Jeremia 29:13 – Wie zoekt er God?
Bij de uitspraak in Jr 29:13 moet ik denken aan de programma’s die de E.O. heeft uitgezonden met de titels: “Catharina Keil zoekt God”; ‘Henny Huisman zoekt God”. Gisteravond (20-12-2005) nog had Andries Knevel een gesprek met een zestal personen van diverse pluimage waarin het geloof in God ter sprake kwam. Henny Huisman was er ook bij en verder een Roomskatholieke vrouw, een actrice en nog een stuk of wat anderen. Op een gegeven moment zei de actrice: “Maar waarom zou ik God moeten zoeken?”. Het bleek dat ze van het christelijk geloof niets moest hebben. Ze was nogal fel in haar uitspraken.
Daarbij moet je je altijd afvragen waarom iemand zo afwijzend staat tegenover het geloof in God. Wel, dat bleek bij haar heel duidelijk. Ze had een christelijke opvoeding gehad, en een nogal zware kerk bezocht. Het geloof bestond daar meer in “dit mag niet en dat mag niet” dan in een verkondiging dat God liefde is en dat Hij het beste met ons voor heeft.
Ze had zich aan die sfeer ontworsteld, maar was er in feite niet vrij van. Haar uitspraken werden in negatieve zin beheerst door haar “zware” verleden. Net als Maarten van het Hart en vele anderen schopte ze tegen het geloof aan uit een zekere frustatie. Je verleden speelt je dan parten en je kunt niet meer onbevangen over het geloof in God praten. Nu gaat het me niet om de personen die ik in deze pericoop noemde maar om de zaak zelf van het zoeken naar God.
Terwijl ik naar het programma van gisteren keek en die gedachte kwam ook al bij me op bij de eerder genoemde E.O. programma’s vroeg ik me af of de titel van dit soort programma’s niet beter kon luiden “ God zoekt ….” en vul dan maar een of andere naam in. Maar dan blijft de vraag: “Waarom moet God mij zoeken?”. Wel je zoekt naar iemand die je kwijt bent geraakt en God is ons, mensen, kwijtgeraakt omdat we naar zijn tegenstander de duivel hebben geluisterd. We vinden dat beschreven in de Bijbel. Ja…de Bijbel maar wat zegt dat?
Een discussie met vrijzinnigen
Jaren geleden stonden we met een mobiele evangelisatiezaal in een dorpje in Friesland. Er stond een vrijzinnige predikant in dat dorp. Een paar van zijn kerkleden bezochten onze evangelieverkondiging en de predikant vroeg ons eens op zijn bespreking met jongelui te komen om van gedachten te wisselen. Ik nam de uitnodiging aan en we kregen een heel interessant gesprek. Welke onderwerp we bij de kop hadden weet ik niet meer, maar bij alles wat naar voren gebracht werd, verwees ik naar een uitspraak in de Bijbel. Op een bepaald moment zei de dominee: “Mijnheer Fijnvandraat u haalt iedere keer de Bijbel erbij, nu is voor ons de Bijbel een interessant boek en we willen wel kennis nemen van wat erin staat, maar de Bijbel is voor ons niet het enige waardevolle boek. We luisteren ook naar wat andere godsdienstige mensen over hun geloof geschreven hebben en brengen dat ook in rekening”. Ik antwoordde daarop dat voor mij de Bijbel het laatste woord had en dat ik door de Bijbel God had leren kennen, tot geloof in Jezus Christus was gekomen en dat ik bij alle vraagstukken voor de leer en de praktijk van het leven dat Boek als enige gezaghebbende bron aanvaardde. Het bleek dus duidelijk dat we niet op dezelfde grondslag stonden en dat een gedachtenwisseling over allerlei zaken eigenlijk geen zin had tenzij we allen het gezag van de Bijbel zouden erkennen.
Het gezag van de Bijbel erkennen
Datzelfde geldt in feite ook voor gesprekken over het zoeken van God. Nogmaals: de Bijbel laat ons zien dat God ons niet “het bos ingestuurd heeft”. maar dat wij van God zijn afgedwaald en in een geestelijk oerwoud zijn terechtgekomen. De Bijbel toont ons ook dat Adam en Eva na hun val in de zonde niet naar God gingen zoeken, maar dat God hen opzocht . Dat doet God vandaag de dag nog steeds met “verloren zondaars”. Hij zond zijn Zoon, niet wij vroegen daarom. Hij wilde contact, wij niet.
De vraag is niet of wij God zoeken, maar of wij ons door God willen laten vinden. Hij laat het evangelie, de blijde boodschap, in de wereld verkondigen. Door die boodschap en door de werking van zijn Heilige Geest wil Hij er ons toe brengen ons tot Hem te “bekeren”, dat is omkeren op ons levenspad en erkennen dat we verkeerde dingen hebben gedaan en gedacht. Als we aan zijn oproep gehoor geven en onze zonden, verkeerde daden, voor Hem erkennen, wijst Hij ons op de Here Jezus als degene die voor ons wilde sterven op het kruis en vraagt Hij ons te geloven in zijn Zoon, Jezus Christus.
Hiermee komen we tot een punt dat ook in de bespreking bij Andries Knevel ter sprake kwam. De actrice keerde zich tegen de uitspraak van een van de gesprekspartners dat Jezus voor ons gestorven was en gaf duidelijk te kennen dat ze niets moest hebben van het idee dat een ander voor haar verkeerde daden de straf wilde dragen. Ze wilde persoonlijk staan voor wat ze deed. Welnu, dat kan. Dat betekent wel dat je dan eenmaal voor God te staan en je rekenschap moet afleggen voor je zonden en het oordeel over je zonden zelf moet dragen.
In de Bijbel worden we opgeroepen te geloven in en te leven voor Hem van Wie staat: “de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem”.
Wat doen we met die uitnodiging?