Mattheüs 13:51
Nieuwe en oude dingen
Het aantal christenen dat nog echt weet wat er in de bijbel staat, wordt er niet groter op. Dat is een bedroevend verschijnsel! Op zichzelf echter is kennis van de bijbel niet voldoende om met God in het reine te komen. Je mag nog zo’n Schriftgeleerde zijn, maar om de hemel binnen te gaan is wat anders nodig dan kennis. De Here Jezus spreekt hier over: ‘….iedere schriftgeleerde, die een discipel geworden is van het koninkrijk der hemelen’.
Een discipel wordt men door zich te bekeren. Wanneer bekering en Bijbelkennis gecombineerd zijn, dan is men ook in staat om uit zijn voorraad anderen mee te delen. Dan kan men putten uit het Oude Testament en de oude zaken belichten en men kan putten uit het Nieuwe Testament en spreken over dat “wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is” (vs. 35). Dan is men niet alleen zelf behouden, maar kan men ook anderen dienen met het Woord van God.
De zoon van de timmerman
Nadat Jezus Christus de zeven gelijkenissen heeft uitgesproken, komt Hij in zijn vaderstad. Ook daar begint Hij te leren in de synagoge. De mensen verbazen zich over zijn onderwijs. ‘Waar heeft Hij dat vandaan?’ zeggen ze als het ware. Ook de tekenen die Hij verricht en die het bewijs zijn dat God Hem gezonden heeft, wekken verbazing. En toch geloven ze niet in Hem. ’t Is toch immers de zoon van de timmerman Jozef. Ze kennen toch zijn hele familie! Daarop spreekt de Heer het bekende woord: ‘Een profeet is alleen in zijn vaderstad en in zijn huis ongeëerd!’
Dit gedeelte eindigt met de treurige conclusie dat Christus in zijn eigen geboorteplaats niets kon uitrichten vanwege hun ongeloof. Zo kan de zondaar ook nu door ongeloof het werk vna Jezus Christus in zijn ziel verhinderen en tegenstaan.