049 Heer, leer ons bidden

1) WAT IS BIDDEN?

*) Als schepsel in contact treden met de Schepper
Als kind naderen tot de Vader
Deze twee aspecten: Schepper en Vader onderscheiden, niet scheiden.
Gebed is dus een handeling die alles te maken heeft met een bepaalde relatie. Het is een vertrouwelijk omgaan met God.
Geweldig dat we zo’n omgang met God mogen hebben.

*) Soorten gebeden, ruim opgevat: vragen/smeken; danken; loven; aanbidden ook spreken met God, mediteren., belijden
O.T: Gods naam aanroepen.
Uitspraken: het is

  • geestelijk ademhalen
  • alles met God bepraten en regelmatig met Hem bijpraten

*) Niet hetzelfde als een gebed opzeggen.
Nog minder gebruik van gebedstrommels of rozenkrans
Denk aan Saulus van Tarsen: Zie hij bidt’ (Hd 9: 11).
Bidden behoort een levenshouding te zijn (Ps 109: 4).
Het dient ertoe om op één lijn met God te komen.: bidt, zoek, klop en om te delen in Gods belangen.

*) Uitspraak:
Bidden is vragen en ontvangen is het antwoord.
Dit is te eenzijdig gezegd: er zijn gebeden die niet worden verhoord, wel beantwoord -2 Ko 12: 7-10

2) NADERE KARAKTERISERING

Ons bidden wordt gekenmerkt door wie God is en door wie wij zijn.
God is: De levende God
Wij zijn: schepselen geschapen naar Gods beeld

Hij: geen dode Baäl (1 Kn 17);
wij: geen stomme dieren.
Dus communicatie mogelijk.
Hij is de almachtige Schepper en Onderhouder
Wij zijn zwak, afhankelijk van zijn onderhoud.

Dus bidden we om onderhoud, bewaring, uitredding. Mt 6: 11; 14: 30; Mk 10: 47,51. Wij vragen nooit boven Zijn vermogen. Daarom niet bezorgd te zijn voor eten of drinken: Mt 6: 25-34.

Hij is de goedertieren God
Wij zijn ‘armetierige’, “hulpeloze’ wezens

Dus afhankelijk van Zijn goedheid.
Hij is goed: Mt 5: 45; Hd 14: 15-17; 17: 26,29.
Niet lijken op matroos die uit het want valt en roept: ‘Help me Heer.’ en die zodra hij weer houvast krijgt, denkt: ‘Nou kan ik het zelf wel weer!’

Hij is de alwijze, alwetende Regeerder
Wij zijn uit onszelf onverstandig..

Dus bidden om wijsheid (Jk 1: 5, vgl. 1 Kn 3: 4-13).

Hij is de soevereine Heerser
Wij zijn ondergeschikt. aan Hem

Dus wij hebben het niet voor het zeggen, denk aan: ‘niet mijn wil, maar de uwe geschiede’

Hij is de barmhartige God.
Wij zijn onderhevig aan leed, lijden en vervolging

Dus hebben we ontferming en erbarming nodig Dus bidden om troost, sterkte, bewaring voor geweld en voor verzoeking.

Hij is de vergevende God.
Wij zijn feilbaar vanwege het vlees in ons

Dus behoort het eerste gebed van een mens te zijn: ‘O. God wees mij de zondaar genadig’ (Lk 18: 13 , vgl. 23: 42). Als bekeerden zondigen we nog wel. Enerzijds: Ik schrijf u deze dingen opdat u niet zondigt; anderzijds: als wij gezondigd hebben, hebben wij een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige (1Jh 2: 1,2 vgl. 1Jh 1: 9). Verhouding met de Vader wordt verstoord door zonden. Denk ook aan: Ps 19: 13; 139: 23,24.

Hij is de lankmoedige God
Wij zijn ongeduldig, soms zelfs dwars.

Dus volhardend bidden (Lk 11: 5-8; 18: 1v.v.; Ef 6: 18)

Hij is onze Vader.
Wij zijn Zijn kinderen.

Dus vrije toegang, vertrouwelijk bidden: kinderlijk niet kinderachtig.
Voorbeeld van Hiskia (Js 37: 14; 38: 2-5)
God wordt Vader genoemd in de zin van Oorsprong. Wij noemen Hem Vader, ja Abba Vader in dezelfde zin als de Heer Jezus dat deed (vgl. Mk 14: 36; Rm 8: 15; Gl 4: 6).

*) Opmerking: God neemt genoegen met de onvolkomenheden in onze gebeden, maar Hij heeft vreugde in de volkomenheden ervan.

3) HEEFT GOD ONS BIDDEN NODIG?

*) GOD is Alwetend, Almachtig, Alomtegenwoordig: heeft ons gebed ‘niet nodig’. Wil zich echter openbaren aan Schepselen en een band met hen hebben. Hij vindt het ontzettend fijn en het is tot zijn eer als we tot Hem bidden.

*) Hij zoekt (aan)bidders (Jh 4). Ook vraaggebed eert Hem.

Idee: kinderen gaan met kapotte fiets naar de buurman…blamage voor hun pa!

Ons vertrouwen eert God. Voorwaarde: geloofsvertrouwen.
Gebed is als reukwerk voor God (Ps 141: 2; Op .5: 8; vgl. 8: 3)

*) Aanroepen van de Naam des Heren: is niet zo zeer roepen om redding maar eren van die Naam: d.w.z. eren van God. Zie voorbeeld van Abraham (Gn 12: 8; vgl. 4: 26)

4) HEBBEN WIJ HET GEBED NODIG?

*) a. Verstandelijke tegenwerping: God weet wat we nodig hebben.

b. Foutieve ‘bijbelse’ conclusie is: Eer zij roepen zal Ik antwoorden’.
Op dit terrein met zoveel verborgenheden heeft a geen enkele zeggenskracht.

Uitspraak b heeft betrekking op bijzonder geval.

God schakelt bidden in: opdat we leren onze afhankelijkheid van Hem te beseffen.

*) We behoeven de noodzaak van het gebed niet te doorgronden om die toch te beseffen. God weet de noodzaak. Jezus Christus bad, hoeveel te meer hebben wij gebed nodig.
Resultaat: de vrede van God bewaart onze harten en gedachten (Fl 4: 7).

5) HOE, WANNEER EN WAAR BIDDEN WE

*) Houding in de Schrift: staande (Lk 18: 11,13; Nh 2: 2,4 ‘schietgebedje’), geknield (Hd 21: 5) geknield met gelaat tussen knieën (1Kn 18: 42), liggend (?) met aangezicht ter aarde (Jz 7: 6,10).

Kan gepaard gaan met opheffing van handen (1 Kn 8: 22).. Niet uiterlijke houding, maar innerlijke gesteldheid is het belangrijkst: nederig, afhankelijk, vertrouwend, vrijmoedig .

N.B. Als 1 Tm 2: 8 geluid had: ‘Ik wil dat de mannen bidden met opheffing van handen’, dan voorschrift voor de gebedshouding. Nu ‘heilige’ is ingelast gaat het om het innerlijk, om oprechtheid in verband met de verhouding met mijn broeder.

*) Geen omhaal van woorden: niet klakkeloos uitspraken herhalen (Mt 6: 5-8).
Openbaar gebed geen preek, geen vermaan aan de man naast me. Enkel woord vaak
voldoende: ‘Ze hebben geen wijn'(Jh 2: 3); ‘Die u liefhebt is ziek’ (Jh 11: 3).
Vgl. Mt 14: 12: ‘En zij kwamen het Jezus berichten’

*) Bidt concreet. Een vrouw vraagt in een winkel toch ook niet:: ‘Geef me een tas vol levensmiddelen?’. Zie 1 Kr 4: 9,10; Ri 6: 36-40;1 Kn .18: 36,37.

*) Bij openbaar gebed geen ordinaire taal, evenmin deftig, zalvend, plechtstatig of a f g e m e t e n . Nee vrijmoedig maar niet vrijpostig.
Predikant in Friesland (historisch!) bad op dankstond voor het gewas met het oog op de aardappeloogst: ‘ Heer, de rode stars waren goed, maar de borgers hadden wel wat beter gekund’. (Gaat te ver, dacht ik)

*) We mogen altijd bidden. Nooit te vaak, wel te weinig.
Driemaal daags in: Ps 55: 18 en Dn 6: 11; Altijd in: Fl. 4: 6 en 1 Th 5: 17 .
Soms sprake van bidden en vasten: Js 58: 10; Hd 13: 2.

*) Normaliter: persoonlijk gebed in binnenkamer of op stille plek.
Openlijk bidden: moet niet demonstratief; maar ook niet je ervoor schamen.
Zie: Daniël (Dn 6); Jezus Christus (Jh 6: 11); Paulus (Hd 27: 35;).

Voorbeeld schietgebed: Nh 2: 4 (ctr.1: 14); 2 Kr 18: 31.

*) Hardop bidden – ook als je alleen bent – leert je bewuster te bidden, intensiveert het bidden, voorkomt dat je gedachten afdwalen.

6) MACHT VAN HET GEBED

*) Op gebed van Elia: drie en halfjaar geen regen, vuur uit de hemel, weer regen, God maakte pad door Jordaan. Jezus Christus bad en er was voedsel voor 5000 mensen.

*) Het gebed bewerkt geestelijke groei en bewaart voor afwijkingen.

Opmerkelijke opmerkingen:
-Iemand is innerlijk gevallen (geen gebed), voordat hij openlijk valt
-Gebed doet zonde te niet of anders doet zonde gebed te niet.
-Moody: dwaasheid Gods werk te kunnen doen, zonder Gods kracht.

7) REAGEERT GOD OP ONS (AANHOUDEND) BIDDEN?

*) Ja, pracht illustratie: Ri 10: 6-17 Hij kon Israë ls ellende niet langer aanzien.
Uitdrukking: God liet zich verbidden. Onbegrijpelijk, maar Bijbelse realiteit.
Let op Gods reactie: op de houding van de inwoners van Nineve (Jn 3: 10). op de houding van Achab (1Kn 21: 29).
Dingen kunnen God berouwen, zodat Hij wijziging aanbrengt.
N.B. Volgens moslims bepaalt Allah alles van tevoren. Hoewel de Koran dat niet met zoveel woorden leert, heerst er in het volksgeloof toch een noodlotsidee in de volksislam. Dat vinden we in de Bijbel beslist niet wat
God betreft. We treffen daar ‘flexibiliteit’ in Gods handelen met de mens.

*) God kan iemand dwingen tot een bepaalde daad: Bileam. Verhindert zijn reis echter niet. Dit is uitzonderingsgeval. God geeft normaliter speelruimte waar binnen we keuzes moeten/mogen maken
Eigen verantwoordelijkheid ingeschakeld, maar in afhankelijkheid van God.

*) Merkwaardige uitspraak in Gn 2: 19.: Om te zien, hoe hij ze zou noemen.

Merkwaardig gedrag van Daniël: Weet dat ballingschap 70 jaar zou
duren. Wacht dat niet af, maar gaat erom bidden. Weet dat God soeverein is en er voor de vervulling bekering en belijdenis nodig is.Hij maakt zich tot de mond van het volk en doet belijdenis.

8) VOORBEELD VAN DE HEER JEZUS

(vermeld in het evangelie naar Lukas)
*) Veelzeggend. Woord van Ps 109: 4 slaat in profetische zin op Hem. Intensiviteit van zijn bidden: Mt 26: 36-46; Hb 5: 7.
Lukas beschrijft de Heer als de volmaakte, afhankelijke Mens op aarde.
Komt bijzonder tot uiting in zijn gebedshouding. Tien maal gebed:
*) 3: 21 ‘…ook Jezus was gedoopt en bad’ -begint openbare dienst met gebed.
*) 5: 16 ‘…trok zich terug in de woestijnen en bad’.-onttrekt zich aan menselijke verering.
*) 6: 12 Brengt de nacht door in gebed. Voorbereiding op de roeping van de 12 apostelen.
*) 9: 18 De Heer bidt. Als de discipelen bij Hem komen, brengt Hij ze
tot nadenken over de vraag wie Hij is, zodat God hen dat kan openbaren. Heeft Hij daarvoor gebeden?
*) 9: 28 De verheerlijking op de berg. Heeft de Heiland erom gebeden dat het Koninkrijk voor zijn discipelen zichtbaar mocht worden (denk aan vs. 27)?
*) 11: 1 Het voorbeeld van de Meester wekt bij de discipelen het verlangen om te leren hoe ze bidden moeten. Hij onderwijst hen dat, nadat Hij zelf in gebed is geweest.
*) 22: 32 ‘Ik heb voor u gebeden’. De Heer doet voorbede voor de discipel, die Hem kort daarop verloochenen zou. Wat een Voorspraak bij de Vader is Hij.
*) 22: 41,44 ‘Hij knielde neer……en bad des te vuriger’. De Heiland was in zware strijd in de hof van Gethsémané en bad tot Zijn Vader.
*) 22: 34 ‘Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’. Zelf in lijden en dan toch voorbede voor anderen. Dit is zo’n geweldig feit, dat Js 53 ermee eindigt.
*) 22: 46 ‘Vader, in Uw handen beveel Ik mijn geest’. Spreekt van macht (Joh. 5: 18) en afhankelijkheid. Het werk is volbracht. Het kruislijden begint met een gebed tot de Vader en het eindigt er ook mee.

9) HET ONZE VADER (Lk 11: 1-13)

*) Vraag niet: ‘Leer ons een gebed, maar leer ons bidden’. Ons verlangen moet zijn om te leren bidden..
*) ‘Zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft’. Johannes zelf dus
een bidder. Ziet noodzaak om zijn discipelen het te leren! En/of discipelen verlangden het te leren..
*) Het voorbeeld van de Heer zelf (Hij was in gebed) moedigt de discipelen aan Hem te vragen hen te leren bidden. Laat dit voorbeeld ons aansporen Hem daarin te volgen.

Leringen wekken, voorbeelden strekken.
*) Gebed in Mattheüs en Lukas niet precies gelijk. Geeft steun aan gedachte, dat het ‘Onze Vader’ niet als formuliergebed bedoeld is.

*) Kort en bondig gebed. Geen omhaal(nodeloze herhaling) van woorden (Mt.6: 7),
Persoonlijk gebed: geen beperking in tijd; gemeenschappelijk gebed: kort en krachtig .

*) Aanhef: ‘Vader’. Eerst de relatie uitgedrukt. Wij mogen tot God, maar ook
tot de Heer Jezus bidden: zie 2 Ko 12: 8. Niet Vader aanspreken en dan zonder aanspraak op de Heer Jezus overgaan. Onderscheiden tot wie we spreken. Klakkeloos herhalen van de aanspraak ‘Heer’ of ‘Grote God’ e.d. is niet eerbiedig. Maar dit niet te fors corrigeren.

*) ‘Uw Naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome’. Gods belang op de eerste plaats: Beginnen met God de eer te geven, die Hem toekomt

Gaat om Gods eer nu, maar ook in de toekomst. Moeten ook wij aan denken.

*) ‘Het dagelijks brood’ Geen overbezorgdheid voor de dag van morgen. Onze Vader weet wat we nodig hebben. Gods zorg: Manna voor elke dag genoeg, vrijdags dubbel.
In de Schrift gebeden/gedankt vóór het eten, niet daarna (vgl. ook Lk 22: 19).

Bidden voor/danken na het eten niet veroordelen, maar evenmin verplichten’. Bij voorspoed: afhankelijk blijven voor onderhoud en tevreden zijn (1 Tm .6: 6).

*) Uw wil geschiedde…
Bidden dat mensen zich bekeren en met de wil van God rekening houden.
Maar dan zelf ook rekening met Gods wil houden en hem gehoorzamen.

Drie G’s: Geloof, gebed en gehoorzaamheid!

*) ‘Vergeef ons onze zonden, zoals…’
Ef 4: 32 – principiële standpunt: onze zonden zijn in Christus vergeven
Mt 18: 35 -praktische standpunt als discipelen van Koninkrijk:
als wij niet vergeven zal God ons niet vergeven als we zondigen.
Vergeving niet voorop, God gaat er niet vanuit dat wie zondigen.
Belijden is zonden ‘met man en paard’ noemen..

*) ‘Verzoeking’. Kan zijn beproeving, van kant van God (Gn 22: 1).
Kan zijn verleiding van de kant van satan (Lk 22: 31).
Beide kunnen samen gaan: Job.
Leidt ons niet in verzoeking’ kan betekenen:
a. verhinder dat de beproeving voor ons een verleiding van de satan wordt, of
b. bewaar ons voor het gaan naar plaatsen waar satan ons in verleiding brengt.

Johannes en Petrus beiden in hof bij Kajafas. Petrus valt. Johannes niet.
God verzoekt of beproeft, maar verleidt niet (Jk 1: 13,14 ;vgl.1 Ko 10: 13).

10) SAMEN BIDDEN (DE BIDSTOND)

*) Heer net zo goed in ’t midden als bij avondmaalsviering. Liefst voorbereid komen:
Gebedslast op ons hart. Ook plaats voor dankzegging(Fl 4: 6), dat:
(a) we mogen bidden;
(b) God ons hoort; – God de verhoring beloofd heeft.

*) Kort , concreet bidden. Geen aaneenrijging van onderwerpen
Er kan van te voren gevraagd worden of er speciale gebedsonderwerpen zijn.
Hoewel niet gebruikelijk kan het bidden onderbroken worden door lied of schriftlezing.

*) Voor bidden geen gave nodig. Term: ‘de gave van gebed’ niet bijbels.
Vrijmoedigheid gebruiken, schroom overwinnen, bescheiden blijven.

11) VERHINDERINGEN OM TE BIDDEN/NAAR BIDSTOND TE GAAN

*) Verstandelijke overwegingen:: wat is het nut, het helpt toch niet, God weet toch wat we nodig hebben, er heersen vaste natuurwetten, enz., enz.
Die gedachten bij onszelf oordelen
Ons verstand wordt niet uitgeschakeld, maar het wijst ons niet de weg, dat doet alleen Gods Woord.
*) Drukke bezigheden , vermoeidheid. Tijd vrijhouden of vrij maken!
*) Weinig lust: Jezelf aanpakken. Gewoontevorming. Niet uit, maar naar
gewoonte.
*) Ziekte in het gezin, onvoorziene omstandigheden, enz. Dit zijn redelijke
excuses.
Maar anderszins: Laten we als ‘het half mogelijk is heel te gaan’

Saaie bidstonden? Doe er zelf wat aan. Bidt kort , krachtig, concreet, enz. en
wek anderen op dat ook te doen.

12) VERHINDERINGEN EN VOORWAARDEN VOOR VERHORING VAN ONZE GEBEDEN

*) De inhoud van het gebed strookt niet met de wil van God , met zijn wijsheid (1Jh 5: 14), of is (nog) niet in overeenstemming met onze ‘plaats’ (Mt 15:: 23a). Vroomheid is nog geen garantie voor wijsheid.
Van bepaalde zaken weten we uit de Schrift of ze wel of niet naar Gods wil zijn..Voorbeeld: Gebed om zegen over evangelieprediking is naar Gods wil.

Gebed om de bekering van satan is het niet. Van persoonlijke belangen weten vaak niet direct uit de Schrift of ze naar Gods wil zijn: bijv. aanvaarden van een bepaalde baan. Hiervan geldt: Fl 4: 6 maar stel daarbij de eer van God op de eerste plaats . Illustratie: Monica de moeder van Augustinus bad God of Hij wilde verhinderen dat haar zoon naar het zondige Rome zou gaan. Maar juist daar kwam Augustinus tot inkeer.

*) Gebed in de naam van de Heer Jezus. (Jh 14: 13,14; 15: 5-7; 16: 23). Verhoring vast! De Heer staat er volledig achter. Voorwaarde: antenne naar boven goed afgestemd.

*) Bidden in de Heilige Geest (Jd: 20). Houdt in dat we ons openstellen
voor werking van en voorlichting door de Heilige Geest;

*) Vragen in geloof (Jk 1: 6; Mk 11: 22,24; Mt 21: 22; Hb 11: 6). Bij ongeloof geen verhoring.
Nagaan of we wel werkelijk vertrouwen dat God ons gebed kan en wil verhoren.
Bij gemeenschappelijk gebed eenstemmigheid vereist (Mt 18: 19).

*) Volharding vereist , zie: Lk 11: 5-8; 18: 1vv; Ef 6: 18.

*) Zonden zijn een verhindering: zie Js 15; 59: 1,2., vgl. Jr 7: 17; 11: 11: 14;14: 11. Zonden belijden en nalaten.

*) Verkeerde bedoelingen (Ps 66: 18; Jk 4: 2,3). Moeten geoordeeld.

*) Verkeerde verhoudingen tussen man en vrouw (1 Pt 3: 7). Geldt speciaal
mannen: N.B. vrouw ‘brozer vaatwerk’ dus man is ook broos. ‘Met verstand bij de vrouw wonen’. Geldt ook voor verkeerde verhoudingen onder gelovigen. Denk aan Diotrefes,

N.B. God wil graag verhoren (Jr 33: 3; Mt 7: 7) Veel van onze gebeden kunnen we echter zelf (mede) vervullen!! Bijv. bidden voor bekering van je buurvrouw, maar dan ook tegenover haar getuigen.

13) KENMERKEN VAN HET GEBED VOLGENS Jk 5

Kenmerken los van het directe verband waarin ze staan in Jk 5. Gaat om de punten als zodanig.
*) Lijdt iemand onder u? Laat hij bidden.
Niet piekeren of zorgen maken. Gods recept: ga bidden!
*) Het gebed van het geloof. Nog eens: gebed moet met geloof gepaard gaan.
*) Bidt voor elkaar. Voorbede ontzettend belangrijk. Bidden voor anderen richt aandacht van jezelf af. Dan moet je nood van de ander weten!
Om zo’n voorbede vraagt Paulus de gelovigen te Efeze (Ef 6: 18,19).
Epafras was een strijder in voorbede (Ko 4: 12). Pracht voorbeeld!

*) Het gebed van een rechtvaardige. Niet een rechtvaardig-gemaakte, maar iemand die rechtvaardig leeft. Dat is een voorwaarde voor gebedsverhoring.

*) Hij bad een gebed. Dus indringend, vurig. met overtuiging.

*) Hij bad opnieuw. Niet: enkel keertje, maar aanhoudend. Niet verslappen, volharden. Belangrijke ‘aandachtspunten’!! Laten we ze onthouden en ernaar handelen. Laat deze puntsgewijze verhandeling ons ‘meer leren bidden’

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies