Betreft: 1 Ko 1: 2 en 2 Ko 1
Vraag:
De eerste brief is gericht aan ‘alle geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen’. Dit onderstreept het algemeen karakter van de brief. Ook voor ons hebben deze voorschriften nog dezelfde waarde. De tweede brief is echter alleen gericht aan de broeders in Korinte en aan al de heiligen in Achaje. Gelden de voorschriften in deze brief dan in mindere mate voor ons?
Antwoord:
Het verschil in aanhef betekent niet, dat de reikwijdte van de inhoud in het eerste geval groter is dan in het tweede, maar dat in het eerste geval de universele betekenis extra benadrukt wordt. Paulus schrijft aan de gemeente Gods te Korinte, maar er is ook een gemeente Gods te Efeze en in later tijd te Barcelona, te Milaan en te Amsterdam.
Welnu voorschriften voor de gemeente die van algemene aard zijn, gelden voor elke gemeente Gods. Een voorschrift gericht aan Filémon om huisvesting voor Paulus te bereiden geldt natuurlijk niet letterlijk voor ons, want Paulus leeft niet meer en hij komt dus niet bij ons op bezoek. Dat voorschrift gold in die tijd ook niet voor christenen te Spanje want dan zou het bed wel erg lang leeg hebben gestaan.
Het gaat dan in dat geval namelijk niet om een algemeen voorschrift betreffende ons christelijk gedrag of betreffende de inrichting van de gemeente. Dat de brieven van Paulus (en dat geldt voor heel de inhoud van de Bijbel) meer dan slechts plaatselijke betekenis hebben, volgt ook al uit de aanwijzingen die de apostel de gelovigen te Kolosse geeft. Zie Ko 4: 16.