054 Flitsen uit het Mattheüsevangelie Mt 08:01-04

Flitsen uit het Mattheüsevangelie
(Mattheüs 8 : 1 – 4)

Melaats-Onrein

Nadat Jezus Christus de bergrede heeft uitgesproken daalt Hij van de berg af. De mensen die naar Hem geluisterd hebben, sluiten zich in grote groepen bij Hem aan. Het wordt een hele optocht, die echter spoedig gestuit wordt. Een man met een afzichtelijk uiterlijk komt op de Heiland af. Allen wijken verschrikt op zij. Pas op, raak hem asjeblieft niet aan, het is een melaatse, een onreine.
De melaatsen waren de “outcasts” van de maatschappij. Meestal was hun ziekte zeer besmettelijk en zeker voor die tijd ongeneeslijk. Men stierf bij wijze van spreken reeds tijdens het leven. Vingers, tenen, oorschelpen, neus …. het rotte allemaal af. Vieze etterende wonden vielen in de huid. In de bijbel wordt de melaatsheid gebruikt als een beeld van de zondigheid van de mens (verg. Jesaja 1).

De dood werkt al in ons lichaam terwijl we nog leven. Direkt bij de geboorte begint er al een afstervingsproces. De afstervende cellen worden eerst nog wel vernieuwd, maar bij het ouder worden vermindert dat. Gebreken treden op, en tenslotte begeeft het wrakke “huis” het en de mens sterft definitief. Maar dat niet alleen, door onze zonden staan we schuldig voor God en zijn we onrein. Een hopeloze toestand. Net zo hopeloos als van onze melaatse.
Deze man heeft waarschijnlijk de bergrede niet gehoord, maar ook al had hij deze prachtige toespraak beluisterd, dan had die hem toch nog niet kunnen redden. Hij had genezing nodig en reiniging, dan pas kon hij de bergrede als levensmotief nemen. Zo is het ook met ons. Geen enkele leer, geen enkel voorschrift, geen krachtsinspanning van onszelf kan ons van onze zondigheid genezen. We moeten gereinigd worden, en hoe kan dat? ….

Indien gij wilt…

De melaatse valt voor Jezus neer en zegt: ‘Heer, indien Gij wilt kunt Gij mij reinigen.’ De man twijfelt niet aan de macht van Jezus. Heeft hij dan ooit al een wonder van de Heer gezien? Of er van vernomen? Ik weet het niet. In het evangelie van Mattheüs is dit juist het eerste wonder dat vermeld wordt. Hoe het zij, deze man gelooft dat Jezus Christus hem kan redden en…. hij weet dat hij gered moet worden. Niemand behoeft hem te vertellen dat hij melaats is. De pogingen om zijn kwaal te verbergen heeft hij allang opgegeven.

Wrijven, inbetten, poeiers enz., hij is er allang mee opgehouden. Het is allemaal hopeloos. Eén is er nog die hem helpen kan: Jezus van Nazareth. Alle mensen zijn zondaars, maar velen worden niet gered, omdat ze niet willen erkennen het te zijn. Ze vinden zich goed en braaf genoeg. Ze vragen niet hoe God over hen denkt, maar vergelijken zich met Jan, Piet en Klaas, en dan komen ze er nog niet zo slecht af in hun eigen ogen. Nog weer anderen erkennen wel gezondigd te hebben en schuldig te staan voor God, maar proberen zichzelf te rehabiliteren en zich op te knappen. De een zoekt het dan in het humane vlak en is goed voor zijn medemens en beroept zich daarop. De ander legt de nadruk op ‘t trouw vervullen van “godsdienstplichten”. Deze melaatse heeft echter een ontmoeting met Christus nodig, en die heeft iedere zondaar ook nodig. Zonder Christus geen redding!

Word rein

Zou Christus hem willen reinigen? Hij twijfelt niet aan de macht van de rabbi van Nazareth. Maar zou Hij hem willen accepteren en genezen? Dan hoort hij uit de mond van Hem, die zijn laatste toevlucht is, de verrassende woorden: ‘Ik wil het, word rein’ En op hetzelfde moment voelt de man dat zijn kwaal verdwenen is. Het stervensproces is gestopt, rein staat hij daar, totaal genezen! Aangeraakt door Jezus Christus en de redding is een feit!

Hetzelfde geldt ook voor u die nog niet van uw zonden gered bent. Eerst moet u erkennen zondaar te zijn. Dan moet u in het geloof komen tot Christus en aanvaarden dat Hij op het kruis stierf in uw plaats en dat Hij de Enige is die u redden en met God verzoenen kan. De Schrift noemt dat bekering. En diezelfde Schrift zegt: het bloed van Jezus, de Zoon van God, reinigt ons van alle zonde (1 Joh. 1 : 7).

De melaatse moet nu naar de priester om te laten zien dat hij rein is. Onderweg moet hij met niemand er over praten. De Heiland wil geen propaganda als wonderdoener, waardoor mensen uit nieuwsgierigheid Hem zullen volgen. Maar wel wil Hij dat er van Hem getuigenis wordt afgelegd. Maar dan doordat de priesters de gereinigde man bekijken. En tot hun stomme verbazing zullen moeten erkennen dat hij volkomen rein is.

Er zijn heel wat mensen die de mond vol hebben over geloof en die spreken over wat er met hen is gebeurd. Ze krijgen er nooit genoeg van hun bekering in geuren en kleuren te vertellen, en meestal staat dan het eigen ik op de voorgrond, en hun leven vloekt soms met hun belijdenis. Nee, dat iemand bekeerd is en gelooft in Jezus Christus, dat moet gezién worden. Gezien in de praktijk van een totaal veranderde levenshouding. Natuurlijk geeft God ons ook wel gelegenheid voor een mondeling getuigenis, maar als het dat alleen is heeft het weinig waarde. Ook voor de Christen geldt: Ga heen,
toon u…

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies