044 jrg 103, 12-1960 Onderwerpen en weerstaan

Een overgegeven wil

Er zijn twee middelen, waardoor wij de overwinning kunnen behalen op de aanvallen van satan. We vinden ze in Jak. 4:7: “Onderwerpt u dan aan God. Weerstaat de duivel en hij zal van u vlieden”. Het zich onderwerpen aan God en het weerstaan van de duivel, in de kracht van het geloof, dat onvoorwaardelijk vertrouwt op Gods Woord en almacht, zijn twee dingen die noodzakelijk bij elkaar horen.

Niemand kan een overwinning op de duivel behalen, als hij niet bereid is zijn wil aan Gods wil te onderwerpen. Hoe kan God kracht verlenen aan iemand, die zich niet aan Hem onderwerpt? In alle conflicten met de vijand van onze ziel is het een eerste vereiste, dat wij het met God in orde maken om ons volkomen aan zijn wil te onderwerpen. Het is onmogelijk enige geestelijke vordering te maken, als we dit nalaten. Zich verzetten tegen Gods wil is een gevaarlijke zaak. Welke aanleiding zou er bovendien zijn om het te doen?

God spaarde zijn eigen Zoon niet, maar heeft Hem voor ons overgegeven aan het kruis, om ons te redden van het verderf en ons het kindschap Gods nu reeds te geven. Hij wil zijn vreugde en eer met ons delen. Zou Hij dan iets voor ons willen, dat niet goed voor ons zou zijn? Natuurlijk niet! Waarom dan ook opstandig zijn? Het kan niet genoeg herhaald worden dat een overgegeven wil aan God nodig is om ware vreugde voor onze ziel te smaken. Iemand, die niet in ware gemeenschap met God leeft, is niet onderworpen aan de enige persoon in het ganse heelal, die het hart kan vervullen met rust, geluk, vrede en kracht.

Vertrouwen op Gods Woord

Het andere middel om te overwinnen, is de duivel te weerstaan. Satan geeft nooit vrede voor het hart. Hij kan dat eenvoudig niet doen. Hoe aantrekkelijk het lokaas, dat hij ons voorhoudt er ook mag uitzien, het is slechts de ontspanner van een valstrik. Als we het met de duivel op een akkoord gooien, kunnen we niet anders verwachten dan ongeluk en onvrede te oogsten.

“Maar hoe kan ik de duivel weerstaan?”, zult u zeggen. “Zijn kracht gaat die van mij ver te boven, om hem te kunnen overwinnen“. Dat is waar, maar door zo te redeneren vergeten we, dat Christus hem overwonnen heeft. Geen enkele gelovige kan de duivel in eigen kracht weerstaan. Dat is alleen mogelijk in de kracht van Gods Woord. Wanneer we het Woord van God gebruiken, in het geloof dat God voor zijn Woord instaat met al zijn kracht, dan moet de duivel vluchten. Tegen die macht kan hij niet op.

Als de duivel u wil doen twijfelen aan uw redding, wijs hem dan op Joh. 3:16, of op een andere schriftplaats. De Heer heeft gezegd, dat wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan. Zijn macht staat er achter om deze belofte waar te maken. God heeft het gezegd, wie kan het dan veranderen? De duivel moet vluchten, als we zo met onwrikbaar vertrouwen Gods Woord tegen hem gebruiken. Hij kan geen twijfel zaaien in een hart dat eenvoudig vertrouwt op wat God gezegd heeft.

Het gaat er niet om wat wij voelen, maar om wat God zegt. Dat alleen is zeker. Als de duivel ons tot een of andere zonde wil verleiden met de suggestie: “het is niet zo erg, iedereen doet het immers”, laten we dan het Woord van God aanhalen, met een overgegeven wil en een vast vertrouwen, en de duivel zal vluchten. De Heer Jezus Zelf is hierin ons grote voorbeeld geweest. Toen Hij verzocht werd, gebruikte Hij het Woord. Hij bad niet alleen, Hij keerde Zich tegen de duivel met de autoriteit van Gods Woord (zie Matth. 4:10). De Heer riep niet een leger van engelen te hulp om de duivel te verdrijven. Ook ontplooide Hij niet zijn macht als de eeuwige Zoon van God. Nee, als de afhankelijke mens deed Hij wat wij allen moeten doen: Hij gebruikte het Woord van God. Voor Hem was dat maatgevend en voldoende. Hij nam vrijwillig zijn plaats in als mens en gebruikte geen ander middel dan dat wat ons gegeven is. Hij rekende op de. almacht en het gezag van het Woord van God. Hij gebruikte het geschreven en geïnspireerde Woord, zonder er iets aan toe te voegen.

Niet redeneren

Als Eva zó Gods woord gebruikt had, zou het de satan nooit gelukt zijn haar te verleiden. Maar juist toen ze met de duivel ging redeneren en op haar eigen inzicht vertrouwde, was ze zonder kracht om de verzoeking van Satan te weerstaan.
Wanneer wij ware vreugde en geluk willen kennen en de duivel willen weerstaan, moeten we nooit met hem gaan redeneren. Gods Woord is onze enige steun, het is van beslissende betekenis door zijn Goddelijke autoriteit. We kunnen de duivel niet treffen met onze eigen redeneringen. Als we daarmee beginnen, zullen we zeker de nederlaag lijden. Maar om dit wapen te kunnen gebruiken, moeten we het Woord van God bestuderen. Hoe kan iemand een zwaard gebruiken, als hij het niet bij de hand heeft en zich geoefend heeft er mee om te gaan?
(Vrij naar het Engels)

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies