Jaren geleden werden mij door iemand een aantal vragen gesteld over het boek de Openbaring. Toen ik die onlangs (sept 2004) weer onder ogen kreeg, besloot ik de antwoorden uit te werken tot een een soort overzicht dat op mijn website geplaatst zou kunnen worden zodat anderen er hopelijk ook iets aan kunnen hebben.
De naam van het boek
Het boek Openbaring wordt nogal eens verkeerd benoemd. Men spreekt over de Openbaring van Johannes, maar 1:1 geeft aan dat het de Openbaring van Jezus Christus is. Wel heeft Johannes dit boek geschreven vandaar dat men spreekt over de Openbaring van Johannes, maar het is beter de Bijbelse aanduiding aan te houden.
Een tweede zeer zeker foute benaming is dat men spreekt over het boek Openbaringen in het meervoud. Het gaat echter om een openbaring betreffende Jezus Christus en gegeven aan Jezus Christus.
Een drietal opvattingen over het boek
Van het boek De Openbaring worden o.a.. een drietal verklaringen gegeven, en wel:
a. het hele boek heeft betrekking op de verhouding van de christenen tot het Romeinse Rijk en de keizer van dat rijk. Op het slot na zou alles wat erin beschreven staat vervuld zijn.
b. het boek schildert wat er in de loop der tijden, dan hier dan daar, gebeuren zal. Het schetst de steeds weerkerende beproevingen, de altijd weer oplaaiende strijd waarmee de christelijke kerk te maken krijgt.
c. het boek geeft door middel van de zeven brieven aan de zeven gemeenten aan wat er zich in de Kerk zal ontwikkelen, daarna vanaf hoofdstuk 4 verplaatst het ons in de eindtijd, wanneer God de draad met het volk Israel weer opneemt en Jeruzalem eerst vertreden, maar later bevrijd zal worden.
Zij die opvatting a voorstaan nemen veelal aan dat het boek in de tijd van Nero geschreven is en op die tijd betrekking heeft. Men ontkent dan meestal het profetisch karakter van het boek. Men ziet het als een geschiedbeschrijving. Sommigen nemen dan aan dat de schrijver daaraan een profetische tint gegeven heeft.
Welnu, deze gedachte kunnen we zonder meer afwijzen, wat in dit boek staat kunnen we niet in de tijd van het toenmalige Romeinse rijk ‘proppen’.
Opvatting b is heel wat schriftgetrouwer, maar klopt toch op diverse punten niet, men moet dan allerlei zaken gaan vergeestelijken. Zo ziet men de 144.000 uitverkoren uit alle stammen van Israel niet als Israel, maar als de christenen, die de Kerk vormen (hfst. 7) en wat er over Jeruzalem wordt opgemerkt in hfst.11 vergeestelijkt men ook totaal.
Opvatting c heeft de beste papieren. Men gaat dan uit van de driedeling die in 1:19 aangegeven wordt. Dat ‘wat gij gezien hebt’ vinden we in hoofdstuk 1. De hoofdstukken 2-3 geven een profetische schildering van de tijd van de Kerk; en dat komt overeen met ‘hetgeen is’. Hoofdstuk 4 enz. begint met ‘wat na deze geschieden zal’ en beschrijft de toekomstige na-christelijke periode
Zeven zegels, zeven bazuinen, zeven schalen
Het getal zeven geeft een volheid aan. Het komt vaak in de Openbaring voor. Na de zeven brieven in hoofdstuk 2 en 3 volgt hoofdstuk 4 dat verhaalt wat Johannes ziet in de hemel, te weten de troon van God, hen die de troon omringen en wat zij doen, namelijk God de lof toebrengen.
Vervolgens komt in hoofdstuk 5 het boek met de zeven zegels ter sprake en wordt de aandacht gevestigd op het Lam dat alleen gemachtigd is het boek te openen en de zegels te verbreken.
De zeven zegels
In hfst 6 tot en met 8:5 lezen we over het openen van de zegels en de oordelen die daarmee te maken hebben. Tussen het openen van het zesde en het zevende zegel wordt een tussenvisioen beschreven waarin melding gemaakt wordt van twee groepen discipelen te weten 144.000 uit alle stammen van Israel en een grote schare die niemand tellen kan uit de volken. Dit zijn twee onderscheiden groepen er is geen reden hun benamingen niet letterlijk te nemen en ze tot een groep samen te smelten, zoals helaas vaak gebeurt.
De zeven bazuinen
De opening van het zevende zegel luidt het optreden in van zeven engelen met zeven bazuinen. Als de bazuinen achtereenvolgens klinken worden er vanaf 8:6 tot en met 11:18 een zevental oordelen beschreven die helaas niet bewerken dat de mensen zich bekeren (9:21). Net als tussen het zesde en het zevende zegel wordt er tussen het blazen van het zesde en de zevende bazuin een tussenvisioen beschreven dat gaat over de engel met het geopende boekje (hfst 10) en de twee getuigen die te Jeruzalem zullen optreden (11:1-14).
In feite wijst vers 15-18 heen naar de eindtijd waarin het koninkrijk zal worden opgericht, de doden zullen worden geoordeeld en het oordeel aan de verdervers van de aarde zal worden voltrokken
De zeven schalen
De zeven schalen komen niet voort uit de zevende bazuin. Ze worden pas in hfst. 15 vermeld. Ze worden daar aangeduid als de zeven laatste plagen en ze grijpen gedeeltelijk terug op wat in hfst 11:19 tot en met 14:20 is vermeld. De schalen bevatten eveneens oordelen die op aarde en in het luchtruim zullen plaatsvinden. Daarbij is sprake over een oordeel over het Beest en het oordeel over het grote Babylon. In dat opzicht grijpt dit gedeelte van hfst 15 en 16 terug op 11:19 tot 14:20 want in dat gedeelte worden het Beest en Babylon vermeld. Hfst 17,18 en 19:1-6 geven daar een aanvulling op.
Vervolgens wordt ons in hfst 19:6-10 de bruiloft van het Lam beschreven; daarna volgt beschrijving van de komst van Christus als de Berijder van het witte paard; vervolgens komen aan de orde: het oordeel van het beest, de Christusregering gedurende duizend jaar; het oordeel van de doden en van satan en een uitvoerige beschrijving van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en het slotwoord met de oproep om de komst van de Heer Jezus te verwachten
De vier vrouwen in de de Openbaring
Na dit globale overzicht geef ik een paar detailoverzichten. In het boek worden een viertal vrouwen vermeld, twee in positieve en twee in negatieve zin.
Ten eerste wordt er in Op 2:18 gesproken over de vrouw Izebel die voorgeeft een profetes te zijn. Als we de zeven brieven zien als een profetische kerkgeschiedenis dan is er reden om in deze vrouw het afvallige kerksysteem te zien dat we kunnen aanduiden als het Pausdom van de Roomse Kerk. We kunnen daar hier niet over uitweiden, maar verwijzen naar andere artikelen over dit onderwerp.
De tweede vrouwwordt ons voorgesteld als de vrouw bekleed met de zon en de maan onder haar voeten (hfst 12). Deze vrouw baart een kind dat volgens de beschrijving van vers 5 Jezus Christus voorstelt. Een duidelijke aanwijzing daarvoor hebben we in Ps 2:9 en Op 19:15.
Dit gedeelte stelt dat er een draak is (zie vers 3) die het kind wil verslinden, maar het kind werd weggerukt naar God en zijn troon. Deze draak is de satan. In het verleden heeft hij door Herodes als vertegenwoordiger van het Romeinse Rijk in Israel gepoogd het kind te doden door de kindermoord in Bethlehem. De vrouw is dus duidelijk een voorstelling van het volk Israel want uit dat volk is de Messias voortgekomen.
Het vernietigen van de Messias van het volk is Satan niet gelukt, want de kruisiging werd gevolgd door de opstanding van de Heer en zijn hemelvaart tot God.
In de toekomst zal Satan proberen het volk van de Messias uit te roeien en dat wordt in dit hoofdstuk beschreven. Dit streven van satan zien we in de geschiedenis tot uiting komen en de holocaust is er wel een heel verschrikkelijke uiting van. De vernietiging van het volk is satan echter niet gelukt en zal hem ook niet gelukken. De vrouw wordt namelijk door God beschermd.
De derde vrouw wordt ons voorgesteld als de grote hoer Babylon (hfst 17 en 18). Zij is nauw verbonden met het Beest (zie vs 3) dat een werktuig van satan is, vergelijk de beschrijving van 17: 3 met die van 12: 3). Zij stekt de afvallige kerk voor die de ware gelovigen vervolgd heeft (denk aan de inquisitie in het verleden) en vervolgen zal (17:6), maar die door God geoordeeld wordt (zie vooral 19:1-5).
Als laatste krijgen we dan de vierde vrouw. Zij wordt ons voorgesteld als de vrouw van het Lam (21:9). Ze wordt heel duidelijk getekend in tegenstelling met de grote hoer, vergelijk de inleidende woorden van 17: 1 met die van 21: 9. Ook de beschrijving van de beide vrouwen vormt een scherp contrast. Deze vrouw is de ware Kerk.
Sommigen menen dat hiermee het volk Israel wordt aangeduid maar zie de weerlegging van deze gedachte in de vragenrubriek over bijbelteksten en wel Op 21:9
De twee beesten uit het boek
In de Openbaring worden ons twee beesten voorgesteld in hoofdstuk 13. Het zijn het beest uit de zee en het beest uit de aarde
Om het eerste beest te identificeren moeten we Dan 2 en 7 en Op 13;17 en 19 vergelijken. Het blijkt dan dat het eerste beest hetzelfde is als het vierde rijk van Dan 2 en 7 en dat we daarbij te maken hebben met het hersteld Romeinse rijk waarvan zich nu de contouren aftekenen in het Verenigd Europa. Dit vierde rijk wordt ook vereenzelvigd met de dictator ervan. Deze wordt ook het Beest genoemd en uiteindelijk geworpen in de poel van het vuur. We spreken dan ook wel over het rijk van de antichrist.
Het beest uit de aarde is de compagnon van het beest uit de (volkeren) zee. Het zorgt dat men voor het beest uit de zee een beeld maakt en dat men dit beeld en deze dictator aanbidt (Vergelijk Dan. 3). Dit beest uit de aarde doet de tekenen voor het beest uit de zee. Het wordt de valse profeet genoemd.
Samen met de satan worden de beide beesten wel een antigoddelijke drie-eenheid genoemd. Deze term is gebruikt door Joh. de Heer. Ieder die wil kopen of verkopen in die tijd zal de naam van het beest of het getal van zijn naam op rechterhand of voorhoofd moeten dragen. Het getal van zijn naam verkrijgt men door de getalwaarde van de letters van de naam op te tellen. Dat getal is 666.
In de loop van de tijden heeft men Nero, Napoleon, Hitler en nog een hele serie opvallende figuren achter het getal 666 verscholen gezien. Nu is het zo, dat in het grieks de letters van het alfabet tevens cijfers zijn en met een beetje geknutsel kun je heel wat letters van namen optellen en er 666 uit krijgen.
Naar mijn overtuiging verplaatst Op. 13 ons echter in de tijd van de antichrist en deze zal een naam hebben, die inderdaad de getalwaarde 666 heeft. Zij die dan leven kunnen de getalwaarde van zijn naam dan berekenen. Voor die tijd is dat niet mogelijk.
Er zit ook een symbolische kant aan dit getal, ‘zes’ is namelijk het getal van de mens, het is net 1 minder dan het getal van de volmaaktheid ‘zeven’. Driemaal zes duidt dan op het hoogste wat een mens bereiken kan en op het echt menselijke van zijn handelingen.
Tijdaanduidingen in Daniël en in het boek de Openbaring.
In het boek de Openbaring wordt op vijf plaatsen maar met verschillende aanduidingen een tijd van drie-en-een-half-jaar aangegeven. Deze tijdduur komen we ook tegen in het boek Daniel waarvan de profetie gedeeltelijk parallel loopt met die van de Openbaring.
Deze tijdduur heeft altijd te maken met de eindtijd en wel met met de tijd van grote verdrukking die aan de verschijning van Jezus Christus voorafgaat, vergelijk Mt.24:15-35. voor de combinatie van deze twee begrippen. Hier volgen nu de diverse aanduidingen:
-Dan. 7:25 tijd (een jaar), tijden (2 jaar) en halve tijd (half jaar). Dit is de tijd aan het vierde dier gegeven om de tijden en wet van het Joodse volk aan de kant te zetten;
-Dan. 9:27 na de plaatsing van de gruwel der verwoesting (een afgodsbeeld zie Matt. 24 en 2 Thess.2) verloopt er een halve jaarweek. Dit is de laatste van de zeventig jaarweken die over het volk en de stad van Daniel is bepaald;
-Dan. 12:7 dezelfde aanduiding als in als 7:25. Het is de tijd van grote benauwdheid (vs 1) waarna er een eind komt aan het verbrijzelen van de macht van het heilige volk;
-Op. 11:2 42 maanden. Dit is de duur van het vertreden van de heilige stad Jeruzalem (zie vs. 8);
-Op. 11:3 1260 dagen. Dit is de tijdduur die aan de twee getuigen te Jeruzalem is gegeven om de profeteren . In beide gevallen dus 31/2 jaar maar op verschillende wijze aangeduid;
-Op. 12:6 1260 dagen zal de vrouw (Israel) gevoed worden in de woestijn;
-Op. 12:14 hier weer dezelfde aanduiding als in Dan. 7; 25 en 12: 7 en slaande op dezelfde tijd van onderhoud van de vrouw die in Op.12:6 genoemd werd;
-Op. 13:5 42 maanden waarin het beest uit de zee zijn macht uitoefent.
Hopelijk geeft dit overzicht een beetje inzicht in de kwestie waar het in het boek de Openbaring om gaat. Uiteraard vervangt dit overzicht niet een beschouwing over het boek zoals die destijds door W.J. Ouweneel geschreven is en die ik graag ter lezing aanbeveel.