Het is interessant na te gaan, hoe de inwoners van verschillende steden aan hun “scheldnaam” gekomen zijn. Men spreekt van Groninger Molleboon, Utrechtse theekrans, Kamper Ui, Dordtse Schapenkop en Amersfoortse Keientrekker.” In ’t bijzonder aan de laatste naam zit een hele geschiedenis vast.
Op de Leusderheide buiten Amersfoort ontdekte men een grote, uit Scandinavië afkomstige zwerfsteen van plm. 1.90 M. hoogte. Onder leiding van de ondernemende jonker Everaart Meister werd dit gevaarte in de 17e eeuw de Keistad ingesleept. Geen moeite werd gespaard: de gracht gedempt en de poort verbreed. In triomf werd de Kei door Amersfoort’s straten gesleept en op de Varkensmarkt tentoongesteld voor de kijklustigen.
Niet zodra hoorde men in Utrecht en de andere omliggende plaatsen wat er in Amersfoort was geschied, of de naam “Keientrekkers” werd geboren. Het Amersfoortse stadsbestuur wist als verweermiddel niets beters te doen dan jonker Everaart Meister zijn daad ernstig te verwijten en de Kei in een ijlings gedolven put te laten verdwijnen. Maar de naam bleef. En elke Amersfoorter, ook de schrijver van dit stukje, is een Keientrekker, al heeft hij die steenklomp ook niet meer dan een blik waardig gekeurd. En er is geen mens ter wereld, die die eens gedane daad ongedaan kan maken en de naam Keientrekker uit de wereld kan helpen.
Eens, in de Hof van Eden, hebben Adam en Eva genomen van de verboden vrucht en sinds die dag heten alle mensen zondaren. Ja, ook gij, die de “appel” nooit hebt aangeraakt, ge zijt een zondaar. Trouwens het is niet nodig, dat God alle mensen in een hof zet met een proefgebod. Wij allen, die niet beter zijn dan Adam en Eva, zouden ook overtreden hebben!
Een zondaar zijt ge, omdat de eerste mens Adam zondigde. Maar van deze naam kunt ge wel bevrijd worden, alhoewel de daad ook niet ongedaan gemaakt kan worden. Ge kunt een gered, een verlost zondaar worden, omdat Jezus, de tweede mens, stierf op Golgotha’s kruis. Geloof in Hem, die ook uw zonden wil vergeven (want al hebt ge niet overtreden zoals Adam, gezondigd hebt ge wel) en ge wordt voor eeuwig gered. Dán geen zondaar meer, maar een kind Gods.