Betreft: 1 Ko 2: 6
Vraag:
Is hier niet bedoeld de periode zonder Christus, dus de mensheid die Christus niet wil kennen?
Antwoord:
Het hier gebruikte woord ‘aion’ kan soms vertaald worden met ‘wereld’. Maar dan moet niet gedacht worden aan de kosmos, de geschapen wereld op zichzelf, maar aan ‘de wereld zoals ze zich openbaart’ (Korte verklaring) en die openbaring is aan een bepaalde tijd gebonden.
Dit tijdselement komt b.v. duidelijk uit in Mt 12: 32 ‘noch in deze eeuw, noch in de toekomende’ en in Lk 18: 30 ‘en in de toekomende eeuw het eeuwige leven’. Sommige vertalingen hebben Mt 12: 32 zo weergegeven: ‘niet in deze tijd en niet in de toekomende’.
Zo spreken wij over de geest van deze tijd en bedoelen dan de tijd waarin we leven. We zouden dan ook kunnen spreken over de geest van deze wereld, maar zouden dan aan de wereld zoals ze in deze tijd reilt en zeilt moeten denken.
De mensheid bepaalt die tijd, bepaalt die wijze van openbaring. Er is dus een konnektie tussen ‘deze eeuw’ en ‘de mensheid’, maar je kunt ‘eeuw’ niet zonder meer door ‘mensheid’ vervangen, maar eerder door ‘de tijdgeest’.