Flitsen uit het Mattheüsevangeiie 72
(Mattheüs 11 : 7 – 15)
De kleinste in het koninkrijk der hemelen
Nadat Jezus het voor Johannes opgenomen heeft volgt er een heel merkwaardige uitspraak, die velen hoofdbrekens heeft gekost:
‘Er is niemand opgestaan groter dan Johannes de Doper, maar de kleinste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij.’
Hoe is dat nu mogelijk? Dat kan toch moeilijk zo bedoeld zijn dat de minst waardige onderdaan van het koninkrijk toch een beter en “groter” persoon is dan Johannes de Doper. Zou iedereen in het koninkrijk kunnen zeggen: ‘Ik kan best aan Johannes de Doper tippen. Ik getuig net zo goed tegen de zonde als hij. Ik heb er ook de gevangenis voor over en zelfs mijn hoofd’?
Nee, zo is het niet bedoeld. Het gaat niet om moreel groter zijn, maar positioneel. Johannes behoort nog tot de bedeling van vóór het kruis. Hij staat nog in de tijd van de wet; straks komt er echter de tijd van het koninkrijk, en de minste in dat koninkrijk, dus hij die achteraan zit, staat in positie hoger dan Johannes ooit gestaan heeft. Hieruit blijkt wel duidelijk dat God verschillende bedelingen of huishoudingen heeft. Dat wil zeggen dat de verhouding tot God in alle tijden niet hetzelfde is. Door de, verschillende bediening of prediking ontstaat er een verschillende relatie. Zo zegt bijvoorbeeld Lucas 16:16:
“De wet en de profeten zijn geweest tot op Johannes, van die tijd af wordt het koninkrijk Gods verkondigd”.
Het is goed dit onderscheid in het oog te houden. Dat neemt echter niet weg dat Johannes inderdaad de hoge positie van voorloper inneemt. Hij is de Elia die Maleachi heeft aangekondigd en die de komst van de Christus voorbereidt. Met andere woorden: het koninkrijk staat voor de deur. Maar om er deel aan te hebben moet je als het ware ellebogenwerk verrichten. Dat is de zin van de tekst: “Geweldenaars grijpen er naar” of “grijpen” het. Je moet strijden om in te gaan, want Jan-en-alleman wil je tegenhouden. Je moet radikaal breken met heel je verleden en je overgeven aan Jezus Christus.