1) Wat is gemeenschap
Het woord “ gemeenschap” houdt in dat je samen met iemand iets bezit. Dat je hetzelfde doormaakt, hetzelfde gevoelt, etc.. Je deelt iets met een anderr en dat bind je samen.
Als gelovigen kennen we verschillende “soorten” van gemeenschap: gemeenschap in het lijden, gemeenschap in het evangelie, enz. Deze vormen van gemeenschap zijn niet “algemeen”. Ze gelden alleen in een bepaald opzicht voor bepaalde gelovigen.
2) Met wie hebben we gemeenschap?
Over bovengenoemde bijzondere vormen van gemeenschap willen we het niet hebben, het gaat om twee aspecten van gemeenschap waar we allemaal als gelovigen mee te maken hebben en dat zijn:
a. de gemeenschap met de Vader en met zijn Zoon (1Jh 1:3b; 1Ko1:9) en
b. de gemeenschap met elkaar (1Jh 1:3a, 7).
De eerste gemeenschap ( a) geeft een verticale binding aan; de tweede (b) duidt op een horizontale band. Deze tweevoudige gemeenschap geldt alle gelovigen en ze is onverbreekbaar, onaantastbaar.
We delen met de Vader de liefde voor de Zoon, we delen met de Zoon de liefde tot en de band met de Vader. Iets geweldigs. We delen met elkaar dat wat we in de Vader en de Zoon bezitten
3) Hoe beleven we de gemeenschap?
punt a door gebed, bezinning op wie de Vader (voor ons) is “Gods verborgen omgang vinden”. Hetzelfde geldt voor de Zoon. “Stille tijd” !
punt b door samen je te verheugen in de Heer; door (liefdevolle) omgang met elkaar; door samen te bidden; samen het avondmaal te vieren.
4) Verhinderingen voor de praktische beleving van gemeenschap
Principieel kan de gemeenschap niet verbroken worden, wel kan de beleving van gemeenschap verstoord worden o.a. door zonde, ruzie, afwijking van Gods Woord, verdeeldheid, enz. Herstel door belijdenis, verzoening!