteunen zodat de apostel het evangelie kan brengen, ze zijn kennelijk bij de prediking van het evangelie zelf betrokken geweest. Let op het woord “overige medearbeiders”
Gelovigen die samenwerken kunnen verdeeld raken. Heeft Paulus daar ook ervaring mee? Ja, want er is verdeeldheid gekomen tussen hem en Barnabas.
Wie is ook een medestrijder geweest ? Clemens Diens naam betekent “de milde of barmhartige”.
Ex 32:32,33 Wat zegt de apostel van al die medewerkers? Dat hun namen in het boek van het leven staan Kun je uit dat boek uitgedelgd worden? Dat hangt ervan af wat we onder het boek des levens verstaan.
Ps 69:29; Op 3:5 Of gaat het in Ex 32 om een ander boek? Dat kan zijn, namelijk het boek van de levenden
Ps 139:16; Dn 12:1 Uit dat boek zullen de onrechtvaardigen worden uitgedelgd blijkens Ps 69:29. Deze gedachte vindt steun in Js 4:3 waar sprake is van hen die “overgebleven zijn” en ten leven zijn opgeschreven. Op 3:5 spreekt over personen die niet uitgewist worden Op 13:8 spreekt over personen waarvan de naam niet staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is. Die uitdrukking gaat verder dan boek des levens. In Op 17:8 gaat het wel weer over niet geschreven zijn in het boek van het leven. Zie ook Op 20:12,15 Daarentegen spreekt Op 21:27 over geschreven zijn in het boek van het leven van het Lam
Poging tot samenvatting.
- alle mensen die geboren worden zijn geschreven in het boek van het leven;
- in principe kunnen deze allen het eeuwige leven ontvangen;
- als mensen zich als onrechtvaardigen en goddelozen gedragen dan worden ze door de dood (als oordeel) uit dit boek van levenden uitgedelgd;
- er is echter een tweede administratie en die omvat hen die werkelijk het leven bezitten door het Lam dat voor hen geslacht is. Zij worden niet door oordeel uit het boek van de levenden gewist, zij zijn degene die overblijven. Voor hen betekent het boek van de levenden uiteindelijk het boek van het leven van het Lam. Uit die tweede , die achterliggende administratie wordt iemand niet uitgewist.
vs 4 Waarin kunnen we ons altijd verblijden? In de Heer Wat houdt dat in? Dat we blij zijn Hem toe te behoren en we ons verheugen in Hem
vs 5 Waarin moeten de Filippiërs uitblinken? In inschikkelijkheid. Wat betekent dat woord? Vriendelijkheid, welwillendheid, niet op je rechten staan
Wat is de betekenis en de bedoeling (hier) van de uitdrukking “de Heer is nabij? Zijn komst is nabij en met het oog daarop moeten we ons goed gedragen. Andere gedachte: als we niet op onze rechten staan is de Heer ons nabij , d.w.z. staat Hij ons bij.
vs 6 1 Pt 5:7 Mogen we helemaal geen zorgen hebben? Jawel, maar we mogen niet bezorgd zijn en met alles wat niet zo leuk is rondtobben. Wat moeten we met onze zorgen doen? Ze op de
Ps 37: 5 Heer werpen. Hele zware zorgen moeten we op de Heer wentelen.
Wat moeten we doen met al onze verlangens? Ze bij God bekend maken. Welke combinatie van twee zaken moeten we daarbij niet vergeten? Gebed (smeking) en dankzegging. Waarvoor danken? Voor de vervulling of voor het feit dat we een God hebben die hoe dan ook voor ons zorgt.
vs 7 Er staat niet dat we al onze verlangens ook krijgen, maar wat is wel het gevolg van ons naderen tot God? Dat de vrede van God ons vervult en onze gedachten bewaart
Wat houdt dat in? Dat we niet ongeduldig of zelfs opstandig worden als we niet direct ontvangen wat we wensen.
vs 8 Na opnieuw de aanspraak broeders somt de apostel zeven zaken op die we moeten bedenken. Ga na wat de zin is van elk van die punten.
al wat waar is > geen leugenachtigheid of onoprechtheid of ook kletspraat;
al wat eerzaam > dus geen zaken die niet deugen – vooral op moreel gebied;
al wat rechtvaardig > dus de anderen altijd rechtdoen;
al wat rein is > dus geen zedeloze of immorele zaken;
al wat beminnelijk is > alles wat aangenaam is voor de ander;
al wat welluidend is > geen harde of onwelvoeglijke taal dus;
als er enige deugd of lof is bedenkt dat alles wat de ander dient en wat lof waard is.
vs 9 Welke vier dingen die ze bij de apostel hadden opgemerkt moesten de Filippiërs (en ook
2 Tm 3:10 wij) doen? Wat u geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt
Kun je er wat nader op ingaan? We zien een nadere uitwerking ervan in de 2e brief aan Timotheüs
vgl 1 Ko 14:33; Wat is het gevolg als ze dat doen? Dat de God van de vrede met hen zal zijn. Ken je meer
Rm 15:33; 16:20 omschrijvingen van God als de hier genoemde?
2 Ko 13:11 – de God van de liefde en de vrede > 2 Ko 13:11;
2 Th 3:16; 5:23 – de God van alle vertroosting > 2 Kom 3: 3;
Hb 13:20 – de God van de heerlijkheid > Hd 7: 2;
- de God van recht > Js 30:18;
- de God van alle genade > 1 Pt 5: 10;
- de God van de hoop > Rm 15:13
Ga ook eens na wat Paulus aan zijn jongere medewerker Timotheüs voorhoudt? Zie hierboven. Hoe kunnen wij dat op ons toepassen, wij hebben toch nooit persoonlijk onderwijs en contact met de apostel gehad? Wij kennen dat van Paulus uit de Schriften.